KNSB Quo Vadis? Loopt de KNSB zelf mat?
In deze bijdrage doen we een poging om de financiële consequenties te kwantificeren die het gevolg kunnen zijn van de goedkeuring van de Sportagenda 2016. Ook onderbouwen we ons oordeel dat de KNSB voor een overlevingsstrategie zou moeten opteren zoals gemeld in het vorige artikel.
Een gat van twee ton?
De financiële gevolgen van de recent goedgekeurde Sportagenda 2016 van NOC*NSF zouden voor de KNSB wel eens aanzienlijk kunnen zijn. Een somber scenario laat zich als volgt schilderen op basis van de volgende aannames:
- De verdeling van de subsidies van VWS en overige subsidies over de sportbonden volgt de nieuwe verdeling van de subsidies NOC*NSF voor Topschaak en Talentontwikkeling. Wij nemen in dit scenario aan dat de KNSB niet meer voor deze subsidies in aanmerking zal komen.
- De subsidie Algemeen Functioneren wordt in dit scenario met circa 15% verlaagd.
- We gaan voorbij aan de overgangsregeling subsidies Topschaak/Talentontwikkeling (in 2013 nog 50% en in 2014 nog 25% van de in 2012 ontvangen bedragen).
Lagere Subsidies
Vervallen subsidies Talentontwikkeling ca. € 80.000 p/j,vervallen subsidies Topschaak ca. € 100.000 p/j en lagere subsidie Algemeen Functioneren ca. € 20.000 p/j, in totaal ca. € 200.000 minder subsidie per jaar.
Minder sponsorinkomsten
Een driejarig contract met een internet sponsor loopt volgend jaar af. Ingeval er geen vervangende sponsoring zou komen, betekent dit € 25.000 minder inkomsten per jaar.
Voor het organiseren van NK’s in 2012 zijn nog (aanvullende) sponsorinkomsten nodig. Minimaal een bedrag in orde van grootte van € 45.000 euro.
Drastische gevolgen
In totaal betekent dit scenario € 225.000 minder inkomsten per jaar, ofwel bijna 20% van het huidige jaarbudget van ca. 1,2 miljoen euro minder!
De gevolgen zullen o.m. zijn dat er geen financiële ruimte meer is voor een bondscoach (contract loopt dit jaar af) en voor een coach talentontwikkeling. De trainingen komen sterk onder druk en er is geen bijdrage meer voor EK’s , WK’s en Olympiades. Hetzelfde geldt voor EJK’s en WJK’s. Onze topsporters verliezen mogelijk ook, voor zover ze die hadden, hun ‘A- of B-status van NOC*NSF’ en bijbehorende beurzen.
Ook bij een minder somber scenario waarbij de financiële gevolgen liggen in orde van grootte van € 100.000 – € 150.000 verandert de analyse niet, die hieronder wordt weergegeven.
Huidige KNSB begroting
In grote lijnen ziet de huidige begroting er als volgt uit:
Baten
contributies | € 575.000 | 17.600 leden en 2.900 ind. leden |
eigen bijdragen | € 220.000 | vnl. talentontwikkeling en wedstrijdschaak |
subsidies | € 335.000 | VWS, NOC*NSF en overige |
sponsoring e.d. | € 70.000 | w.o. 25.000 internet |
Totaal baten | € 1.200.000 |
Lasten
vaste organisatiekosten | € 730.000 | vnl. bondsbureau en magazine |
breedteschaak | € 80.000 | waarvan de helft kosten internetact. |
jeugdschaak | € 20.000 | |
wedstrijdschaak | € 100.000 | vnl. reiskosten teams en wedstrijdleiders |
kadervorming | € 50.000 | |
talentontwikkeling | € 115.000 | vnl. wk, ek, trainingen (jong oranje en stergroepen) |
topschaak | € 105.000 | nk,ek,wk en landenwedstrijden |
Totaal lasten | € 1.200.000 |
(Communicatie staat al jaren hoog in het vaandel van de KNSB, er is zelfs een PR- en communicatiemedewerker. Maar de stukken van de twee bondsraadvergaderingen in 2011, waaronder de goedgekeurde begroting en jaarplan 2012, staan op dit moment van publiceren nog niet online op de KNSB-site?)
