Precies weet ik het niet meer, hoe en waar het was dat ik Rob voor het eerst ontmoette.
Vermoedelijk bij het schaakclubje op school dat mijn geschiedenisleraar had opgericht.
En het zal tijdens het schooljaar 1963-1964 geweest zijn, daar in het Caland Lyceum aan de Argonautenweg, op de grens van de Rotterdamse wijken Hillegersberg en Schiebroek. We hebben nooit bij elkaar in de klas gezeten, want Rob deed de HBS en ik het gymnasium. En dat was maar beter ook, want door de besmetting met het schaakvirus zou van opletten tijdens de les nog maar weinig terechtgekomen zijn.
We bleken in dezelfde straat in Hillegersberg te wonen, de Borchsatelaan, waar Rob en zijn moeder inwoonden. Ze waren exotische verschijningen, want in die tijd zag je in Hillegersberg alleen maar mensen met een Aziatisch uiterlijk die in de plaatselijke Chinees ‘Kam Sang’ werkten. Robs Japanse moeder had een betrekking bij het Japanse consulaat. Zijn Duitse vader heeft Rob niet gekend en slechts eenmaal in levende lijve gezien. Daarover later meer.
Lees meer >