Boekenrubriek

De leegte van volledigheid. Een recensie van ‘The Réti’ (2020)

Vaak moet je iets anders leren zien voordat je het waarderen kunt. Zo is het met exotische maaltijden, moderne kunst en The Réti (2020) van Sam Collins. Een recensie door Daniël Zevenhuizen.

Genoeg is genoeg. Die gedachte bekroop me toen ik voor het eerst begon te bladeren in The Réti van de IM uit Ierland, Sam Collins.

Lees meer >

Recensie: Mastering Chess Middlegames

Inleiding
In deze recensie bespreek ik het boek Mastering Chess Middlegames – Lectures from the All-Russian School of Grandmasters van Alexander Panchencko. Alexander Panchenko (1953-2009) was een van de meest succesvolle schaaktrainers in de Sovjet-Unie en later in Rusland. Hij stond bekend als een zeer enthousiaste en toegewijde trainer die vele Russische talenten heeft geholpen in het zetten van hun stap naar meesterniveau. Naast succesvol trainer was hij zelf ook een sterke grootmeester.
Dit boek richt zich, zoals de titel al doet vermoeden, op het middenspel. Het geeft een overzicht van de belangrijkste lessen binnen het middenspel die onderdeel uitmaakten van Panchencko’s methodiek. Het materiaal is rechtstreeks afkomstig van de lessen die hij tussen 1981 en 1991 gaf op de beroemde Russische schaakacademie.

Het bijzondere van deze in 2015 verschenen editie is dat de befaamde lessen uit de Russische schaakschool nu ook in het Engels beschikbaar zijn. Hiermee kan de westerling (die geen Russisch spreekt) nu ook eindelijk zijn voordeel doen met deze rijke bron aan Russische schaakkennis. Hoewel het boek dus al enkele jaren geleden is verschenen blijven de lessen tijdloos en kan het geen kwaad het boek weer eens in de spotlight te zetten. Overigens is het goed om voor de kritische student op te merken dat alle stellingen in het boek zijn gecheckt met moderne engines.

Inhoud
De opbouw van het boek is thematisch. Eigenlijk alle klassieke middenspelthema’s komen wel aan bod. Van profylaxis (anticiperen op de dreigingen van je tegenstander) en de tegenaanval tot loper versus paard en het creëren van een voordeel. De volledige lijst van onderwerpen die aan bod komen en waar een speciaal hoofdstuk aan is gewijd:

Lees meer >

Selected games by Peter Romanovsky

Stel je voor: je maakt twee wereldoorlogen mee, je stad wordt meermaals belegerd, je hebt jaren amper te eten, je verliest praktisch al je familie door voorgaande punten en je hart is al zwak sinds je jonge jaren. Zou je nog zin hebben in schaken? Zou je überhaupt nog zin hebben in het leven, is misschien nog een betere vraag. In een tijd van luxe en voorspoed is het lastig voor te stellen wat Peter Arseniyevich Romanovsky allemaal heeft doorstaan, maar dit boek licht het tipje van de sluier op. Een kijkje in het leven van een Russisch nationaal kampioen, die gestreden heeft met Aljechin, Euwe, Botwinnik en nog meer grootheden van de vorige eeuw. Een man die ondanks een ongelooflijk zwaar leven in de Russische schaakwereld uit wist te groeien tot een grootheid en de basis legde voor de Russische schaakschool die vele wereldkampioenen voortbracht.

Dit unieke boek heeft alles wat je in een boek wilt zien. Het is eigenlijk een verzameling van meerdere boeken in een, geschreven door verschillende auteurs. Het eerste deel is een 170-pagina lange biografie, geschreven door Sergei Tkachenko over het leven van Peter Romanovsky. Het tweede deel is een autobiografie van Peter Romonovsky zelf. Dit deel behandelt voornamelijk het schaakaspect van Romanovsky’s leven en de ontwikkelingen die hij doormaakte. In totaal bevat dit 21 partijen en fragmenten. Het derde en laatste deel is zijn boek ‘Selected games’. In dit deel behandelt Romanovsky 51 partijen met als hoofdthema ‘de aanval’. Alle in totaal 72 beschreven partijen en fragmenten uit het 2e en 3e deel bevatten heel veel uitleg, wat het doornemen van deze partijen leuk en leerzaam maakt. Daarover later meer.