Oude discussies laaien weer op
Het is niet moeilijk te voorspellen dat oude discussies weer hoog zullen oplaaien. Moeten we Schaakmagazine houden of op een digitale versie overgaan? Moeten we het pand in Haarlem wel of niet verkopen? Moeten we de bezetting van het bondsbureau wel/niet aanpassen aan de nieuwe omstandigheden? Moet de contributie omhoog, moeten de eigen bijdragen omhoog? Moeten we meer gaan samenwerken (bijvoorbeeld met de dambond of met het Max Euwe Centrum). Moet de structuur van de KNSB opnieuw aandacht krijgen? Moet er meer aandacht gaan naar breedteschaak en jeugdschaak en minder naar de topsport en talentontwikkeling? Moet Internet-schaken meer of minder aandacht krijgen? Moeten de verschillende lidmaatschappen opnieuw worden bezien c.q. worden uitgebreid? Moet de formule voor de NK’s worden herzien (Regio-voorronden en halve finales invoeren)? En ga zo maar door.
Maar de hamvraag is of in eerste instantie de discussie wel hierover moet gaan. Zijn er geen fundamentelere zaken waarover eerst nagedacht moet worden? Ja, er zijn brandende kwesties die dringend aandacht behoeven, tenzij iedereen het bij het oude wil laten, dan kan de discussie direct worden gesloten. Laissez faire blijft ook een optie.
Moet de KNSB op survival?
De KNSB moet nadenken over een overlevingsstrategie, dit was eigenlijk ruim vijf jaar geleden al zo, maar niemand wilde er toen van weten! Sinds de oprichting van de KNSB in 1873 is er weinig veranderd in de organisatie. De basis is nog steeds de vereniging en de vaste verenigingsavond. Begin twintigste eeuw werden de regionale bonden opgericht. Echt nieuw was de komst van de (schaak)computer en internet.
In 2007 werd er op Utrechtschaak.nl een inventarisatie gehouden van best practices in onze georganiseerde schaaksport.
De belangrijkste brandende kwesties die hieronder worden opgesomd zijn ook de indicatoren die aangeven dat de KNSB dringend toe is aan een overlevingsstrategie.
– Voortdurend dalende ledenaantallen bij de verenigingen, natuurlijk niet bij alle verenigingen maar per saldo gaan we jaarlijks met zijn allen zo’n 2-3% in ledental achteruit, al vele jaren lang.
– Vergrijzende verenigingen, de grootste groep leden wordt gevormd door de 50 jarigen en ouder.
– Relatief weinig animo voor het vervullen van bestuurlijke of organisatorische taken, weinig doorstroming.
– Relatief weinig vrijwilligers die taken op zich willen nemen die in omvang en tijd moeilijk zijn af te bakenen. De voorkeur gaat uit naar korte, eenmalige klussen. Veel leden zijn calculerende burgers geworden, zij gedragen zich soms meer als klant dan als lid. Dit is het directe gevolg van een maatschappij die in de afgelopen decennia steeds individualistischer is geworden.
– De afstand tussen de leden en de regionale- en landelijke bond wordt steeds groter.
– Weinig animo voor deelname aan de democratische besluitvorming binnen de vereniging en de bonden, de schaakwereld kent een te zware vorm van democratie. Het interesseert maar heel weinig leden wat er op regionaal of landelijk niveau besloten wordt, behalve als het over de contributieverhoging, aanpassing van reglementen of het bestrijden van zwarte leden gaat! Ook de schaakjournalisten besteden nauwelijks aandacht aan de ontwikkelingen binnen onze georganiseerde schaaksport.
