Showing 15861 articles

In de schijnwerpers: Harold van der Heijden

“Eindspelstudies zijn kunst. Wat mij betreft, betekent het dat een studie een ‘ziel’ moet hebben. Een studie moet niet louter bestaan uit een ijskoud mechanisch pad dat naar winst of remise leidt, maar moet altijd een verrassing of iets bijzonders bevatten. Het moet ook vloeiend verlopen.” Eindspelcomponist Harold van der Heijden citeert John Keats “a thing of beauty is a joy forever”. Schoonheid en verrassing dat is waarom het draait in de wereld van de eindspelcomponisten. Het metier is al eeuwenoud. En gelukkig: springlevend!

In een interview dat ik over hem las, haalt hij een prachtig voorval aan. Harold was uitgenodigd voor een algemene bijeenkomst waarop hij de kans kreeg om eindspelcomposities te promoten. De bijeenkomst werd bezocht door talloze jonge talenten, sterke spelers en zelfs enkele grootmeesters. Hij liet ze de volgende stelling zien (u vindt de complete oplossing verderop in dit artikel):

Harold heeft deze stelling zelf bedacht. De schoonheid schuilt naar mijn smaak in de relatieve eenvoud van de stelling. Maar de oplossing is bepaald niet eenvoudig. Iedereen begon te puzzelen, maar het duurde wel eventjes voordat ze de oplossing vonden. Enkele slimmeriken zeiden:

“1. Kh1 moet de oplossing zijn omdat het de minst waarschijnlijke zet in de stelling is.”

Maar niemand kwam er aanvankelijk écht goed uit. Totdat Artur Yusupov langs kwam en er naar keek. Na een seconde of tien merkte hij droog op: “Kh1 en Dg2 mat”.  Daarop gaf Harold de grootmeester een andere opgave. Die kon hij niet kraken. Harolds conclusie: het oplossen van eindspelstudies is voor iedere schaker een prima bezigheid. Zelf voeg ik er aan toe: het is ook een prima training om studies op te lossen.

Vele talenten en functies

Harold vindt zichzelf geen begenadigd schaker. Zijn rating schommelt iets boven de 1900. Hij speelde jarenlang in het 2e team van HMC. En won maar liefst twee keer de schoonheidsprijs van de club. Zou dat dan toch te maken hebben met waarin hij uitblinkt? Dat deed hij trouwens bij het verdedigen van de zwarte kleuren.

Overigens kunnen we nog wel even verdergaan met het opsommen van zijn functies en activiteiten. Hij was bestuurslid (wedstrijdleider intern), lid van de technische commissie en hij verzorgde de automatisering van dezelfde vereniging. Tegenwoordig woont hij in Deventer en is Harold nog wel lid van HMC, maar niet meer actief. Daarnaast heeft hij ook nog diverse redactionele verplichtingen in de wereld van de componisten. En daar blijft het nog lang niet bij.

Lees meer >

KNSB-voorzitter De Jong-Muhren beantwoordt vragen van schaaksitelezers

Begin dit jaar kon u vragen insturen voor de nieuwe KNSB-voorzitter, Bianca de Jong-Muhren. Diverse schaaksitelezers hebben hier gebruik van gemaakt. Vanwege een nieuwe baan (als in, eentje waar ze geld mee verdient) liep het beantwoorden van de vragen wat vertraging op, maar ze heeft uitgebreid de tijd genomen om de vragen te beantwoorden. Wij willen haar hiervoor hartelijk bedanken. We publiceren de antwoorden in twee delen.

Allereerst een paar woorden van de voorzitter voor de lezers:

 

Beste allemaal,

Dank voor jullie vragen, en dank Dimitri voor de mogelijkheid om op deze manier in contact te treden met Schaaksite lezers. Ik heb gepoogd jullie vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. De ontwikkelingen volgen elkaar momenteel snel op, en ik kan me voorstellen dat jullie over een aantal maanden aanvullende of andere vragen hebben. Als er voldoende animo is, zullen we dit over een aantal maanden herhalen. Voor nu kijk ik uit naar jullie reacties!