Voordat het eerste deel verder wordt uitgewerkt, hierbij eerst de stelling die Peter Romanovsky’s schaakstijl voorgoed veranderde. Hij speelde op 16-jarige leeftijd een oefenmatch van 10 partijen tegen zijn oudere broer, Alexander, die al een gerenommeerd schaker was. Hoe wint zwart in deze stelling? Het antwoord vind je verderop.

Lees meer >

Gerard Welling en Steve Giddins – The Lasker Method to improve in Chess: A Manual for Modern-Day Club Players

Het is exact honderd jaar geleden dat Lasker in Havana zijn wereldtitel verloor in een match tegen Capablanca. Daarmee kwam er een einde aan de langste titelhoudersperiode: nog steeds staat de 27 jaar van Lasker in de boeken als een record. Toch staat hij tot op de dag van vandaag minder in de belangstelling dan vele collega’s die tragische levensverhalen kenden, zoals Aljechin of Fischer, of bekend staan om hun eindspeltechniek of tactische vaardigheden, zoals Capablanca of Tal. Wellicht komt dit ook door de perceptie dat zijn spel zich niet leent voor een didactische aanpak. Om de Engelstalige Wikipedia te citeren: “He published chess magazines and five chess books, but later players and commentators found it difficult to draw lessons from his methods”. Des te spannender als er een nieuw boek gewijd wordt aan juist Laskers wijze van spelen: The Lasker method to improve chess: A manual for modern-day club players.

Laat ik maar meteen duidelijk stellen: Gerard Welling en Steve Giddins bewijzen met hun boek het ongelijk van Wikipedia. Zij laten duidelijk zien welke principes Lasker hanteerde in zijn spel. Zo ontstaat een leerzaam maar ook prettig geschreven boek. Welling en Giddins hanteren daarbij twee uitgangspunten: zij stellen de methode boven de partijen van Lasker en ze geven de lezer een praktisch openingsrepertoire ontleend aan Lasker.

Het eerste uitgangspunt komt voort uit, en daar zijn de schrijvers heel open in, de eerdere uitstekende publicaties die gewijd zijn aan Laskers partijen. Daarbij moet met name gedacht worden aan John Nunns John Nunn’s Chess Course (Gambit 2014), maar ook aan Andrew Soltis Why Lasker matters (Batsford 2005) en Gary Kasparovs onvolprezen My great predecessors (part I, Everyman Chess 2003). De schrijvers willen doublures voorkomen en gebruiken dus naast de partijen van Lasker veelal partijen van andere spelers die de Laskermethode goed illustreren. Deze aanpak werkt erg goed, omdat niet geforceerd in de carrière van Lasker hoeft te worden gezocht, maar de relevantste partijen voor de methode kunnen worden gekozen.

Lees meer >

Recensie: Chess for Educators van Karel van Delft

Al een paar weken ligt een boek op mijn bureau te pronken. Je zou kunnen zeggen dat dit de Engelstalige compilatie van het hele oeuvre van psycholoog en schaaktrainer Karel van Delft moet zijn. De titel: Chess for Educators. De auteur heeft een groot gedeelte van zijn leven besteed aan het bestuderen van de voordelen die het schaken voor kinderen in het dagelijks leven biedt. Zoals de achterflap vermeldt: schaken heeft de zeldzame eigenschap dat kinderen ons schaakspel leuk vinden terwijl het ook nog goed voor hen is. “Schaken is net als het leven: je moet plannen maken, beslissingen nemen, creatief zijn, uitdagingen aangaan, omgaan met teleurstellingen, interactie met anderen en het evalueren van je eigen handelingen”.