– Groot gebrek aan commitment bij genomen besluiten. Door gebrek aan commitment lopen veel nieuwe initiatieven (democratisch besloten) vroegtijdig op de klippen.
– Voortdurende financiële problemen op landelijk niveau, deels door eigen toedoen. De afgelopen jaren zijn de zaken financieel op orde gebracht en nu dienen zich al weer nieuwe problemen aan.
– Fricties tussen de betaalde werkorganisatie en de onbetaalde vrijwilligers.
– Groot spanningsveld tussen breedtesport en topsport. Veel ‘breedtesporters’ vinden dat zij de afgelopen jaren weinig aandacht en budget kregen omdat in hun gevoel de topsport voor moest gaan.
– Onze schaakwereld is overwegend behoudend en conservatief en daarom wars van veranderingen.
– In toenemende mate worden er, mede door maatschappelijke ontwikkelingen, nieuwe eisen gesteld aan bonden en verenigingen.
– Schaken mag geen geld kosten. Ruim 40 jaar geleden werd al in een van de Prisma schaakboekjes geschreven: ‘Als je een schaker onderste boven houdt valt er nog geen dubbeltje uit zijn zak.’
Ondekbaar mat?
Als bovenstaande ‘stelling’ wordt bekeken dan constateren we ‘stukverlies’ maar de stelling herbergt nog vele mogelijkheden en er dreigt nog geen direct ondekbaar mat. Maar hoe nu verder? Misschien moeten we het boek Oordeel en Plan van oud-wereldkampioen Max Euwe er nog maar eens op naslaan.
De vereniging op survival
In maart 2005 verscheen het boek van drs. Marike Kuperus (van Movisie v/h het CIVIQ) getiteld: De vereniging op survival, overlevingsstrategieën van hedendaagse verenigingen.
Nederland is een echt een verenigingsland, het recht op vereniging is een grondrecht en vier van de vijf volwassenen zijn lid van minstens één van de meer dan 100.000 verenigingen die in het handelsregister van de Kamer van Koophandel staan ingeschreven. En veel van die verenigingen zijn op hun beurt weer verenigd in een branchevereniging of koepelorganisatie. Met elkaar vormt dit een netwerk waarbinnen een belangrijk deel van het maatschappelijk en politiek verkeer in Nederland zich afspeelt.
Er zijn meer verenigingen die met succes een overlevingsstrategie hebben ontwikkeld, al of niet ondersteund door instellingen die veel kennis en ervaring hebben op dit gebied.
Reageren?
Bent u het niet eens met de analyse of heeft u betere oplossingen laat het ons dan weten door te mailen naar of door hieronder te reageren in de commentaarrubriek.
Reeds eerder gepubliceerd:
Naar een Deltaplan voor het Schoolschaak
Ik ben het eens met de analyse dat de organisatiestructuur van de Nederlandse schaakwereld nog dateert uit de tijd van de trekschuit, 1873. Wat dat betreft mag de structuur flink worden gemoderniseerd. Daarin heeft het NOC*NSF groot gelijk. We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden, de blauwdruk ligt er al: de code goed sportbestuur.
We kunnen op Schaaksite beginnen met internetconsultatie. Het is een modern middel om op goedkope en snelle wijze alle aandachtspunten te verkrijgen die vandaag de dag een rol spelen. Dit levert een lijst op van de zaken die schakers van belang vinden in de Nederlandse schaakwereld. Zonder dat een rangorde van belangrijkheid wordt aangegeven. Of het vijftig aandachtspunten zijn of honderd is niet belangrijk. Roept u maar, en leg maar uit waarom dat punt aandacht verdient!
Het gaat erom aan te geven waarom iets belangrijk is, bijvoorbeeld Schaakmagazine. Of juist niet belangrijk, bijvoorbeeld afschaffen Schaakmagazine. Iedereen krijgt de gelegenheid al of niet anoniem zijn belangrijke punt, gemotiveerd, aan te dragen. En denk niet binnen de kaders zoals uitgezet in de negentiende eeuw, maar denk in de eenentwintigste eeuw. En probeer te kijken naar een naderende, ingrijpend veranderende internationale schaakwereld, een veranderende Nederlandse sportwereld, en een politiek die steeds meer gaat bezuinigen op subsidies, dus ook onvermijdelijk op schaken.
