De trein in het weiland (7)

De trein in het weiland (7)

Samenvatting

Hierna geef ik een samenvatting van de afgelopen artikelen.

Overzicht van aantekeningen

  1. De schaker bestaat niet
  2. De trein in het weiland
  3. Het wettelijke kader
  4. Wat een competitieleider mag, mag een scheidsrechter niet?
  5. Beantwoording van de mogelijkheden
  6. Sportiviteit
  7. Minder dan 60 minuten te laat (1)
  8. Minder dan 60 minuten te laat (2)
  9. Minder dan 60 minuten te laat (3)
  10. Overzicht van eerdere artikelen

1. De schaker bestaat niet

Er zijn momenteel 18.500 schakers die via hun regionale bond lid zijn van de KNSB. Er doen 1.260 schakers, excl. invallers, mee aan de KNSB-competitie. Voor hen gelden de regels van het KNSB-competitiereglement. Deze groep vormt letterlijk de top 10 van de schakers. Het zijn schakers die dagelijks of wekelijks aan schaakstudie doen. Zij hebben andere waarden en normen dan de overige 90%. Die laatste groep schaakt meer voor het plezier, om bijvoorbeeld gedurende een avond (of een zaterdagmiddag) los te komen van de dagelijkse beslommeringen. Wel met het doel om serieus te schaken: willen winnen maar op sportieve wijze.

Zo gaat het ook met het te laat komen. Er is een groot verschil tussen een schaker in de meesterklasse, en die in de derde klasse van de KNSB, en al helemaal met die in de laagste klassen van een regionale competitie. Er is eerder sprake van een glijdende schaal. Voor een schaker in de meesterklasse zijn de belangen aanzienlijk groter dan die van schakers in andere klassen. Welnu, dan mag men ook zwaardere eisen stellen aan het op tijd komen. Hoe groter de belangen hoe meer men van de betrokkene mag verlangen rekening houden met onvoorzien oponthoud tijdens het reizen.

De schaker bestaat dus niet.

Mijn afgelopen zes artikelen gingen over gevallen van aanzienlijk te laat komen. De volgende reactie is illustratief.

Lucas. Mijn vuistregel is: verdubbel de normaal benodigde reistijd om te bepalen hoe laat je van huis moet vertrekken. Als de reis naar Groningen normaal twee uur duurt, dan vertrek je vier uur van te voren. Ik schaak veertig jaar in alle delen van het land en ben nog nooit te laat gekomen. Meestal veel te vroeg natuurlijk, maar dat is niet erg. Het is prettig om voor een wedstrijd nog even tot rust te komen.

Volgens mij is dit een reactie van een schaker die speelt in de hoogste klassen van de KNSB. En zijn handelwijze lijkt me terecht. Echter, het wordt al anders bij spelers in de derde klasse van de KNSB, etc. Van hen mag men niet verwachten de norm van Lucas ook toe te passen. Doet men dat wel, kon het moeilijk worden schakers bereid te vinden aan die competitie deel te nemen.

2. De trein in het weiland

Winter 2010. Een trein met 600 passagiers staat in een weiland tussen Zaandam en Purmerend urenlang stil wegens stroomuitval. De verwarming doet het niet meer, en het gevaar is dat mensen onderkoeld kunnen raken.

In deze trein zitten ook een of meer schakers die op weg zijn naar een wedstrijd in de KNSB-competitie. Nu zijn er de volgende mogelijkheden:

a. enkele spelers komen minder dan 60 minuten te laat

b. enkele spelers komen meer dan 60 minuten te laat

c. enkele spelers komen aan als de wedstrijd al is afgelopen

d. het te laat komen van de helft plus één van een team

e. het te laat komen van de inhaalwedstrijd van een team

3. Het wettelijke kader

Een schaker heeft niet het recht te laat te komen, hij heeft de plicht op tijd te komen. Maar er kunnen omstandigheden zijn dat een schaker te laat komt. Hoe dan te handelen?

Het stramien voor het antwoord is:

1. Wat bepalen de FIDE-regels?

2. Wat regelt het KNSB-competitiereglement?

3. Bestaat er een vangnetconstructie, een hardheidsclausule?

Ad 1 De FIDE-regels

Artikel 6.6a van de FIDE-regels bevat de zgn. zero tolerance regel en luidt:

‘Een speler verliest de partij als hij na het begin van de zitting voor het eerst aan het schaakbord verschijnt. Dat houdt in dat men niet te laat mag komen. In het toernooireglement mag dit anders omschreven worden.’

De FIDE-regels zijn draconisch hard. Een speler die bijvoorbeeld een halve minuut te laat verschijnt, heeft dwingend rechtelijk zijn partij verloren. Een hardheidsclausule is er niet.

Ad 2 Het competitiereglement

Indien een (regionale) bond of een vereniging geen afwijkende regeling heeft gemaakt in het reglement geldt de zero tolerance regel. Vandaar dat moet worden gelet wat in het competitie- of toernooireglement is geregeld. Nu bestaan er twee systemen van afwijkingen in competitiereglementen.

In het eerste systeem is de scheidsrechter dwingend rechtelijk verplicht de nul toe te kennen zodra een bepaald tijdstip (vijftien, dertig minuten of een uur na het beginsignaal) is verstreken. Indien een speler later dan het vastgestelde tijdstip verschijnt wordt geen rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden waarom de speler te laat is. De KNSB en de RSB hebben voor dit systeem gekozen.

