WK 1935, het keerpunt!

Dit keer slechts twee partijen, maar wel twee cruciale partijen!

Euwe wint de 20e en 21e partij en trekt de stand weer gelijk. Vooral de 21e partij in Ermelo zou veel stof doen opwaaien, met name vanwege het drankgebruik van Aljechin. Paul van der Sterren komt er uitgebreid op terug.

De match nadert zijn ontknoping, leef mee met hoe het er 85 jaar geleden aan toeging!

Lees meer >

Waarom ik me terugtrek uit het NK Internetschaak

Uit protest heb ik me teruggetrokken uit het NK Internetschaak georganiseerd door de KNSB. Middels dit stuk, of halfopen brief, wil ik daarmee mijn verklaring en kritiek geven. Afzeggen voor een ‘’NK’’ is iets wat ik absoluut niet graag doe. Maar uit principiële overwegingen heb ik besloten dit toch te doen.

De tijden zijn zwaar met de pandemie en daarom moeten er vanwege bezuinigingen bij elke sport keuzes gemaakt worden, ook door de KNSB. Er is besloten om het ‘’NK’’ Internetschaak te organiseren. In hun woorden is dit niet georganiseerd met de insteek dat het ter vervanging is van het officiële NK dat normaliter van de zomer georganiseerd zou worden als de pandemie niet toe had geslagen. De format is dat er 16 spelers zich plaatsen voor de finale van 22 november. 10 geplaatste spelers uit Nederland op basis van FIDE-rating, twee winnaars van een internetcompetitie, en vier spelers via voorrondes. De voorrondes zijn vier Zwitserse toernooien van 9 rondes met dezelfde speeltijd als tijdens de finale (3m + 3s) die plaats vonden van 16-19 november. De voorrondes konden ook buitenlanders mee doen en één van de voorrondes werd gewonnen door de Duitser Christian Braun. Nummer 2 was Nederlander Tjark Vos. Ik had verwacht dat Tjark Vos zich dus geplaatst zou hebben voor het NK, maar in een latere verklaring werd door de KNSB gesteld dat de finale open is voor alle KNSB-leden en Christian Braun is dat voor Zuid-Limburg en SV Voerendaal.

Ik heb de reglementen van het toernooi, van de KNSB, er nog eens op nagelezen en dan zou Christian Braun niet mee mogen doen. Hij heeft niet de Nederlandse nationaliteit en is ook niet langer dan een jaar woonachtig in Nederland. Daarnaast heeft het toernooi de titel van Nederlands Kampioenschap. Dat zou in theorie dus kunnen betekenen dat de officiële Nederlands Kampioen Internetschaak een buitenlander wordt. Ik vind het eerlijk gezegd te gek voor woorden dat de KNSB zich 1. niet aan de eigen reglementen houdt en 2. de KNSB een buitenlander als Nederlands Kampioen prima zou vinden.

Daarbij heb ik ook zeer mijn twijfels bij de organisatie van het toernooi. Het toernooi is een kopie van het NK Internetschaak van vorig jaar met als veranderingen dat er geen arbiters meer bij de spelers langs komen (door de pandemie uiteraard) en dat het prijzengeld is verdubbeld (een totaal van 3950 euro). De spelers wordt daarbij gevraagd om in plaats van de arbiters een eigen streamkanaal te openen.

Lees meer >

Judit Polgar, jongste grootmeester ooit in 1991

Eind 1991 werd aan Judit Polgar op 15-jarige leeftijd de titel van grootmeester toegekend en daarmee verbeterde ze het record van Fischer uit 1958 met een maand. In de jaren ’90 klimt ze zelfs naar de top tien van de wereld. Ik laat vier karakteristieke partijen van Judit Polgar zien uit die periode tot en met het jaar 2000. Ze behield haar scherpe aanvallende stijl en was voor niemand bang.

Lees meer >

Arkell’s Endings – GingerGM

Deze dvd gaat over een manier van spelen, niet alleen over het eindspel. Keith Arkell heeft een hele eigen manier van spelen bedacht. Hij heeft een hiërarchie van pionnen, hoe verder de pionnen van het centrum af zijn hoe minder belangrijk ze worden. Dit is algemeen bekend, een pion kan vanuit het centrum immers belangrijkere velden bestrijken dan op de flanken. Maar voor Keith is dit niet alleen een gegeven, nee, Keith past daar zijn hele spel op aan.

 

Keiths droompartij
Ik zal een poging doen Keiths droompartij te beschrijven. Keith speelt zwart.