Hartelijke groet,
Bianca de Jong-Muhren
Voorzitter Koninklijke Nederlandse Schaakbond

 

 

 

En dan nu de vragen en antwoorden. Ebe Reitsma wil weten: De vorige voorzitter heb ik nooit ontmoet, maar ik begreep dat zij met groot enthousiasme over jeugdschaak sprak en eigenlijk vond dat op elke basisschool schaakles gegeven zou moeten worden. Ik ben er nooit achter gekomen hoe zij dat voor elkaar dacht te krijgen. Zelf ben ik jeugdleider van een schaakclub in een gemeente met 8 basisscholen, maar ik heb nooit een bericht ontvangen met concrete plannen. Gaan die nu wel komen?

Marleen heeft inderdaad met een van de vier speerpunten uit het Meerjaren Beleidsplan 2018-2021 “Verankeren” een grote nadruk op jeugd- en schoolschaken gelegd. Dit was voor het eerst dat dit zo nadrukkelijk naar voren kwam, en er zijn de nodige stappen in de goede richting gezet. We gunnen het namelijk álle kinderen in de basisschoolleeftijd om de mogelijkheid te hebben om op een laagdrempelige manier kennis te maken met het prachtige schaakspel. Niet alleen is het een mooi spel, ook blijkt uit meerdere onderzoeken én de praktijk dat kinderen hele nuttige vaardigheden opdoen die ze gedurende hun schooltijd goed kunnen gebruiken. Prof. Dr. Erik Scherder legde recentelijk ook uit dat deze vaardigheden en connecties in het brein die kinderen op jonge leeftijd krijgen door het schaken, ze de rest van hun leven helpen, tot op hoge leeftijd! Ik heb het zelf altijd enorm waardevol gevonden om op jonge leeftijd al veel aan het schaken te zijn geweest, hier heb ik mijn hele leven tot nu toe veel profijt van gehad. Dit gun ik ook andere kinderen van harte! Voor het nieuwe Meerjaren Beleidsplan vanaf 2022 gaan we uitgebreid terugkomen op de manier waarop we dit willen gaan bereiken, dus in de loop van volgend jaar ga je daar als jeugdleider zeker wat van merken.

Lees meer >

schaakstukje

Bakoe

Waarom zijn Russen de beste schakers?

In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw waren er in Rusland vele zgn. arbeidersclubs waar men o.a. schaakte (er was zelfs een schaakmeubel voor ontworpen). Het onmetelijke land met zijn vele inwoners in combinatie met bovenstaande moet het antwoord op de vraag zijn. Er is echter nog een verklaring en die gaat als volgt: honderden jaren geleden leefde er in een klein dorpje in Rusland een schoenmaker.

Lees meer >

Vijf op een rij voor HWP Sas van Gent

Govert Pellikaan is uitgeroepen tot schaakvrijwilliger van het jaar. Van harte gefeliciteerd, Govert! Daar valt veel voor te zeggen, want nog steeds beleef ik, en velen met mij, enorm veel plezier aan de wekelijkse teambattles op lichess in deze duistere coronaschaaktijden. Bij HWP Sas van Gent zorgt het voor een verder stukje verbroedering met een steeds drukker bezochte Skypecall en met prestaties die wellicht tot de beste uit onze historie behoren.  Zondag wonnen we voor de vijfde keer op rij. Ik zou het iedere club van harte aanraden om nog in te stappen. Echt heel leuk!

Lees meer >

Hoe sterk waren de meesters uit de 19e eeuw?

Hoe zat het nu werkelijk met de speelsterkte van de grote namen uit het verleden? Denk daarbij aan Steinitz, Chigorin en vele anderen die een heldenstatus hebben gekregen. Waren ze écht zo goed? Of overdrijft men hun kracht een beetje? Willy Hendriks doet hierover een boekje open in zijn prachtige werk “On the Origin of Good Moves”. Dit is niet bedoeld als een recensie. Waar het me nu om gaat is een eerste indruk van de speelsterkte van deze heren. Eigenlijk vallen deze reuzen een beetje van hun voetstuk. We kennen natuurlijk allemaal de volgende stelling waarin Steinitz een prachtige combinatie op het bord toverde. Verder lezen…

Lees meer >

MuConsult Apeldoorn online Nederlands kampioen!