In het tweede systeem bezit de scheidsrechter de bevoegdheid een hardheidsclausule toe te passen nadat de extra tijd om te laat te mogen komen, is verstreken. De HSB heeft voor dit systeem gekozen. Het gevolg is dat in dit systeem een scheidsrechter wel rekening kan houden met onvoorziene omstandigheden, dus met de reden van te laat komen. Bepalend kan bijvoorbeeld zijn het feit dat de telaatkomer tijdig heeft laten weten waarom hij is zich verlaat.

Uiteindelijk is het een politieke beslissing voor welk systeem een (regionale) bond kiest.

Ad 3. Een vangnetconstructie, de hardheidsclausule

De FIDE-regels bevatten geen hardheidsclausule. Een halve minuut te laat staat gelijk aan verlies van de partij.

Ook het KNSB-competitiereglement bevat geen hardheidsclausule. De Bondsraad heeft de scheidsrechter de bevoegdheid ontnomen rekening te houden met de onvoorziene omstandigheden waarom een speler meer dan 60 minuten na het aanvangstijdstip te laat is.

Een regionale bond als de HSB bevat wel een hardheidsclausule. Daar heeft de scheidsrechter wel de discretionaire bevoegdheid een partij te laten doorgaan ook al verschijnt de speler later dan 60 minuten na het aanvangstijdstip aan het bord. In die bond kan een scheidsrechter dus wel rekening houden met onvoorziene omstandigheden waarmee een speler te maken heeft gehad.

4. Wat een competitieleider mag, mag een scheidsrechter niet?

Als de scheidsrechter niet bevoegd is een hardheidsclausule toe te passen, rijst de vraag of een competitieleider die bevoegdheid wel bezit. Op grond van het potjeslatijn ‘Quod licet Iovi, non licet bovi’ beantwoordt iemand die vraag bevestigend. De vertaling van die spreuk houdt in dat wat een bekende Nederlander mag, mag het gewone volk niet. Of, om het in schaaktermen te zeggen: wat een competitieleider mag, mag een scheidsrechter niet.

Het is de gedachtegang van vele jaren geleden, waarin de elite onder dat motto voorrechten uitoefenden. Ze parkeerden bijvoorbeeld hun auto op plaatsen waar dat verboden was zonder daarvoor een bekeuring te krijgen (‘Daar staat namelijk de auto van de burgemeester, de wethouder, de dokter, de rechter, de notaris.’). Uiteraard is die mentaliteit veranderd. In een rechtsstaat moet iedereen zich aan de regels houden. Ook een competitieleider.

Indien het KNSB-competitiereglement geen bijzondere regel kent waarin staat dat een competitieleider een hardheidsclausule mag toepassen bij te laat komen, heeft hij die bevoegdheid niet. Hij mag ook niet doen alsof hij die wel heeft. Het vervolgens inroepen van potjeslatijn helpt niet.

Het zou ook vreemd zijn dat een competitieleider op dit terrein meer bevoegdheden bezit dan een scheidsrechter die aan het front staat. Juist de scheidsrechter kan de situatie het beste overzien, aanvoelen. Indien de regelgever de scheidsrechter een duidelijk instrument in handen geeft (na 60 minuten valt de valbijl) kan een competitieleider niet zijn hand over het hart strijken. Als de regelgever dat anders wil, moet zij dat expliciet regelen. Dat kan door een hardheidsclausule te formuleren bij te laat komen. Uit reacties op mijn eerdere stukken blijkt dat er mensen zijn die dat willen. Zij kunnen daartoe een verzoek indienen bij de Bondsraad.

Als men de regel ruimer wil, kan men de artikelen 23, vierde lid, en 29.1 van het KNSB-competitiereglement wijzigen in bijvoorbeeld dat van artikel 22 onder a van het HSB-competitiereglement (bij de herziening van het HSB-reglement in 2009 is daarover nagedacht weet ik uit eigen wetenschap). Dat nu is politiek.

De huidige beslissingen van de competitieleider en de commissie van beroep hebben tot gevolg dat er alleen maar sprake is van nodeloze werklast, en onkosten voor de KNSB (vergoeding reiskosten en vacatiegelden voor leden van de commissie).

5. Beantwoording van de mogelijkheden

In deze trein zitten ook een of meer schakers die op weg zijn naar een wedstrijd in de KNSB-competitie.

Beantwoording van de vijf mogelijkheden van te laat komen.

Ad a. Enkele spelers komen minder dan 60 minuten te laat

Dat is geregeld in de artikelen 23, vierde lid, en 29.1 van het KNSB-competitiereglement. Spelers horen op tijd te komen, maar als zij te maken krijgen met onvoorziene omstandigheden mogen zij maximaal 60 minuten te laat komen. Met minder bedenktijd dan de gastheer spelen de gasten de partij.

Ad b. Enkele spelers komen meer dan 60 minuten te laat

Ook dat is geregeld in de artikelen 23, vierde lid, en 29.1 van het KNSB-competitiereglement. Spelers horen op tijd te komen. De onvoorziene omstandigheden mogen maximaal 60 minuten duren. Een scheidsrechter mag geen rekening houden met een onvoorzien oponthoud dat langer duurt dan 60 minuten. Daarna valt dwingend rechtelijk de valbijl.