Keiths favoriete opening is de Caro-Kann, om zijn d- en c-pionnen te ruilen voor wits d- en e-pionnen. Nu heeft Keith een centrumpion en wit niet. Menig schaker zou dit niet eens opmerken maar Keith droomt van zulke posities. Nu schuift hij zijn pion naar e6 om een veilige haven te hebben voor zijn koning en de halfopen e-lijn te blokkeren. Daarna moeten alleen nog de dames eraf en dan kan de pret beginnen. Na de dame-ruil krijgt Keith een remise aanbod van een bijna in slaap gedommelde witspeler maar Keith slaat af. Keith wil niet stoppen met spelen, het spel is voor hem net begonnen. Hij begint aan de aanval! Een minderheidsaanval maar toch een aanval. Als deze aanval geslaagd is, concludeert Keith dat wit een zwakte heeft. Ja, die ene pion die staat nu geïsoleerd. Nu begint het allerleukste voor Keith, het touwtrekken. Keith valt met man en macht de pion aan, wit verdedigt de pion. Daarna doet Keith nog een stuk of 30 kleine stellingverbeterende zetjes en gooit zijn koning naar voren. De tegenstander is inmiddels zo gefrustreerd dat hij met een ondoordachte zet een zwakte in zijn eigen kamp creëert. Fantastisch denkt Keith, twee zwaktes! Keith strompelt er met zijn koning direct op af. Wit moet beide zwaktes dekken maar zijn koning moet door de lijn van de toren lopen hierdoor kan hij niet beide pionnen dekken, hij laat er één gaan. Het is volbracht Keith, heeft na zo’n 6 uur spelen in 120 zetten een pion gewonnen! Keith wint de partij na nog eens 45 zetten. De witspeler stopt met schaken.

Lees meer >

Jan Timman wil toernooien winnen, maar niet online (interview)

Schaakgrootmeester Jan Timman, ook wel bekend als The Best of the West, was een van de beste schakers ter wereld. Hij hield onze eer hoog tegenover de Russische overmacht van Karpov en Kasparov. Nu blikt hij, aan de hand van zijn honderd meest legendarische partijen, terug op zijn carrière in het boek Timman’s Triumphs.

Jan Timman, inmiddels bijna 69 jaar oud, schaakt nog altijd. “Als gevolg van de coronapandemie zijn er geen toernooien”,

Lees meer >

Yuriy Krykun – A complete opening repertoire for black after 1.e4 e5!

Op een Franse blauwe maandag na speel ik mijn hele leven al met zwart de open spelen. Een schaakleraar die ik begin jaren negentig had, placht te zeggen: “leuk die open spelen maar je moet ze dan ook allemaal kennen van het Belgrado gambiet tot en met de Ponziani”. Heel wat jaren moest ik het zonder deze encyclopedische kennis doen wat resulteerde in fraaie aanvalspartijen én soms snelle ongelukken in een obscuur gambietje. Daar kwam verandering in met de verschijning van Play the open games as black van John Emms (Gambit 2000). Na een grondige bestudering had ik een compleet repertoire en ik moet zeggen dat de aanbevelingen van Emms mij punten hebben opgeleverd tegen spelers die al hun hele leven het Koningsgambiet of het Göringgambiet spelen.

Het boek van Emms heeft echter twee nadelen: het gaat niet in op het Spaans en het is inmiddels toch alweer twintig jaar oud. Nu zijn de ontwikkelingen binnen de open spelen niet zo dynamisch als in de Grünfeld of de Najdorf, maar met name in het Italiaans is er de stormachtige opkomst van de rustige aanpak met c3-d3. Vandaar dat mijn interesse gewekt werd door A complete opening repertoire for black after 1.e4 e5! Van Yuriy Krykun.

Deze jonge Oekraïnse FM van 21 gaat de uitdaging aan om in één boek het hele spectrum inclusief het Spaans te bestrijken. In deze recensie zal ik zijn boek naast dat van Emms leggen om te kijken naar de meerwaarde ten opzichte van dat eerdere boek en het verschil in benadering te duiden. Daarnaast zal ik ook steeds een check doen aan de hand van de recente stand van de theorie op basis van de website chesspublishing.com.

De eerste vraag is natuurlijk: is Krykun compleet? Ik heb maar één opvallende omissie kunnen constateren en dat is het ontbreken van een behandeling van het Göringgambiet. Deze opening komt weinig voor, maar is wel venijnig voor een zwartspeler die er totaal niet op voorbereid is. Verder komt werkelijk alles aan bod zelfs inclusief de Nakamuravariant (2.Dh5).

