Hieronder treft u de volgende aflevering van de rubriek “Begrijp wat u doet”. In deze serie worden, speciaal voor clubschakers, achtergronden belicht van de ‘grote openingen’ zoals het Spaans, het Siciliaans, het Damegambiet, het Konings-Indisch enzovoort. De artikelen verschenen eerder in Schaakmagazine het blad van de KNSB, de Nederlandse schaakbond.
Een prachtige openingsvariant is de Drakenvariant van Siciliaans. Die stond al een tijdje op het verlanglijstje om aan een nader onderzoek onderworpen te worden. Zwart posteert met 5…g6 zijn koningsloper op de lange diagonaal waarmee hij later hoopt deze Drakenloper tot een monster te transformeren. Het gaat er in deze openingsvariant vaak om een aanval op de vleugel te ontketenen waar de tegenstander heeft gerokeerd. We zien dat wit veelal met 0-0-0 de koning op de damevleugel opbergt, zwart bijna altijd met 0-0 op de koningsvleugel. U zult begrijpen dat het dan aankomt op een stormloop aan weerszijden van het bord die meestal ontaardt in regelrechte vuistgevechten…
Grootmeester Genna Sosonko, voorheen één van de grote Draakspecialisten (foto Jos Sutmuller)
Eigenlijk maken we hiermee een begin met het ‘variantenmonster’ dat de Drakenvariant geworden is vanwege het soms geforceerde karakter van de voortzettingen. Daarom zullen zowel de wit- als de zwartspeler goed beslagen ten ijs moeten komen. Het was in de jaren ’80 al zo dat sommige stellingen zonder theoretische achtergrond nauwelijks te behandelen waren. Dat is anno 2020 alleen nog maar erger geworden nu veel spelers zich prepareren met database en engines. Niettemin zijn er gelukkig ook nog voldoende waaghalzen die durven te vertrouwen op hun creatieve vermogens. We onderscheiden twee redelijk onafhankelijke hoofdtakken:
Hoofdtak 1 – De Lc4-variant
Hoofdtak 2 – De lange rokade variant
Lees meer >