Chess.comHet 1e team van MuConsult Apeldoorn heeft zaterdag 27 februari met overmacht het eerste Nederlands kampioenschap online schaken voor clubteams gewonnen, en mag zich daarmee de eerste online clubkampioen van Nederland noemen. 

De KNSB online competitie is een nieuw format ter vervanging van de reguliere competitie, die werd stilgelegd vanwege de landelijke corona-maatregelen. De online competitie, die in december van start ging en waarbij veel sterke Meesterklasse-teams meedongen naar de titel,

Lees meer >

Schaakgeschiedenis in vogelvlucht 24: Garry Kasparov

 

 

Deze rubriek is gemaakt voor schaaksite.nl en is terug te vinden onder het kopje ‘Schaakhistorie’.

Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het mij gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin de schaakgeschiedenis voor het voetlicht wordt gebracht. In de vorige aflevering hebben we het gehad over Anatoly Karpov. In deze nieuwe aflevering zullen we het hebben over Garry Kasparov (Geboren in 1963).

 

 

Garry Kasparov met één van zijn grimassen (foto Jos Sutmuller)

In deze nieuwe aflevering spreken over het ‘wonderkind uit Baku’, Garry Kasparov. In 1984 werd hij de uitdager van wereldkampioen Karpov. Nadat deze turbulente WK-match in 1984 na bijna vier maanden met een voorsprong van 5-3 voor de titelhouder werd afgebroken, moesten de heren een jaar later op herhaling. Over de achtergronden van deze titelstrijd die door Campomanes, de voorzitter van de Fide, werd afgebroken is al veel gezegd en geschreven. Het komt er in het kort op neer dat de match ging om zes winstpartijen (zonder dat remises mee zouden tellen, precies zoals Fischer het had gewild!). Karpov kwam met 5-0 voor maar en leek op alle fronten de meerdere van zijn jonge uitdager. Die besloot toen om ‘Karpov als het ware tegen zichzelf te laten spelen’. Hij koos exact de openingsvarianten die zijn tegenstander tegen hem gebruikte en produceerde zo een hele lange reeks remises. Omdat hij duidelijk jonger en fysiek veel fitter was dan zijn rivaal, begonnen er scheurtjes in het spel van Karpov te komen. Dat vertaalde zich in drie nederlagen voor de regerende kampioen. Toen de tweekamp werd afgebroken, waren beide spelers woest. Karpov zei dat hij nog slechts één overwinning nodig had om de titel te behouden, Kasparov beweerde dat zijn tegenstander op instorten stond…

Maar een jaar later speelden beiden een nieuwe tweekamp die nu ging over 24 partijen waarbij de titelhouder voldoende had aan 12-12. Dit werd een zinderende tweekamp, die in Moskou gespeeld werd. Tegen het eind had Kasparov een voorsprong in handen tot Karpov de 22ste partij in zijn voordeel wist te beslissen en daarmee de achterstand verkleinde tot één punt. Na een remise in de 23ste partij moest Karpov dus in de laatste partij, waarin hij wit had, winnen om de titel te behouden. Dit werd één van de meest bijzondere partijen die ik ooit gezien heb, ook gezien de spanning die er op deze partij stond.

 

(foto Jos Sutmuller)

Karpov, Anatoly – Kasparov, Garry (24ste partij)

Deze partij werd een gevecht op het scherp van de snede. Ik herinner me heel goed dat ik voor mijn eigen club (de Eindhovense Schaakvereniging) in de hoogste klasse een teammatch speelde in Hilversum tegen HSG. In deze tijd was er nog geen internet maar wel hadden we tijdens deze wedstrijd de beschikking over een televisietoestel met Teletekst. In gelukkig werkte daar een schaker, die alle zetten, in vrijwel ‘realtime’ intypte. Dus stond er bij het toestel een schaakbord en daarop werden de zetten keurig door iemand bijgehouden. Op een gegeven moment was de spanning in deze partij tussen de twee grote ‘K’s’ zo voelbaar, dat steeds meer schakers om dit bord dromden en daarmee zelfs hun eigen partij in de steek lieten. Vooral het moment waarop Kasparov, die genoeg aan remise had, plotseling met een dubbel pionoffer de stelling opende, zorgde voor grote opwinding. Ondanks het hoge aantal Elopunten dat op deze dag aanwezig was, durfde niemand te voorspellen hoe deze partij zou aflopen. We voelden allemaal dat we getuige waren van één van de meest fascinerende en uiterst belangrijke schaakpartijen die ooit gespeeld was. Hier werd bepaald hoe onze schaakwereld er de komende tijd uit zou gaan zien…