En wat als die lijst er is? Dan mogen de bestuurders gaan afwegen wat zwaarder weegt, mogen zij aan de Bondsraad voorstellen doen, waarna de Bondsraad beslist.
Pieter, als je doelt op bepaalde stellingen op internet (schaaksite) poneren en dan discussieren, over keuzes die de KNSB zou kunnen maken (Bijv over Schaakmagazine, of huisvesting bondsbureau), dan ben ik het voor de verandering eens met je eens.
Een soort lagerhuis op schaaksite dus 🙂
Het zijn zware tijden, waarin de KNSB bijna een kwart van haar begroting dreigt te gaan missen aan inkomstem. Daarom zou ik de volgende zaken nog graag even duidelijk aangeven:
1. Laissez faire is geen optie. Indien dezelfde activiteiten doorgezet moeten worden betekend dit op zijn minst een contributieverhoging van ca 12 euro per verenigingslid (zowel jeugd als senior). Dit is in het meest gunstige scenario waarbij er geen verdere ledendaling is (dus geen vergrijzing en geen mensen die opzeggen uit onvrede met deze exorbitante verhoging).
2. Het door Pieter de Groot gemaakte punt wat betreft een lijst met ideeen lijkt leuk en effectief, maar hier kleven vele bezwaren of obstakels aan. Zo is de vraag naar een dergelijke goed bediscussiëerde lijst al jaren enorm. Echter, het is nog nooit iets of iemand gelukt dit daadwerkelijk tot uiting te laten komen. Er zijn al enkele enquetes geweest (over onder andere schaakmagazine), waarbij vooral het jammerlijk lage respons percentage een doorslaggevende factor was om hier verder geen ingrijpende maatregelen aan vast te koppelen.
Om niet helemaal als zwartkijker over te komen zou ik hieronder kort in willen gaan op het hypothetische scenario waarin deze lijst succesvol is gevormd. Deze lijst zou dan niet door het KNSB-bestuur beoordeeld moeten worden (deze heeft het al bijzonder druk en is (mede daardoor) gelimiteerd. Het is de taak van de regionale bonden om in eerste instantie deze wensen te inventariseren, en daarna ook om deze te beoordelen en DAARNA PAS door te communiceren aan de KNSB. Het is de taak van de verenigingen om wensen en ideeen aan te kaarten bij de regionale bond. Het is de taak van individuele leden om wensen en ideeen te communiceren aan hun verenigingen/regionale bond. Sla dus niet met uw stok op de KNSB, zij werkt voor, en namens (!) de regionale bonden.
3. Dat gezegd hebbende, is er nog iets wat rechtgezet dient te worden in het bovenstaande artikel. Er is door een aantal bonden al veel eerder gevraagd een reserve aan te leggen en minder afhankelijk te worden van KNSB subsidies. (zie notulen bondsraadsvergaderingen).
4. Wat er dus moet gebeuren is dat er een afweging gemaakt moet worden tussen het staken van activiteiten enerzijds, en het verhogen van contributies en subsidies anderzijds. Gezien subsidies tegenwoorden lastig te verkrijgen zijn, zal de focus vooral moeten liggen op de beinvloedbare factoren contributies en uitgaven aan activiteiten.
5. Zoals ik al eerder zei is er bij gebrek aan bezuinigingen een contributieverhoging van ca 12 euro per verenigingslid nodig. Indien het echter lukt om tot overeenstemming te komen over bezuinigingen door de bondsraad, is het mogelijk dit bedrag te verlagen. Het is hierbij denk ik belangrijk geen enkele activiteit vooraf als onbespreekbaar te bestempelen.