 

Inleiding
Karel probeert op wetenschappelijke wijze te onderbouwen dat bovengenoemde eigenschappen uit het dagelijks leven door het schaken in de praktijk kunnen worden gebracht en dat elk persoon die met het schaken in aanraking komt hier profijt van zal hebben. Niet verwonderlijk dat er ook is uitgezocht dat het schaken leerprestaties op school verbetert. Het is algemeen bekend dat cognitieve vaardigheden (zoals geheugenfuncties, concentratievermogen en visualisatie) worden verbeterd door je met het schaakspel bezig te houden. Daarnaast komt een schaker spelenderwijs in aanraking met mentale componenten, zoals het omgaan met teleurstellingen en het reflecteren op je eigen spel.

 

Opbouw
De ondertitel van het boek ‘How to Organize and Promote a Meaningful Chess Teaching Program’ geeft aan in welke richting de schrijver wil gaan. Hij legt zijn jarenlange ervaring als schaaktrainer/schaakcoach/organisator op tafel om mensen te helpen op een verantwoorde wijze een jeugdafdeling binnen een schaakclub georganiseerd te krijgen. Naast een uitgebreide introductie, waarin Van Delft uit de doeken doet wat hij voor ogen heeft om de lezer te bieden, is het boek ingedeeld in maar liefst 21 hoofdstukken. Ik zet ze op een rij:

Lees meer >

Recensie: Begrijp wat je doet 3: Siciliaanse structuren deel 2, Taimanov – Kan – Richter Rauzer

In deze recensie behandel ik het boek Begrijp wat je doet 3: Siciliaanse structuren deel 2, Taimanov – Kan – Richter Rauzer van IM Herman Grooten. Eerder schreef ik al een recensie over het eerste deel Begrijp wat je doet 3: Siciliaanse structuren deel 1, Najdorf & Scheveningen, die hier kan worden teruggevonden. Deze voorganger was met 391 pagina’s al een dikke pil, maar dit deel overtreft dat en komt uit op 431 pagina’s.

Opbouw
In het voorwoord wordt de keuze voor de varianten verantwoord, alsook waarom er een apart hoofdstuk over het zogeheten Egelsysteem is ingelast, namelijk omdat de varianten die in dit boek staan via verschillende zetvolgordes naar dit systeem kunnen leiden.

Daarna volgt, net als in het eerste deel, een tussenhoofdstuk over het goed bestuderen van openingen. Volgens Grooten moet de nadruk liggen op ideeën in plaats van specifieke zetvolgordes. Deze stijl past hij ook zelf toe door de voorbeeldpartijen uit zijn boek van verbale uitleg te voorzien in plaats van een enkel engineoordeel na eindeloze varianten.

De vier inhoudelijke hoofdstukken (over het Egelsysteem, Taimanov, Kan en Richter Rauzer) vertonen dezelfde structuur: een introductie, de betreffende variant weergegeven in schema’s, een overzicht van alle varianten en tenslotte modelpartijen. Alleen het Egelsysteem wijkt in dit opzicht iets af door de witte en zwarte plannen afzonderlijk te behandelen, maar er is al uitgelegd waarom dit hoofdstuk een vreemde eend in de bijt is.

Ten slotte volgt een deel met opgaven en oplossingen.
Fragment
Als de variant in schema’s wordt uitgelegd, volgt daarbij alleen een weergave van de pionnenstructuren en enkele stukken. Een voorbeeld hiervan is de volgende stelling:

Lees meer >

Recensie: Your Jungle Guide to Chess Tactics

Inleiding

Het is al lang geen geheim meer: patroonherkenning is onontbeerlijk om een zeer goede schaker te worden. Een grondige kennis van tactische motieven is een absolute voorwaarde om met succes van strategie gebruik te kunnen maken. De schaakliteratuur staat dan ook bol van ‘puzzelboeken’ over deze tactische patronen. Een ‘Jungle Guide’ voor de immense hoeveelheid schaakliteratuur die in zijn algemeenheid wordt geproduceerd, zou daarom ook wel eens welkom zijn. Met deze recensie poog ik daaraan een bijdrage te leveren.