Lees meer >

“STRAVA” voor schakers: nog even geduld!

Een korte update, speciaal voor wie het idee “STRAVA voor schakers” met interesse gevolgd of zelfs van harte gesteund heeft.

Voorlopig geen Nederlandse “STRAVA voor schakers”

Helaas! Het had er al kunnen zijn. Toch wordt het ook niet op korte termijn mogelijk om bij de KNSB resultaten van trainingspartijen in te voeren, te laten publiceren en te laten verwerken voor een KNSB training rating.

Lees meer >

“Intuïtie” door Manuel Nepveu

Linda is een slimme jongedame, psychologe en ze werkt bij een bank. Ze stelt belangstelling in alles wat met vrouwenrechten te maken heeft. Dit wetende, welk van de volgende uitspraken is dan het waarschijnlijkst?
1) Linda werkt bij een bank. 2) Linda werkt bij een bank en zit in een feministische werkgroep.
Deze of een soortgelijke opgave…. Lees de hele column in PDF.

Lees meer >

Mister Chess presenteert….het Max Euwe Centrum

Manager Eddy Sibbing vertelt over de rijke geschiedenis en de huidige vitaliteit van het Max Euwe Centrum. En er zit kunst in wijnflessen.

as zondag vanaf 17.00 uur.

http://misterchess.hansbohm.com/

 

 

Lees meer >

Man en Paard (maar dan zonder paard)

Voor de lezers die nog geen veertig zijn: weten jullie dat er vroeger, toen alles nog leuk was en heel gewoon, een programma op de radio was dat enkel en alleen aan schaken gewijd was? Man en Paard heette dat. Presentator van dat programma was Hans Böhm en hij behandelde allerlei schaakgerelateerde zaken. Vaak belde hij in de uitzending Jan Timman even op, er werd een partij gespeeld tussen een grootmeester en de luisteraars,

Lees meer >

Krantenrubriek weekend 20 februari 2021

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

 

 

 

Lees meer >

Begrijp wat u doet 72: Het Londen Systeem

 

Hieronder treft u de volgende aflevering van de rubriek “Begrijp wat u doet”. In deze serie worden, speciaal voor clubschakers, achtergronden belicht van de ‘grote openingen’ zoals het Spaans, het Siciliaans, het Damegambiet, het Konings-Indisch enzovoort. De artikelen verschenen eerder in Schaakmagazine het blad van de KNSB, de Nederlandse schaakbond.

 

 

Een vrij populaire opening is het Londen Systeem, genoemd naar het toernooi uit 1922 dat in Londen gespeeld werd. Het ontstaat meestal als wit vanuit de beginstelling de zetten d2-d4, Pg1-f3 en Lc1-f4 speelt en dat ook nog laat volgen door c2-c3, e2-e3. Die laatste zet wordt meestal voorafgegaan door h2-h3 omdat wit zijn loper op f4 koestert en liever niet door een zwart paard (met …Pf6-h5) laat afruilen (zie het schematische diagram rechts)

1. d4 Pf6
We nemen een min of meer willekeurige volgorde die echter vaak leidt tot hetzelfde type stelling. Wit streeft ernaar om de opstelling in te nemen uit het volgende schematische diagram:

Andere volgordes zijn:
 