6. Naast bezuinigingen is een reorganisatie waarschijnlijk ook een mogelijkheid om efficienter of goedkoper te functioneren. Het lijkt mij hiervoor nuttig dat de KNSB openbaar maakt wat voor taken zij uitvoert, waarna de bondsraad (welliswaar ietwat schaamteloos) kan kijken of er taken geschrapt of overgedragen kunnen worden.
7. Tot slot zou ik willen eindigen met het werkelijke probleem waarmee de schaakwereld de laatste jaren te maken heeft. Het gebrek aan vrijwilligers die bereid zijn enkele uren per week les te geven op scholen, of vrijwilligers die bereid zijn een of meerdere toernooien willen helpen opzetten. Het hoeft niet veel te zijn, Borden opzetten/opruimen of bardienst draaien op een toernooi kan al voldoende zijn!
Kortom, als je ideeën hebt, communiceer dit naar je vereniging of regionale bond en stel je een of meerdere keren per jaar beschikbaar als vrijwillger! beiden worden gewaardeerd en zijn hard nodig!
Jan-Pieter de Vries
secretaris HSB, Bondraads-afgevaardigde, Schaker.
Ik ben het graag met je eens, dat het heel moeilijk is voorstellen uit schakers te trekken. En je opmerking over vrijwilligers is terecht.
Ik denk dat je aanpak om het nodige van de KNSB te verwachten weinig oplevert. Ze hebben het al druk genoeg met het uitvoeren van de bestaande jaarplannen vastgesteld door de Bondsraad. De ideeën moeten niet van het piepkleine bondsbureau komen, maar van de verenigingen zelf. Het gaat er om wat daar leeft. Wat zijn de wensen, verlangens, de knelpunten die er zijn en hoe die aan te pakken? Om maar twee zware thema’s te noemen: de jeugd en vrijwilligers.
Ik vind je aanpak via vereniging – regionale bond niet meer van deze tijd. In een moderne tijd zijn er veel meer mogelijkheden. Dit zie je al sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw buiten de schaakwereld. Het stikt in de kranten en op forums van voorstellen wat Den Haag, een provincie bestuur of een gemeente bestuur zou moeten doen. Die vertegenwoordigers pikken op wat in de media wordt genoemd. Dit vinden we heel normaal, sterker nog, we willen gebruik maken van nog meer mogelijkheden van beïnvloeding. Den Haag moet veel meer naar ons luisteren. Moet je es nagaan wat er gebeurt als een Kamerlid, een lid van de gemeenteraad oproept om geen aandachtspunten op een site te vermelden of te verzamelen, maar om de voorstellen bij hem in te leveren. Dat hij vervolgens die in zijn fractie gaat beoordelen om het eventueel daarna openbaar te maken door het aan de orde te stellen in de Tweede Kamer, een gemeenteraad etc.
Echter, als het gaat om schaken, blijven we denken in een verouderde structuur. Het gevolg is dat de besluitvorming sterk met gevestigde belangen rekening houdt. De vertegenwoordigers filteren namelijk de belangen.
Kennelijk is het een bedreiging wanneer schakers en vrijwilligers buiten hun vertegenwoordigers om een aandachtslijstje openbaar maken. Want, dat zou een verschuiving van bestaande belangen kunnen inhouden.
Als ik het goed begrijp is het jou plan om een forum te hebben (zoals deze site??), waarop iedereen (hier na aanmelding) kan discussieren en meedenken aan oplossingen.
Je hebt helemaal gelijk dat het wiel niet opnieuw uitgevonden hoeft te worden; deze site bestaat al. De reacties blijven jammerlijk beperkt tot 3 man die elkaar deels gelijk geven en deels elkaar tegen spreken. Als de KNSB aan de hand van fora moet gaan handelen zou, bij gebrek aan andere fora, de richting van de KNSB bepaald worden door deze 3 mensen. Dit lijkt mij geen goede ontwikkeling, ook al is hij nog zo modern.
