De Egel – Sleutelconcepten in het middenspel

Hoe kijkt u tegen openingsboeken aan? Waarschijnlijk denkt u aan boeken boordevol varianten. Veel van die boeken zijn tamelijk onoverzichtelijk. Mijn trainingsgroepje bestaande uit een stelletje bijdehante talentjes tussen de 9 en 14 jaar, gaf me onlangs de opdracht, zo gaat dat tegenwoordig, om ze iets te vertellen over een bepaalde opening. Ik laat even in het midden welke opening het betreft. Daar gaat het niet om.

Ik heb totaal geen ervaring met de betreffende opening. Niet met wit en ook niet met zwart. Dus bevond ik me in onbekend vaarwater. Gelukkig wist ik de hand te leggen op een boek dat de betreffende opening uitgebreid behandelt. In mijn optimisme dacht ik:

“Nou ik zit gebakken dat ga ik wel even fiksen!”

Maar dat viel vies tegen. Wat meteen opviel in het boek is dat men met zelden gespeelde varianten begon. Ik zie dat veel vaker. Ook uit de inhoudsopgave kon ik niet opmaken wat nou de hoofdvarianten waren. Ik zag door de variantenbomen het bos niet meer. U voelt het wel aan: mijn leerlingen moeten nog even wachten voordat ik wat zinnige opmerkingen over de betreffende openingen kan maken.

Hoe anders is dat bij Herman Grooten. Zijn serie ‘Begrijp wat je doet’ is een verademing vergeleken met talloze andere openingsboeken. Hij behandelt er de plannen en ideeën die passen bij het centrale thema in het boek. De schema’s en voorbeeldpartijen geven de lezer meteen meer inzicht in zo’n opening. Wellicht zegt u nu:

“Maar Michel dat is allemaal leuk en aardig, maar je behandelt hier toch geen openingsboek? Dit boek gaat toch over het middenspel?”

Dat klopt als een zwerende vinger. Maar het concept is in grote lijnen hetzelfde. De Egel of Hedgehog in het Engels (het boek is zowel in het Nederlands als het Engels verschenen) kan ontstaan uit diverse openingen. Denkt u daarbij aan het Siciliaans, het Engels, de Réti, maar ook uit het Dame- en het Nimzo-Indisch. In het boek vinden we zelfs een voorbeeld van het Bogo-Indisch dat uitdraait op een Egelstelling.

Lees meer >

Recensie: Genna Remembers

Hoe is het om in twee totaal verschillende werelden te leven? Voor de meesten van ons is het moeilijk voor te stellen hoe het is om in een land te wonen dat met harde hand wordt geregeerd. Genna Sosonko is wat je noemt ervaringsdeskundige. Hij leefde vanaf zijn geboorte in 1943 tot 1972 in Leningrad in de voormalige Sovjet-Unie.

In dat jaar kreeg hij de kans om naar het vrije westen uit te wijken en vestigde hij zich in Nederland. In de Sovjet-Unie had Genna er al een hele schaakcarrière op zitten. Hij behaalde daar de titel van nationale meester, dan was je al een hele sterke schaker, en trainde Michail Tal en Viktor Korchnoi.

Dat Sosonko een zeer sterke schaker was bleek al heel snel. Hij behaalde na zijn emigratie binnen enkele jaren de titel van grootmeester (dat was in de Sovjet-Unie voor veel schakers een onbereikbaar ideaal) en behoorde vanaf midden jaren zeventig tot begin jaren tachtig tot de twintig beste schakers in de wereld. Hij won diverse toernooien, zoals tweemaal in Wijk aan zee en het NK. Kortom: een prachtige schaakcarrière.

Auteur en journalist

In 2004 zette hij een punt achter zijn actieve loopbaan als schaker en begon te schrijven. Hij schreef onder andere mooie boeken over Tal, Smyslov, Korchnoi en Bronstein. Dus boeken over schakers en niet zozeer over schaken. In ‘Genna Remembers’ gaat het over herinneringen aan meer dan één schaker. Ik zal u niet vermoeien met alle interessante namen die voorbijkomen. Het is een boeiend verslag van hoe het een aantal schakers verging na emigratie uit de Sovjet-Unie. Maar er is veel meer…!

Lees meer >

De beste zetten zoeken en vinden

Heb jij dat ook? Ik bedoel zo’n lekker gevoel na het oplossen van een tactische schaakpuzzel. Het geeft je onmiddellijke bevrediging. Het is zelfs een tikkeltje verslavend.