Ad c. Enkele spelers arriveren als de wedstrijd al is afgelopen

In feite hetzelfde geval als ad b. De partij is al voor de telaatkomer verloren nadat 60 minuten zijn verstreken. Daar valt niets meer aan te doen. Ook niet als de speler arriveert als de wedstrijd al is afgelopen.

Ad d. Het te laat komen van de helft plus één van een team

Dat is geregeld in artikel 29.3 van het KNSB-competitiereglement. Eerst moet de competitieleider kennis nemen van de omstandigheden waarom de helft plus één van een team niet is gekomen.

Daarna legt hij eventueel een straf op die bestaat uit:

a. het in mindering brengen van twee matchpunten of

b. het opleggen van een boete

c. een combinatie van a en b.

d. geheel of gedeeltelijke vergoeding van de kosten van zaalhuur en arbiter en/of eventuele reiskosten van het wel verschenen team

Indien de competitieleider geen straf wil opleggen is het criterium daarvoor: ‘de omstandigheden die hebben geleid tot het niet komen opdagen van het team.’ Het is een open norm, de competitieleider heeft een eigen, vrije bevoegdheid die in te vullen.

Mijn mening is dat voor dat criterium niet bepalend is de vraag of sprake is van overmacht (zie deel 2 van mijn artikel over te laat komen).

Ad e. Het te laat komen van de inhaalwedstrijd van een team

Indien een team ook voor de tweede keer – dus bij de inhaalwedstrijd – niet komt opdagen, geldt artikel 29.4 van het KNSB-competitiereglement.

De competitieleider is dwingend rechtelijk verplicht de volgende straf op te leggen:

– uitsluiting van wedstrijden voor de duur van de lopende en de volgende competitie, tenzij het team kan aantonen dat sprake is overmacht

In het geval van de trein die in het weiland urenlang bleef, is op grond van het huidige beleid van de competitieleider dus bepalend de vraag of het team tijdig is vertrokken. Als bijvoorbeeld de norm van Lucas geldt en indien het team zich daaraan niet heeft gehouden, wordt het team voor twee jaar uitgesloten van deelname aan de competitie (zie deel 2 van mijn artikel over te laat komen).

6. Sportiviteit

De FIDE-regels, het KNSB-competitiereglement, in feite ook de regionale competitiereglementen, en alle andere sportreglementen gaan uit van risico-aansprakelijkheid. Het te laat komen van een speler komt geheel voor diens rekening en risico. Bij andere sporten is dat ook wel begrijpelijk, omdat een team slechts voor specifieke tijden het veld mag gebruiken (huren). Ook al zou de gastheer willen wachten, hij kan dat niet doen, omdat na een bepaald tijdstip een ander team het veld gebruikt.

Een kenmerk van overmacht is dat de betrokkene het niet kan helpen dat hij niet kan komen of dat hij is verlaat. Indien men overmacht erkent, is het niet redelijk de betrokkene alleen met de brokken te laten zitten.

Bij schaken zijn in ieder geval bij de regionale competitie meer mogelijkheden. Indien een gast tijdig heeft laten weten te zijn verlaat en daarvoor een goede reden geeft, pleit ik voor het tonen van sportiviteit van de gastheer. Hij wacht met het indrukken van de klok, of werkt mee aan het inhalen van de wedstrijd op een andere avond (middag).

De vraag rijst of het sportief is van de gastheer om in bijzondere omstandigheden af te wijken van de regels. Ja, dat is nu eenmaal een kenmerk van sportiviteit. Maar er moet rekening mee worden gehouden dat sommige gastheren hun recht zullen opeisen. Dat zijn vooral diegenen die in het verleden akelige ervaringen hebben opgedaan met de regels. Vandaar dat het nog wel eens een illusie kon zijn te menen dat sport sportiviteit bijbrengt. Zo ontstaat een vicieuze cirkel.

7. Minder dan 60 minuten te laat (1)

Beslissing van de competitieleider KNSB

Klasse 3D 2004-2005

9 oktober 2004

De teamleider van HWP Zaanstad voert het volgende aan: speelzaal is onder het opgegeven telefoonnummer niet te bereiken; vooral lastig na aanvang van de wedstrijd als de teamleiders hun eventuele mobieltjes uitgeschakeld moeten hebben. Derhalve kon de betreffende speler niet op tijd de juiste routebeschrijving ontvangen.

Omtrent dit protest overweeg ik het volgende. Een teamleider behoort niet op de dag van de wedstrijd een routebeschrijving aan zijn spelers te verstrekken, maar hij behoort dit al eerder te doen. Als een teamleider dat niet gedaan heeft, komt een eventuele vertraging voor rekening van de speler. Daarom wijs ik het protest af.

8. Minder dan 60 minuten te laat (2)

Beslissing van de competitieleider KNSB

Klasse 3A 2006-2007

11 november 2006

ENO heeft op 3 punten geprotesteerd in de wedstrijd Unitas 3 – ENO van 11 november 2006.

Punt 1: de beslissing om bord 6 met 10 minuten minder voor de ENO-speelster te laten beginnen.

(…)

Punt 1:

De ENO-speelster was 20 minuten te laat en haar klok stond 10 minuten aan, ze had zwart en heeft geen zet gedaan.

