Boekrecensie: The Passed Pawn – Power of the Passer
Inleiding
Mijn tiende recensie behandelt het boek: The Passed Pawn – Power of the Passer van Efstratios Grivas (1966). Zie voor de introductie van Grivas in mijn vorige recensie want die gaat ook over een boek van hem. Wat wel het weten waard is, is dat Grivas dit boek opdraagt aan zijn beste vriend ooit, FM Antonios Vragoteris (1964-2021), die in de zomer van 2021 overleden is. Dit is Grivas’ eerste boek dat hij na de dood van zijn vriend heeft kunnen schrijven. Ook dit boek van Grivas heb ik van kaft tot kaft gelezen. Alle 103 partijen met alle analyses zijn in huize De Hert op het bord gekomen!
Opbouw
Een voor mij heel bijzondere opbouw. Ik ging er voetstoots vanuit dat alle voorbeelden over het eindspel zouden zijn. Wat heb je toch aan een vrijpion in het middenspel? Nou, dat blijkt wel degelijk van belang en Efstratios besteedt dan ook het eerste deel van zijn boek aan wat hij noemt de Middlegame Handling, de eerste 81 bladzijden. Daar ga ik expres niets over zeggen! Ik vermoed dat u net zo nieuwsgierig bent als ik en ik ga niet de krenten uit de pap pikken; koopt u daarvoor toch zelf dit prachtige boek! Over het tweede deel, uiteraard: Endgame Handling, wil ik wel een en ander zeggen. Mij is altijd geleerd: de kandidaat-vrijpion voorop. Laten we zeggen: wit heeft pionnen op a4 en b4, zwart heeft een pion op a6. Beginnen met 1.b5, dan wordt er geruild, 1…axb5 2.axb5, en dan ben ik blij. Nee dus, niet altijd! Dit is voor iemand van mijn niveau erg leerzaam! Het voorbeeld komt uit een van Grivas’ eigen partijen. Zoals in mijn vorige recensie te lezen valt, meent Grivas dat er bij het schrijven van een boek, eigen materiaal getoond moet worden. Tussen haakjes: dit boek telt 24 partijen (van de 103) van Grivas zelf. Terug naar die 1.b5-zet, deze komt uit partij 49: Grivas – Panagopoulos (Athene 1981). En juist nu wint: 1.a5! Deze techniek is die van de verborgen vrijpion. Waarom is dit dan geen schaaktechnisch fragment? Nee, voor het schaaktechnisch fragment wil ik putten uit hoofdstuk 11 over de verbonden vrijpionnen. Dat is me toch een zootje ongeregeld, de meest fantastische partijen. Een van die partijen is Timofeev – Khismatullin (Moskou 2009). Daar zie je vier vrijpionnen op een rij opboksen tegen twee torens, oké wit heeft er een paard bij, maar toch. Toch is ook dit niet mijn schaaktechnisch fragment. Daarvoor wil ik graag een duik nemen in de tijd. De partij voor het schaaktechnisch fragment is die van McDonnell tegen De Labourdonnais (Londen 1834). Over vrijpionnen gesproken!
Lees meer >