Een interessante vraag is natuurlijk: zijn er naast alle voordelen die het oplossen van tactische puzzels biedt ook nadelen? Indien ‘ja’, wat is de onverwachte schaduwkant aan al dat gepuzzel. Verder lezen…

 

In de schijnwerpers: Eddy Sibbing

Wanneer u naar de rating van Eddy Sibbing zoekt, dan vindt u een zeer constante reeks. Er is de laatste jaren niks aan veranderd. Dat heeft weinig met corona te maken. Eddy speelt alleen nog maar partijtjes met een korter speeltempo. Hij was trouwens een prima schaker en werd een keer doorgeefschaakkampioen van Nederland, samen met Johan Booij. Maar dat is al weer lang geleden (1989).

Lesgeven op het MEC

Omdat hij alleen nog maar een beetje voor de lol speelt, geeft Eddy er de voorkeur aan dat ik hem vragen stel over wat hij nu doet. Tot mijn grote vreugde kwam daarop een zeer uitgebreid antwoord!

Wat kan ik daar nog aan toevoegen? Dat Eddy de drager is van de Euwering? Dat hij een prima leermeester is en me heeft laten zien hoe je de jeugd traint? Dat hij nog steeds als schaakleraar actief is op twee scholen in Amsterdam? Dat hij daar streng, doch rechtvaardig is in zijn houding richting deze leerlingen? Dat zijn leerlingen die duidelijkheid van hem waarderen? En dat hij manager is van het Max Euwe Centrum? Dat is lang niet alles. Het beste is om hem zelf aan het woord te laten.

Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?

“Als jongste telg van een schaakfamilie kende ik de regels al wel, maar ik ben pas serieus gaan schaken toen ik 15 jaar was. Ik hielp mijn broers Harry en Ton met het maken van Kontakt, het clubblad van BSG (Bussum). Daar stond een aankondiging in voor het Goois Kampioenschap van 1977. Voor de lol schreef ik me in, en hoewel ik slecht scoorde vond ik het wel leuk.

Een paar maanden later, inmiddels 16 jaar, werd ik lid van BSG. Enorm oud, als je dat vergelijkt met de beginners vandaag de dag. Ik heb het vooral geleerd door veel te spelen en te snuffelen in de schaakboeken van mijn broer Harry. Vooral de opgaven uit de combinatieboeken, zoals Kombinationen van Kurt Richter, vond ik leuk om op te lossen.”

Lees meer >

3 Fraaie eindspelstudies met torens

Deze keer 3 eindspelstudies van Wotawa. Ik vond ze in de schatkamer van Harold van der Heijden. Hier het eerste diagram. Als u op de link klikt vindt u de oplossing en nog twee andere studies. Wit aan zet wint. Hoe?

In de schijnwerpers: IM Henk Vedder

In ‘Beat the Masters!’ poneert broer Richard Vedder een grappige stelling. Hij zegt, met de nodige voorzichtigheid, dat wanneer twee broers dezelfde sport beoefenen, met evenveel fanatisme, dat de jongste uiteindelijk sterker wordt. Hij verwijst naar de broertjes Ton en Jan Timman en de broertjes Jeroen en Marcel Piket. Zijn onderbouwing is plausibel: de oudste leert de jongste schaken. Op die manier leert de jongste alles wat de oudste weet. Later voegt de jongste de door hem zelf verworven kennis aan toe en het resultaat is dat de jongste de oudste overtreft. In dit verband is het interessant om te kijken hoe de broertjes Van Foreest zich ontwikkelen.

Foto: Harry Gielen

Richard schrijft in zijn boek op een uitermate plezierige manier over zijn jongere broer. Beiden staan op zeer goede voet met elkaar. Een grappige anekdote mag niet onvermeld blijven. Henk speelde in de jaren negentig in de reservegroep van het Hoogovenstoernooi tegen de Pool Ostrovski. Henk had op een zeker moment drie serieuze problemen: zijn stelling was dubieus, hij had weinig tijd over en moest heel erg nodig naar de wc.

De afstand tussen de speelruimte en de toiletten overbruggen is in De Moriaan bepaald geen sinecure. Je moet jezelf door een massa mensen worstelen en het kan, gezien de spanningen die schaken nou eenmaal oproept, ook nog wel eens erg druk zijn bij de toiletten. Er was geen keuze. Henk moest er even tussenuit. Dan maar hopen dat zijn tegenstander niet zou zetten tijdens zijn absentie. Tot zijn grote opluchting bleek dat ook niet het geval. Sterker: zijn tegenstander bleef denken, en denken en ging uiteindelijk zelf door zijn vlag!

Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?