Het argument dat de teamleider van Unitas 3 niet gebeld heeft en het argument van overmacht wegens treinvertraging, vind ik geen goede redenen. Dat haar klok doorgelopen heeft tijdens het protesteren, is volgens de wedstrijdleider gecorrigeerd en die 10 minuten minder komt ook overeen met het te laat komen van bijna alle ENO-spelers.

Dit protest wijs ik derhalve af.

9. Minder dan 60 minuten te laat (3)

Beslissing van de competitieleider KNSB

Klasse 1A 2010-2011

20 juni 2011

BSG heeft bezwaar aangetekend tegen de uitslag van twee partijen. Het betreft een protest over de partij aan het derde bord tussen een speler van De Wijker Toren en een speler van BSG en over de partij aan het achtste bord tussen een speler van De Wijker Toren en een speler van BSG. Beide partijen zijn te Purmerend gespeeld op 14 mei 2011 tijdens de gezamenlijke slotronde van de eerste klasse A.

Ik heb kennis genomen van:

– Het bezwaar van de teamleider van BSG.

– Een verklaring van een van de aangestelde onafhankelijke arbiters van die middag.

De feiten:

De gezamenlijke slotronde in de eerste klasse A wordt georganiseerd door schaakvereniging Ricoh SC Purmerend. Ricoh SC Purmerend heeft de betrokkenen gevraagd ruim op tijd aanwezig te zijn. D.w.z. vóór 12.30 uur.

Op autosnelweg A7 gebeurde tussen de aansluiting op de A8 en de afrit Purmerend een ernstig ongeluk. Vanwege de verkeersproblemen kwamen veel spelers te laat in de speelzaal. Onder hen ook de speler op het derde bord van BSG en de speler op het achtste bord van BSG, die rijdend in een auto vanuit Amsterdam in de file geraken vanwege dat ongeluk.

Door de arbiter is besloten iets later dan het vastgestelde tijdstip van 13.00 uur te beginnen met de wedstrijden. Daarnaast is er een extra marge gelegd op het te laat komen, iedere speler die tot 14.15 binnen kwam mocht nog meespelen.

Veel spelers begonnen met tijdsachterstand aan hun duel. Twee van deze spelers, de speler op het derde bord van BSG en de speler op het achtste bord van BSG, vonden deze tijdsachterstand niet billijk en gaven de arbiter aan onder protest te spelen. De speler op het derde bord van BSG speelde remise en de speler op het achtste bord van BSG verloor.

Het verzoek van BSG:

BSG stelt vast dat haar twee spelers ruim op tijd zijn vertrokken (11.45 uur uit Amsterdam) en dat het te laat komen is veroorzaakt door een omstandigheid waartegen ze in redelijkheid geen voorzorgsmaatregelen konden nemen. Er is sprake van een hoge graad van overmacht. BSG vindt dat de partijen onder sportief gelijke voorwaarden hoorden te worden gespeeld.

Namens de speler op het achtste bord van BSG wordt verzocht de partij over te spelen zonder tijdsnadeel.

Namens de speler op het derde bord van BSG wordt verzocht de partij te laten voor wat ze is, maar het resultaat niet te tellen voor de rating.

Overwegingen:

In het KNSB-competitiereglement wordt overmacht tweemaal genoemd:

– in artikel 11.2, betreffende de opstelling

– in artikel 29.4, betreffende een opnieuw vastgestelde wedstrijd i.v.m. eerder niet volledig opgekomen teams.

Verder komt overmacht binnen het reglement niet voor. Dat betekent dat ik conform artikel 2.1 een uitspraak moet doen op het gebied van onvoorziene gevallen.

In Nederland zijn vertragingen als gevolg van verkeersongevallen aan de orde van de dag. Ricoh SC Purmerend had gevraagd om voor 12.30 uur aanwezig te zijn. BSG stelt dat haar spelers bij geen oponthoud om 12.15 uur aanwezig konden zijn en dus op tijd. De spelers namen een marge van een kwartier t.o.v. het door Ricoh SC Purmerend gevraagde tijdstip. Zij waren dan ruim op tijd geweest t.o.v. het vastgestelde aanvangstijdstip.

De arbiter heeft de klokken gestart een kwartier na het vastgestelde aanvangstijdstip (13.00 uur) en heeft zodoende de spelers een kwartier marge gegeven.

De spelers hebben bij de arbiter kenbaar gemaakt onder protest te spelen. Dat beschouw ik als spelen met een voorwaarde. Namelijk wanneer het resultaat niet het beoogde resultaat is, dan is er nog het vangnet van het protest.

Maar wat als het resultaat is dat betrokkene de gespeelde partij wint, dient hij dan ook nog het protest in met het verzoek de partij onder gelijke omstandigheden te spelen? Ik kan het me niet voorstellen.

Het inzetten op twee kansen kan en wil ik niet toestaan.

BSG vraagt voor hetzelfde gebeuren twee verschillende oplossingen. De ene partij overspelen en de andere niet. Daar is men tevreden wanneer de partij niet voor de rating meetelt, mits de tegenstander daarmee akkoord is. Dat vind ik niet logisch. Men had voor beide spelers beter hetzelfde verzoek kunnen indienen. Voor dezelfde case kan ik niet tot verschillende uitspraken komen.

Besluit:

Het protest / verzoek van BSG wijs ik af.