1…d5 2. Lf4 Deze snelle ontwikkelingszet stijgt in de hiërarchie omdat wereldkampioen Magnus Carlsen het diverse malen gespeeld heeft. Er bestaat een vuistregel (als ik het goed heb ooit door Euwe geformuleerd) dat bij het ontwikkelen de paarden liefst de voorrang moeten krijgen op lopers. Door een speler van het kaliber Carlsen wordt er soms gespot met dit soort algemeenheden. [2. Pf3 Pf6 3. Lf4]

2. Pf3 e6

2…g6 3. Lf4

3. Lf4

 

Magnus Carlsen (foto Frans Peeters)

Min of meer de basisopstelling die wit – vaak ongeacht wat zwart daar tegenover zet – wil innemen. In de jaren ’80 had ik te maken met een speler uit mijn omgeving die al rond zijn 15de bijna van meestersterkte was. Maar helaas werd schaken te belangrijk voor hem dat zijn relatie met ons spel – op zijn zachtst gezegd – onder druk kwam te staan. Verliezen kwam zo hard aan, dat hij het schaakbord al redelijk snel het raam uit gooide. Toen hij het veel later weer eens ging proberen, bleek dat verliezen nog altijd niet tot zijn vocabulaire hoorde. Mede daarom speelde hij het Londen Systeem dat. Het kenmerk van de witte opzet was, zoals hij het heel humoristisch formuleerde, een soort ‘langzaam naar voren schuivende vesting!’ Ofwel: met zo’n stevige opbouw (pionnen op c3 en e3) en verder allemaal goede stukken kan wit eigenlijk weinig gebeuren. Tenminste, zo had hij dat voor ogen.

3…c5
Veel zwartspelers kiezen voor deze actieve mogelijkheid. Het valt het witte pionnencentrum aan en brengt de mogelijkheid …Dd8-b6 in de stelling.
Spelers die het Dame-Indisch op hun repertoire hebben staan, zullen graag verder gaan met 3…b6 4. e3 Lb7 en nu is de meest gebruikelijke voortzetting. 5. Ld3 [Het is echter de vraag of 5. h3 niet nét wat nauwkeuriger is. Zwart zou graag de loper van f4 willen opjagen met …Pf6-h5 en zo is de terugtocht naar h2 mogelijk. Op deze bijzonder lastige kwestie poogt Peter Heine Nielsen, de secondant van Magnus Carlsen, antwoord te geven bij zijn analyse van de partij Carlsen-Thomashevsky, 2016. Zijn antwoord lijkt plausibel want hij zegt dat wit beter eerst Ld3 kan spelen om …Le7 af te wachten. Want op wits laatste zet speelde Aljechin ooit het interessante 5…Ld6!? Het idee is dat hij zijn koningsloper wil ruilen voor die zwartveldige van wit omdat wit nu een tempo heeft gespendeerd aan 5.h3. Na (In bovengenoemde partij Carlsen-Thomashevsky, 2016 volgde: 5…Le7 6. Ld3 O-O 7. O-O {In hetzelfde jaar ging de witspeler in Giri-Tomashevsky verder met 7. Pbd2 c5 8. c3 en ook hij kwam later tot winst.} 7…c5 8. c3 en wit slaagde erin een mooie aanval op de zwarte koningsvleugel te ontketenen.) 6. Lxd6 cxd6 (zie analysediagram)

Lees meer >

schaakstukje

Zwart-wit schaak

De gekte rond vermeende racistische uitspraken/oproepen of wat dies meer zij is nu blijkbaar ook al tot het schaak doorgedrongen. Na Zwarte Piet, de negerzoen en de jodenkoek zijn de zwarte en witte stukken (en velden) van het schaakspel aan de beurt. Tenminste als het aan techreus YouTube ligt.

Op de site van de Telegraaf las ik een bericht dat de bekende schaakvlogger Antonio Radic (Agadmator) van de site is verwijderd omdat het AI algoritme de woorden zwart en wit aanzag voor hate speech.

Lees meer >

Mister Chess presenteert: Schaakfotografie en schaakkunst

In deze aflevering heb ik het over schaakfotografie met Frans Peeters en over schaakkunst met Margreet Wevers. Tevens wordt de winnaar aangekondigd van het prachtige schaakbord uit aflevering 2.

 

Lees meer >
Page 206 of 1058