Ik werd lid van En Passant toen ik een jaar of zes was, nadat ik het van mijn broer Richard had geleerd. Op de eerste avond zette ik een drie jaar ouder lid mat met koning en toren tegen koning, dus toen was ik meteen verkocht.

Lees meer >

Schaakpuzzeltje

Vermoedelijk herken je meteen dat dit een stelling is die is ontstaan na een Siciliaanse opening. In het bijzonder de Najdorf-variant. Ik durf wel te stellen dat dit een van de mooiste openingen is die er bestaan. Het is zo veelzijdig. Wat is de beste zet voor wit? Alvast een waarschuwing: je bent er zeer zeker niet met de eerste zet! Oplossing…

In de schijnwerpers: Willy Hendriks

Willy is bij het grote schaakpubliek natuurlijk vooral bekend vanwege zijn boeken. Met zijn prikkelende stijl weet hij de tongen los te maken. Maar voordat we uitgebreid over zijn boeken gaan praten leest u eerst iets over hemzelf.

Hij is pas op zijn twaalfde met schaken begonnen. Dat deed hij samen met een vriend. Maar dat liep al snel uit de hand. Ze waren verslingerd aan het spel geraakt. Al spoedig werden ze lid van een klein clubje in Uden. Ze zijn er dus vrij snel ingerold. Binnen een jaar was hij al een super fanatieke speler en ging naar de club en als het kon speelde hij in toernooien.

Het leverde hem uiteindelijk de titel Internationaal Meester op. Waarbij we moeten opmerken dat hij ook twee GM-resultaten scoorde. Zelf rekent hij zijn overwinning in de halve finales van het NK met een score 7½ uit 9 tot zijn beste resultaten, naast die beide GM-normen.

Daarbij plaatst Willy meteen een kanttekening. Het is heel erg jammer dat die voorwedstrijden er niet meer zijn. Je kunt je eigenlijk niet meer op een fatsoenlijke manier voor het NK plaatsen. Het is tegenwoordig een heel klein toernooi.

Die hele structuur er naar toe is weg. Dat zouden ze moeten herstellen. Een groot bijkomend nadeel is dat ook de regionale kampioenschappen aan belang hebben verloren. Ze hebben als het ware de hele piramide uitgeschakeld.

Lees meer >

Street Smart Chess

Axel Smith schreef al diverse boeken, denk daarbij aan ‘Pump up your rating’ en ‘The Woodpecker Method’. De rode draad in zijn werk is hoe je snel betere resultaten leert scoren.

Ook in zijn nieuwste boek ‘Street Smart Chess’ doet hij een zeer geslaagde poging om de lezer te laten zien hoe die meer punten kan scoren. Het boek geeft antwoord op vragen, zoals:

Wanneer is het zinvol om vol op winst te spelen? Of is het beter om de veiligheid op te zoeken en op remise aan te sturen? En, wellicht de belangrijkste vraag: hoe pas je je speelstijl aan het gewenste resultaat aan?

Lees meer >

Kandidatentoernooi ronde 9: Giri scoort volle punt

Het was een prachtige ronde voor Giri en daarmee uiteraard voor schaakminnend Nederland. Hij speelde de Catalaan. Het is een opening waar hij al mooie successen mee heeft geboekt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een fraaie overwinning op Grischuk (St. Louis 2015) en ook een subtiele overwinning op Topalov in hetzelfde jaar in Noorwegen.

Opperste concentratie (foto door Lennart Ootes)

Je vraagt jezelf onwillekeurig af of Wang Hao deze laatste partij kende. Want ook in de partij tegen Topalov speelde het witte koningspaard een dominante rol. Misschien niet? In ieder geval liet Wang Hao een kans voorbijgaan om het paard te ruilen. Maar daarover straks meer.

De Catalaan past prima bij de Giri’s stijl. Giri is technisch bijzonder sterk. Het grote voordeel van dit systeem is dat wit eigenlijk nauwelijks voordeel heeft, maar toch in staat is om het zwart lastig te maken. Zo ging het ook in deze partij.

Een eerste belangrijk moment kwam na de 13e zet van wit. Zwart speelde in de diagramstelling 13. Pa6.

Volgens Magnus Carlsen was het hier beter geweest om 13. … Lxf3 te spelen. Wit houdt dan in plaats van het paard een loper over. Die loper is een stuk minder sterk dan het paard, dat in de partij een prominente plek op e5 bezette.

Kort daarop volgde een op het eerste gezicht uitermate merkwaardig zetje van Giri. Vraagje: wat zou u in deze stelling spelen?

Lees meer >