De uitslag van de partijen en wedstrijd blijft ongewijzigd.

10. Overzicht van eerdere artikelen

– Enkele beroemde gevallen van te laat komen.

pijpersh.home.xs4all.nl/index.html?page=http://pijpersh.home.xs4all.nl/nl/schaakrecht/pdg/schaakrecht_pieter_106.html

– De totstandkoming van de zero tolerance regel

schaaksite.nl/de-tot-standkoming-van-de-zero-tolerance-regel

– De zero tolerance regel een vervolg

schaaksite.nl/de-zero-tolerance-regel-een-vervolg

– Meer dan 60 minuten te laat (1)

schaaksite.nl/meer-dan-60-minuten-te-laat-1

– Meer dan 60 minuten te laat (2)

schaaksite.nl/meer-dan-60-minuten-te-laat-2

– Meer dan 60 minuten te laat (3)

schaaksite.nl/meer-dan-60-minuten-te-laat-3

– Meer dan 60 minuten te laat (4)

schaaksite.nl/meer-dan-60-minuten-te-laat-4

– Minder dan 60 minuten te laat (5)

schaaksite.nl/minder-dan-60-minuten-te-laat-5

– Niet verschijnen aan het bord (6)

schaaksite.nl/plug.php?e=authorpages&userid=260

21 Reacties

  1. Avatar
    MartinG 06 maart 2012

    Wat een onzin allemaal weer. Het is uiterst normaal dat een competitieleider – immers verantwoordelijk voor de algehele voortgang van de competitie – meer bevoegdheden heeft dan de gedelegeerde scheidsrechter die toevallig aangesteld is voor 1 wedstrijd.

  2. Avatar
    MartinG 06 maart 2012

    Het is natuurlijk ook onzin dat de scheidsrechter ter plekke de situatie het beste kan overzien/aanvoelen. Hij heeft natuurlijk een zeker voordeel, doordat hij direct met mensen kan communiceren, maar daar staat tegenover dat hij minder gegevens bij de hand heeft dan de CL later in alle rust. Zo kon de CL recent nog een leugentje doorzien omtrent een treinongeluk, waar ik als arbiter waarschijnlijk geneigd zou zijn de overmacht voor waar aan te nemen.

    Verder kan de CL alle wedstrijden overzien, in plaats van te oordelen over 1 losse wedstrijd. Dat is ook zijn taak.

    Overigens staat er in (bijna) elk reglement een bepaling dat de CL dan wel arbiter bepaald in onvoorziene situaties, dus ik ben het eigenlijk ook niet met je eens dat de mogelijkheid niet geboden wordt. Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat de situatie voorzien is als te laat komen bestraft wordt, maar dat is een erg makkelijke interpretatie van het begrip ‘voorziene situatie’. En zelfs als dat correct zou zijn, dan nog staat het de arbiter vrij om in overleg tot een – voor alle partijen – acceptabele oplossing te komen. Misschien kan een onsportieve tegenstander op zijn strepen gaan staan, maar de arbiter heeft daarop een flinke invloed zou ik zeggen.

  3. Avatar
    Ludo Tolhuizen 06 maart 2012

    Pieter: Ik herhaal een eerdere vraag: nu we toch over het rgelement zeuren, mag een tegenstander volgens het reglement wel sportief zijn bij te laat komen?

    Overigens zou je er goed aan doen om bij het schrijven van een stuk te denken aan het spreekwoord "in der Beschraenkung zeigt sich der Meister"

  4. Avatar
    Pieter de Groot 06 maart 2012

    Ludo Tolhuizen, ik adviseer je mijn artikelen niet te lezen. Beantwoord je vraag zelf maar. Ik ben je loopjongetje niet.

  5. Avatar
    Pieter de Groot 06 maart 2012

    Martin Glimmerveen, wat gebruik je toch een grote woorden, ‘onzin allemaal weer’, ‘onzin’.

    Stel, de spelers hebben onvoorzien oponthoud met het openbaar vervoer en komen 59 minuten te laat. In de KNSB en de HSB beginnen zij aan hun partij met 59 minuten minder bedenktijd.

    Stel nu, dat de spelers in diezelfde omstandigheden 61 minuten te laat komen. In de HSB kan de scheidsrechter rekening houden met die onvoorziene omstandigheid (omdat bijvoorbeeld telefonisch het oponthoud was doorgegeven) en mogen de spelers aan hun partij beginnen met 61 minuten minder bedenktijd.

    Maar nu de KNSB.

  6. Avatar
    Pieter de Groot 06 maart 2012

    Daar is uitdrukkelijk – willens en wetens – afgeweken van de toenmalige FIDE-regels. De Bondsraad heeft de scheidsrechter een bevoegdheid ontnomen die een scheidsrechter in de HSB wel bezit. Met de ene hand neemt de Bondsraad die bevoegdheid weg, en denk je dan echt dat die raad met de andere hand die bevoegdheid geeft aan de competitieleider? Wat is dat voor een bespottelijke bureaucratie? Indien namelijk de betrokken scheidsrechter – als hij daartoe bevoegd was geweest – de partij wel had willen doorgaan, konden de spelers direct aan de slag gaan. Echter, in jouw visie bezit de competitieleider die bevoegdheid. Als hij de partij wil laten doorgaan moet een nieuwe datum worden gepland, extra reis- en zaalkosten, en als spelers worden betaald etc. etc. En hoe zit het met de bedenktijden, weet de competitieleider hoeveel in mindering moet worden gebracht? En hoe zit het met een zekere vervalsing van de wedstrijd, nu de andere spelers zijn uitgegaan van het reglementaire verlies? Geen wonder dat de competitieleider alle verzoeken met veel kunst en veel vliegwerk afwijst; en want wat hij gegrond verklaard is abracadabra; niemand weet hoe zijn beleid is.