Een bezwaar zou kunnen zijn dat deze site verlangt dat je je eerst aanmeld en wacht op een verificatie alvorens je kunt inloggen en reageren. Dit belemmerd anonomiteit (welke (mij onbekende) voordelen dat ook moge brengen) en stelt een drempel aan het reageren. Nadeel: minder reacties. Voordeel: veel minder spam (inhoudsloze of vervelende berichten), beter doordachte antwoorden en een mogelijkheid om toelichting te vragen aan de poster indien een idee interesse wekt.
Desalniettemin zijn er dus al mogelijkheden voor schakers om hun mening te uiten en ideeen voort te brengen. Ik weet dan ook niet waar het vandaan komt dat dit als bedreiging gezien zou worden en wie er preekt dat dit een bedreiging is.
Kortom, de mogelijkheden zijn er, de uitwerking blijft uit. Nieuwe structuren lossen dit niet op maar zorgen slechts voor onduidelijkheid onder hen die op dit moment wel de weg weten te vinden.
We hebben het hier over een contriutie verhoging van maar liefst twaalf euro per jaar, dwz zo’n 30 cent per clubavond: who cares?
Als de vrees is dat het aantal leden daardoor daalt, dient m.i. bezuinigd te worden op topschaak en talentontwikkeling, omdat bezuinigingen op competitie en breedteschaak voor iemand die geen 12 euro per jaar extra voor zijn sport overheeft niet acceptabel zullen zijn.
Jan-Pieter,
De titel van dit artikel luidt: ‘KNSB Quo vadis? Loopt de KNSB zelf mat?’ Het artikel bevat een analyse met aan het slot een oproep om te reageren. Dat heb ik dus gedaan. En ik hoop dat meer mensen dat willen doen. Niet geprobeerd, niet geraakt.
Uit gesprekken die heb gevoerd met mensen die actief zijn in de schaakwereld, geloof ik niet meer in de bestaande structuur van vertegenwoordigers van regionale bonden in de Bondsraad. Het gaat over een schaakbond met ruim 18.000 schakers, met een loodzware vertegenwoordiging van een Bondsraad van 60 personen.
Het lijken wel Griekse toestanden (10 miljoen inwoners met 60 ministers). In ons land met bijna 17 miljoen inwoners hebben we 150 Kamerleden.
De structuur van de schaakwereld dateert nog van twee eeuwen geleden; dat is niet meer van deze tijd. Heel veel vertegenwoordigers in de Bondsraad kunnen beter hun opvattingen publiceren op de site. Dat is niet alleen goedkoper, maar men bereikt meer schakers. Het is veel nuttiger. Het effect is dat men meer betrokkenheid krijgt van schakers. En komen er vanzelf meer reacties. Je moet ergens beginnen.
"De structuur van de schaakwereld dateert nog van twee eeuwen geleden".
Waar doel je op? Het vervolg van die alinea betoogd dat bondsraadleden hun mening op internet moeten verkondigen. Ik vind dat prima, maar dat heeft niks (of in ieder geval weinig) met de structuur van de schaakwereld te maken.
Doel je op de structuur vereniging-onderbond-knsb?
Doel je op het instituut bondsraad?
Doel je op de verenigingsclubavond als hoeksteen van de schaakwereld?
Of zelfs iets heel anders?
Ik lees namelijk vaak dat de structuur ouderwets is, maar begrijp er weinig van wat er bedoelt wordt. Het is mij niet duidelijk wat het met deze discussie van doen heeft, dus vandaar dat hij mij handig lijkt dit helder te stellen.
Als het gaat om onderbonden: Wat mij betreft is er best wat aan te merken op de structuur met onderbonden, maar je moet je wel realiseren dat het opheffen daarvan op dit moment meer kapot lijkt te kunnen maken, in termen van vrijwilligers die dan niet meer beschikbaar zijn.
Als het gaat om de bondsraad: die zou best gemoderniseerd kunnen worden vermoed ik, maar kan je zonder? Lijkt me niet.