Wat ik bewonderenswaardig aan de aanpak van Krykun vind, is dat hij een goede balans vindt tussen genoeg varianten geven om niet voor verrassingen te komen staan en uitleggen wat de ideeën achter bepaalde varianten zijn. Dat maakt dit boek uitstekend geschikt voor elke clubspeler. Krykun slaagt daarin, omdat hij een slimme keus heeft gemaakt voor varianten die wel gezond zijn maar niet de hoofdvariant in een opening vormen. Emms kies eigenlijk voortdurend voor de hoofdvariant, maar scheept daarmee de lezer wel met veel werk op. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de aanpak van het Koningsgambiet na 2.f4 exf4 3.Pf3. Emms kiest voor 3…g5 of 3…h6 en dompelt ons dan onder in de theorie van onder andere het notoir ingewikkelde Kieseritzkygambiet waar één verkeerde zet de ondergang kan betekenen. Hij behandelt dit voorbeeldig maar toch. Krykun kiest voor de Bonch-Osmolovsky verdediging (3…Pe7) wat zwart veel minder werk oplevert, zelfs voor de Koningsgambietspeler een zeker verrassingseffect in zich heeft en een gezonde strakke opzet kent.

Lees meer >

Thomas Beerdsen wint kwalificatie 2 Online NK

Foto: Harry Gielen

Zondag 22 november is de finale van het NK internetschaak.

Maandag 16 november was het eerste van de vier kwalificatietoernooien. Dit toernooi trok een recordaantal van 178 deelnemers en werd gewonnen door Internationaal Meester Liam Vrolijk.
Het tweede toernooi (162 deelnemers) werd een prooi voor IM Thomas Beerdsen, die alleen remise speelde tegen Koen Leenhouts en de rest van de partijen won.

Vanavond (18 november) start het derde kwalificatietoernooi om 20.00 uur; als je nog geen lid bent van club ‘KNSB Nederland‘, registreer je dan vooraf onder vermelding van je echte naam.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 14 november 2020

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

Is de schaakbond de weg een beetje kwijt?

Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom u lid bent van een schaakvereniging en in het verlengde daarvan van de schaakbond? Eerlijk gezegd heb ik daar nooit zo bij stil gestaan. Voor mij was het een vanzelfsprekendheid. Maar door de ontwikkelingen van de laatste tijd ga je er wel over nadenken. Paul van der Sterren schreef onlangs een open brief waardoor mij duidelijk werd dat wij in de schaakwereld ergens een verkeerde afslag hebben genomen.

De schaakbond maakte dit jaar al niet zo’n beste beurt met de behandeling van de coronacrisis. Het beleid in de zomer bleek veel te optimistisch. Men ging er iets te gemakkelijk van uit dat schakers analoog aan zweetsporten wel urenlang tegenover elkaar mochten zitten. Dat terwijl de overheid tot vervelens toe de anderhalve meter afstand er bij het volk had ingeramd (en je handen stukwassen natuurlijk). Men kwam laat tot het inzicht dat ook schakers zich aan de anderhalve meter moesten houden.

Weifelend optreden

Daarna bleef men lang weifelen, terwijl steeds duidelijker werd dat een clubcompetitie er dit jaar niet meer in zat. Er waren gelukkig anderen die wel actie ondernamen. Niet in het najaar, maar al kort na het uitbreken van de pandemie. Ik denk dan met name aan de geweldige inzet van Govert Pellikaan en zijn vereniging uit Groningen. Zij stampten een succesvolle online competitie uit de grond. De bond keek er naar en deed aanvankelijk weinig. Pas onlangs kwam men met een online initiatief. Het is een beetje als mosterd na de maaltijd. Er zijn meer zaken waarbij de bond zwak opereert.

Lees meer >

Gespot 94: Mat met twee paarden

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

 

Dat het paard in het schaakspel een bijzondere rol vervult, moge duidelijk zijn. Het is het enige stuk dat over andere heen mag springen, de paardensprong is ook heel bijzonder in vergelijking met wat de andere stukken mogen. Ik las ooit dat het paard mag springen zoals het nu doet omdat men in onderstaand minidiagrammetje het volgende had bedacht (zie diagram).

De loper en de toren kunnen allebei naar h3. Toen vond men het leuk dat ook het paard naar dat veld zou mogen om de symmetrie te bewaren en daarom heeft men de paardensprong bedacht. Of dit waar is? Geen idee, ik kan helaas niet meer terugvinden waar ik dit gelezen heb. Feit is dat de paardensprong ook gebruikt wordt in letterpuzzels, zoals bijvoorbeeld in de ‘Twee-voor-twaalf-quiz’ op tv.

Ziet u het woord in nevenstaand lettervierkant?

 

Aan het schaakbord was ik altijd gebiologeerd door matten met paarden. Twee voorbeelden:

 

Mat met 2 paarden (voorbeeld 1)

Toen ik deze stelling voor het eerst zag, vond ik het een gewaarwording dat het witte paard van c2 in twee zetten een relatief grote afstand overbrugt. Want na
1. Pd4 Pf5 2. Pe6#
staat zwart mat.

Dan moet je ook nog even met je ogen knipperen dat de koning in eendrachtige samenwerking met zijn paarden alle vluchtvelden van de zwarte koning onder controle heeft genomen (zie diagram rechts)!

Lees meer >