    Nee, de algemene bevoegdheid van de competitieleider om rekening te houden met onvoorziene omstandigheden geldt voor alles maar niet voor het meer dan 60 minuten te laat komen. De Bondsraad heeft namelijk die bevoegdheid gedeleet. Lezen, Martin Glimmerveen, lezen. Ik heb niet geschreven wat jij schrijft in je eerste reactie.

  7. Avatar
    MartinG 07 maart 2012

    Je hebt wel degelijk geschreven dat volgens jou de CL niet meer bevoegdheden zou mogen hebben dan de scheidsrechter. Zelfs nog een verhaal over elite er bij.

    En misschien moet je eens bij je zelf te raden gaan. Je schrijft (en kopieert!) zulke lange verhalen dat de pointe compleet zoekraakt.

    Ik heb werkelijk geen idee wat nu je wil bepleiten!

    In ieder geval zie ik weer de volgende missers:

    1) "Niemand weet hoe zijn beleid is". De CL stelt altijd overduidelijk: iemand die te laat vertrekt kan geen beroep doen op overmacht. Hij toetst dus of er sprake is van overmacht én of de speler op tijd is vertrokken

    2) "Nee, de algemene bevoegdheid van de CL (…) die bevoegdheid gedeleet": Deze slogan staat er weer zonder enige onderbouwing. Op welke grond worden er dan telkens beroepen gedaan op overmacht? En serieus behandeld door de CL en CvB…. Insinueer je nou dat de CL (en met name de CvB) beroepen in behandeling nemen die helemaal niet mogelijk zijn?

  8. Avatar
    Paul-Peter Theulings 07 maart 2012

    Pieter,

    de bondsraad heeft wél bevoegdheden bij de arbiter weggenomen door reglementswijzigingen. Daarmee heeft de bondsraad níet de bevoegdheid van de CL weggenomen om Artikel 2.1 (onvoorziene gevallen) te gebruiken als een trein urenlang in een weiland stilstaat.

    Ik ben het dan ook niet met je eens als je vindt dat een arbiter een trein die urenlang in een weiland staat behandelt als een onvoorzien geval.

    In mijn optiek is een trein die urenlang in een weiland staat een glaszuiver onvoorzien geval. De CL doet zijn werk goed als hij dan Artikel 2.1 gebruikt.

  9. Avatar
    Paul-Peter Theulings 07 maart 2012

    Daar vergat ik even een zin af te maken

    Ik ben het dan ook niet met je eens als je vindt dat een arbiter die een trein die urenlang in een weiland staat behandelt als een onvoorzien geval het reglementsartikel 2.1 onterecht toepast.

  10. Avatar
    Pieter de Groot 07 maart 2012

    Ik doe het kort. Martin Glimmerveen, neem eerst de uitspraken nog maar es door, dan zie je de verschillen. Bovendien heb je mijn artikelen over te laat komen niet gelezen. Aantekening 5 ging over hardheidsclausule bij te laat komen. Ik heb het niet gehad over andere zaken. De laatste zin van je reactie is helemaal het bewijs dat je een luiwammes bent. Ik heb er zo wie zo een enorme hekel aan mensen die anoniem reageren, en zich dan bepaalde vrijpostigheden veroorloven door zinnen uit hun verband te halen. Ik reageer niet meer op je.

    Paul-Peter. Het zijn de eeuwenoude universele regels ‘Een nieuwe regel zet een oude opzij’ en ‘Een specifieke regel zet een algemene opzij’. De FIDE-regel gaf een royale ruime bepaling, namelijk dat een scheidsrechter ook na 60 minuten een partij kon laten doorgaan. Ik denk dat in het verleden een scheidsrechter eens zoiets heeft beslist. Vervolgens werd die zaak besproken in de Bondsraad. Dat was voor die raad aanleiding om de scheidsrechter die bevoegdheid te ontnemen. Dat mag in een democratie. Het komt veel voor in de Tweede Kamer. Ook een competitieleider en een commissie van beroep moeten de regels van de democratie respecteren. En voor de rest kan ik mij alleen maar herhalen. Laten we maar afwachten wat t.z.t. de competitieleider en de commissie van beroep zullen beslissen.

  11. Avatar
    Paul-Peter Theulings 07 maart 2012

    Pieter,

    welke regel welke opzij zet, daar heb je theoretisch gelijk in.

    Een specifieke regel zet een algemene regel opzij. Maar in dit geval blijkt in de praktijk dat de CL en de beroepscommissie de algemene regel soms laat prevaleren.

    Tot op heden is men daarop niet teruggefloten door de bondsraad.

    Het is aan de bondsraad om het reglement aan te passen, als men dat wil.

  12. Avatar
    MartinG 07 maart 2012

    Pieter, wat klets je toch allemaal uit je nek?