Als het gaat om de verenigings met clubavond: wat wil je dan?
Zie ook de reactie van Jan Sijbesma en het commentaar van Jan Willem Duijzer.
Ik ben het met Martin eens. De term "moderniseren" wordt ononderbouwd gebruikt, zonder dat ook maar duidelijk is waar deze eigenlijk op slaat.
Het is prima als je het niet eens bent met de huidige structuur binnen de KNSB, maar geef dan op zijn minst precies aan WAT er niet goed is, WAAR dit aan te weiten valt, en het liefst ook nog HOE dit opgelost kan worden. Algemene marketing-termen als moderniseren lijken mij weinig toe te voegen aan de discussie.
Dat wil niet zeggen dat ik vind dat er geen problemen zijn, zeker niet. Het is buitengewoon lastig om mensen gemotiveerd te krijgen voor vrijwilligerswerk, bestuursposities, of om uberhaubt maar de moeite te laten nemen hun klachten of ideeen op papier te laten zetten en te mailen aan de regionale bond.
Ik ga er van uit dat deze discussie moet leiden tot mogelijke oplossingen. Er zijn al te veel kanker-forums waarin alleen maar afgekraakt wordt.
Zo kan de discussie gaan over: Bij welke contributiebedrag kunnen we een aktieve schaakbond krijgen die aktiviteiten kan organiseren die aantrekkelijk zijn voor Nederlanders. Ik spreek hier expres niet over leden. Als we de helft van de leden verliezen maar er dubbel zoveel voor terug krijgen dan is dat voor het schaken goed.
Ik heb er géén onderzoek naar gedaan, maar ik constateer wel dat dure bonden (golf, tennis) steeds meer leden krijgen, terwijl de goedkope schaakbond bijna geen leden aantrekt. Dat we leden verliezen is niet het probleem, maar dat we te weinig nieuwe leden aantrekken.
Men klaagt over de contributie, maar kijk eens wat je betaalt om mee te doen aan een toernooi? Waarom betaalt men dat wel?
Scholencompetities geven aan dat er wel degelijk belangstelling is. Maar ook voor georganiseerde verenigingen? Moeten we het zoeken in andere vormen en zoja welke?
En de structuur, die is voor de meeste (mogelijke) leden totaal oninteressant. Die kijken alleen naar wat ze krijgen en kunnen doen. Elke structuur heeft zijn voor- en nadelen en een vergelijking tussen sportbonden geeft daarover geen eensluidend oordeel.
Nog één opmerking tot slot. Veel bestuurders en vrijwilligers zijn zelf ook schaker. Dat is soms goed, maar lastig als je alternatieven moet beoordelen. Je kijkt vaak niet als bestuurder, maar als schaker/lid naar deze alternatieven. Dus een oproep om voorstellen niet af te kraken, maar fris te bekijken vanuit het standpunt van de mogelijke leden en niet vanuit de huidige leden.
Jan,
Ik ben het eens met de vragen die je stelt, en dat er vraag is om verandering. Daarnaast kaart je ook aan dat het goed voor het schaken zou zijn als we met een gehalveerd ledenbestand dubbele opbrengsten boeken.
Persoonlijk ben ik het niet eens met dat laatste standpunt, maar het geeft wel aan dat we ons misschien ook eens af moeten vragen wat we precies willen van en met het schaken. Op welke acitivitaiten zitten we echt te wachten, en hoe moet dit gecoördineerd worden?
Wat de contributiehoogte betreft: Het probleem (bij de meesten), is dat men zich vaak afvraagt wat er voor baten tegenover de kosten staan? oftewel: Wat krijg ik voor mijn betaalde contributie? (Ook al is de contributie in vergelijking met andere sporten niet noemenswaardig hoog.) Vooral de leden die alleen naar hun clubavond komen lijken met deze vraag te zitten.
Kortom, het zou goed zijn, zoals Jan en alleman al voorstelden, om met een open en frisse blik naar alles te kijken.