Begrijp wat u doet: Het Dame-Indisch 2
Opening: Het Dame-Indisch 2
Na de zetten 1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 b6 ontstaat opnieuw de uitgangsstelling van het Dame-Indisch waarmee we in het eerste deel begonnen zijn. We hebben we nog een paar variantjes op de plank liggen die beginnen met: A) 4. a3. De vorige keer hebben we ons niet afgevraagd hoe het kan dat een dergelijk pionzetje gevaarlijk zou kunnen zijn voor zwart. Oud-wereldkampioen Tigran Petrosian bediende zich hiermee en later vormde Gary Kasparov het zelfs om tot een gevaarlijk aanvalssysteem.
Het idee is natuurlijk dat het paard op c3 zo belangrijk is omdat het de belangrijke centrumvelden e4 en d5 in beslag neemt, dat wit zich het tijdverlies kan permitteren. De aandachtige lezer die zich afvraagt waar C) 4. g3 blijft, moet nog even geduld hebben. Dat komt in deel 3 aan de orde.
A) 4. a3
Hoe kan een dergelijk pionzetje gevaarlijk zijn voor zwart? Dat is een legitieme vraag, want pionzetten in de opening zijn in feite geen ontwikkelingszetten. Het maakt alleen ontwikkeling van de stukken mogelijk. Toch bediende oud-wereldkampioen Tigran Petrosian zich van deze mogelijkheid en hij was er redelijk succesvol mee. Ik heb er zo’n vijftig partijen mee weten te vinden in mijn database. Toch valt het tijdverlies goed te motiveren. Wit beoogt het paard van b1 op c3 te zetten zonder dat het daar gepend kan worden. Dat paard neemt de belangrijke centrumvelden e4 en d5 in beslag en daarmee gaat wit de strijd om het centrum aan.
4…La6!?
Lees meer >