    Hoezo ben ik anoniem? Mijn naam staat er bij. OK, zonder achternaam, maar jij weet blijkbaar prima wie ik ben, dus wat is het probleem?

    En ik heb geen zinnen uit zijn verband gehaald. Hooguit is het verband verdronken in je stortvloed aan woorden. Je schrijft hier zowat een boek over, met ellenlange gekopieerde stukken. Ben je dan verbaasd als ik bij doorlezen hou? Ik heb ze wel degelijk gezien, in ieder geval.

    Het complete gebrek aan antwoord moet ik maar interpreteren als dat de vinger op de zere plek was. De kunst van je ongelijk erkennen is jou niet gegeven, immers.

  13. Avatar
    Pieter de Groot 08 maart 2012

    In de wereld van het recht is het een normale gang van zaken om over een onbekend en nieuw onderwerp een overzicht te geven van voorkomende gevallen, van verschillende opvattingen om vervolgens een eigen mening te geven. Om zo anderen in staat te stellen de redenering te verifiëren, en zich daar zo nodig tegen te kunnen afzetten.

    Ik houd in mijn stukjes niets achter. Ik stel me zo transparant en noem het desnoods kwetsbaar, op.

    Men kan het vergelijken met een boek over een bepaalde schaakvariant. Nu zijn er mensen die daarvoor geen belangstelling hebben. Ik bijvoorbeeld. Ik lees dergelijke boeken niet. Zo gaat het ook met juridische verhandelingen. Die worden alleen gelezen voor diegenen die belangstelling daarvoor hebben. Zij die dat niet hebben, slaan mijn artikelen maar over. Geeft niets. Even goede vrienden.

    Mijn mening is namelijk dat de kennis en het inzicht in de scheidsrechterlijke schaakwereld beroerd is. En dan kan ik dat wel roepen, maar dat doe ik niet. Ik wil een bijdrage leveren om het te verbeteren. Opdat anderen die wereld begrijpen en hen helpt vrijwilliger te zijn of te worden.

  14. Avatar
    Pieter de Groot 08 maart 2012

    Nu heb ik geen enkel bezwaar indien mijn stukjes reacties opleveren. Integendeel. En ik vind het ook niet erg als het woordgebruik van reacties minder zorgvuldig is, want zo gaat dat tegenwoordig. Met veel geduld wil ik graag uitleggen hoe de regel volgens mij in elkaar zit (want nergens kan men die uitleg vinden). Ik betreur het ook dat er zo weinig wordt gediscussieerd. Ik wou dat het veel meer gebeurde, en dat ook scheidsrechters daaraan deelnemen. Want dank zij een discussie kan men de diepere betekenis van een regel begrijpen. Als men dat niveau heeft bereikt kan iemand beter zijn werk doen.

    Zo heeft het ook geen zin dat een schaker openingsvarianten uit zijn hoofd leert, hij moet die begrijpen. Zo gaat het ook met regels: je moet ze niet uit je hoofd leren, je moet ze begrijpen. Dan kun je ze toepassen als er als bij een uitbarsting van een vulkaan, een geschil is. Dan is een scheidsrechter te laat als hij de regel niet begrijpt, en de kans op een foute beslissing is groot.

    Nu kost het schrijven van mijn stukjes mij veel kostbaar vrije tijd. Dat is mijn keuze. Echter, als onder mijn stukjes zulke vervelende reacties komen zoals die van Martin Glimmerveen (‘kletsen uit mijn nek’ en zijn slotzin), is dat een vervuiling van mijn stukjes. Het doet daaraan direct afbreuk.

    Kennelijk moet ik dit accepteren. En dan vraag ik mij af: ‘Voor wie schrijf ik?’ Hoeveel lezers zouden zo in de openbaarheid willen worden behandeld als het hen overkomt? Ergens is wel een grens.

  15. Avatar
    MartinG 08 maart 2012

    Tja, Pieter, je roept dit alles over jezelf af.

    Je zegt dat ik vervelende reacties schrijf, is misschien zo, maar dat doe je zelf net zo hard. Je gaat niet in op inhoudelijke vragen/bezwaren, maar doet ze af met een drogreden, bijvoorbeeld uit de categorie op de man spelen. Dat anonieme reacties zo vervelend zijn (wat ik dus niet ben, maar goed) bijvoorbeeld. Zie ook je reactie op Ludo Tolhuizen, die een zeer to-the-point vraag stelde.

    Je schrijf verder dat je niks achter houdt en dat je je kwetsbaar opstelt. je houdt inderdaad niks achter, was dat maar zo. Ik weet niks van de juridische praktijk, maar het lijkt mij normaler om een aantal linkjes te geven naar vergelijkbare gevallen en deze zelf in een paar regels samen te vatten, dus niet in een paar artikelen! Ik zou je aanwillen raden dit te doen.

    Dan het kwetsbaar opstellen: waar doe je dat? Ik kan me niet echt herinneren dat je ooit hebt aangegeven iets niet zeker te weten, of overtuigd te zijn door een tegen argument.

    Je hebt natuurlijk gelijk dat ik zelf kan kiezen of ik de stukjes wil lezen. Nou is het wel zo dat ik zelf arbiter ben, dus in principe kan het onderwerp interessant zijn. Zeker als jouw doel is om discussie te krijgen en de kennis onder de arbiters te verbeteren. Mijn stelling is: deze doelen bereik je met jou stukjes niet. Nogmaals: maak ze korter, benadruk het discussiepunt of ‘wijze les’ en geef de ‘jurisprudentie’ in links voor diegenen die verder willen lezen.

  16. Avatar
    MartinG 08 maart 2012

    Ik doe nog 1 poging om jouw doel tot discussie te bereiken:

    Inhoudelijk stel ik mijn belangrijkste vraag, waar Paul-Peter ook op ingegaan is, nogmaals: De situatie is nu dat de CL en CvB gebruik maken van de "onvoorziene gevallen"-regel om beroepen op overmacht al dan niet te honoreren. Jij stelt dat dit juridisch (ik vind dat een groot woord, maar het komt in de buurt) niet klopt. Ik kan er in komen dat een specifieke regel een algemene regel zou moeten overrulen, maar persoonlijk vind ik dat niet in dit geval. Zo gauw je kunt aantonen dat de situatie anders is dan in de specifieke regel omschreven (of bedoeld!) is is het een onvoorzien geval. In dit geval is er een discrepantie tussen te laat komen en door bijzondere omstandigheden opgehouden (waardoor het eindresultaat natuurlijk wel te laat komen is). Jouw standpunt zou m.i. betekenen dat jij denkt dat de Cl en met name de CvB ‘illegaal’ optreedt. Dat vind ik toch sterke woorden.

    Een andere opmerking van mij was dat ik geen idee heb wat nou je pointe is. Is dat het bovenstaande? Of is het dat de situatie nu te onduidelijk is en daardoor enigzins willekeurig/subjectief lijkt te zijn qua beslissingen? Met dat laatste wil ik het wel eens zijn. Het lijkt me lastig dit duidelijk(er) te omschrijven, maar misschien zou het wel goed zijn als de mogelijkheid tot beroep op overmacht expliciet beschreven wordt in het reglement, al dan niet met richtlijnen.

  17. Avatar
    MartinG 08 maart 2012

    Wat ik persoonlijk verder lastig vind is het volgende: stel je komt als (half) team 59 minuten te laat door overmacht. De arbiter en tegenstander komen niet met een onderlinge oplossing buiten het reglement om. Wat kun je dan doen?

    a) Niet spelen en een beroep doen op overmacht. Nu is het wat onduidelijk of de CL je verzoek gaat honoreren, dus je loopt dan een flink risico dat de CL sceptisch is en je verzoek afwijst. Je krijgt dan geloof ik 2 MP in mindering toch?

    b) De tijdsachterstand accepteren en een groot nadeel hebben. Waarschijnlijk verliezen.

    c) Onder protest verder spelen. Maar dit schijnt niet te kunnen, of was iig ooit door de CL afgewezen. Hier kan ik me goed in verplaatsen, maar zadelt de partij onder overmacht wel op met een keuze tussen twee kwaden. Als er een manier was om dit overzichtelijker te maken, dan zou dat goed zijn.

  18. Avatar
    Paul-Peter Theulings 08 maart 2012

    Wat zou ik doen als ik zelf in een pechtrein kom te zitten?

    Ik heb bijvoorbeeld een wedstrijd niet ver van Amsterdam,

    het is een half uur met de trein en nog 10 minuten lopen.

    Met 9292ov plan ik de reis, die ik elk kwartier kan doen.

    Ik plan dat ik 40 minuten voor aanvang van de wedstrijd bij de speelzaal ben.

    Als ik een half uur vertraging heb ben ik nog op tijd, en drie kwartier vertraging is ook nog geen probleem, je bent maar 5 minuten te laat.

    De trein blijft lang in een weiland stilstaan. In plaats van de geplande 12:20 als aankomsttijd kom ik om 13:50 bij de speelzaal. Anderhalf uur vertraging bij een treinrit die normaal gesproken een half uur duurt.

    Als men mij in dat geval met 50 minuten minder wil laten spelen zou ik weigeren te spelen, ik heb immers ruim voldoende rekening gehouden met vertraging.

    Spelen met 20 minuten minder zou ik een grensgeval vinden. In feite zegt die 20 minuten mindering, je moet bij een treinreis van een half uur rekening houden met een uur vertraging. Dat is wel fors. Maar aan de andere kant, het nadeel van moeten spelen met 20 minuten minder is nog wel te overzien. Op een bepaalde manier kan dat ook weer een voordeel zijn. Je tegenstander voelt zich misschien toch wat ongemakkelijk als hij voordeel krijgt als gevolg van reispech bij de tegenstander.

    Spelen onder protest vind ik geen optie. Dat riekt naar het gokken op twee kansen.

  19. Avatar
    MartinG 08 maart 2012

    Paul-Peter, nu heb je het over 1 persoon. Als 1 persoon zou weigeren te spelen is er nog geen man overboord. Zelf zou ik dat overigens niet doen, omdat ik daarmee mijn team zou benadelen. En 1 persoon met 50 minuten minder, is vervelend, maar nog wel te overzien. Vandaar dat ik het over een heel of half team heb, dus 1 of beide auto’s van een achttal. Vier borden met zoveel minder tijd is killing.

  20. Avatar
    Paul-Peter Theulings 08 maart 2012

    Martin, ik denk dat ik in deze situatie mijn partij uiteindelijk mag spelen met volle bedenktijd. Overigens zit ik meestal niet als enige speler in een trein.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.