Het kersverse boek Your Jungle Guide to Chess Tactics verraste mij meteen in de inleiding. Auteur Peter Prohaszka benoemt daar dat hij met dit boek een opvallende leegte in de schaakliteratuur opvult: “There are countless puzzle books avaible. However, its very surprising that there is virtually almost none that gives a comprehensive overview wit hall of the frequent tactical motifs and themes that occur in practice.” Hij voegt daar aan toe dat de voor hem bekende puzzelboeken vaak incompleet, niet-systematisch of (te) oud zijn met fouten in de analyse. Zijn ambitieuze doel is dan ook om deze leemte op te vullen met als publiek de ambitieuze schaker en actieve schaakcoaches. Ik zou de leegte die Prohaszka benoemt iets willen afzwakken en hem tegelijkertijd willen complimenteren met de uitstekende wijze waarop zijn doelstelling is geslaagd. Maar daarover later meer.

Lees meer >

Boekrecensie – Bobby Fischer and his world

Inleiding

Deze recensie behandelt het vorig jaar uitgekomen boek: Bobby Fischer and his world, geschreven door John Donaldson (1958). Donaldson is een Amerikaanse IM en zit als het over Fischer gaat natuurlijk dicht bij het vuur. Donaldson werd IM in 1983 en was aanvoerder van het Amerikaanse team in zes olympiades tussen 1986 en 1996. Hij staat bekend om het schrijven van schaakboeken. Er zijn openingsboeken,

Lees meer >

Universal Chess Training

Wellicht vraagt u zich af “Wie is Wojciech Moranda?” Zelf kende ik hem ook nog niet. Hij is een Poolse grootmeester met een rating van 2618. Een meer dan behoorlijke schaker, die zich op relatief jonge leeftijd ook is gaan bezighouden met het trainen van anderen, bijvoorbeeld voor de Poolse Nationale Jeugd Academie.

In de inleiding van het boek vertelt Wojciech hoe hij aanvankelijk elk boek verslond waarop hij de hand kon leggen. Het is een weg die velen, waaronder ik zelf, zijn gegaan. Informatie opzuigen over ideeën, manoeuvres en zetten. En dan maar hopen dat het ooit tot iets zal leiden.

Pas toen hij zelf anderen les begon te geven, ontdekte hij dat dit niet de manier was om schaken te leren. Het bracht hem tot het inzicht dat goed leren schaken niet alleen draait om wat er op het bord gebeurt, zoals plannen en ideeën in diverse stadia van een schaakpartij, maar om denkprocessen en besluitvorming. Hij  ontwikkelde een eigen trainingssysteem. Op basis van de ontwikkeling van een student is binnen dat systeem duidelijk wat de betreffende student aan training moet verwerken. Tegenwoordig gaat hij in zijn eigen schaakschool uit van de volgende drie fasen:

  1. Kerntraining: de basale elementen van het spel die iedereen onder de knie moet hebben.
  2. Gepersonaliseerd programma: gerichte oefeningen afgestemd op de individuele speler en ontworpen om bepaalde tekortkomingen te verhelpen.
  3. Universele schaaktraining: denkprocessen en besluitvorming in de praktijk al of niet afgeleid uit de beschikbare kennis.

Volgens hem was een methodiek ontwerpen voor de stappen 1 en 2 relatief gemakkelijk. Maar voor de derde fase liggen de zaken duidelijk gecompliceerder. Hij spitte door letterlijk duizenden partijen van zijn studenten om te bekijken waar ze moeilijkheden ervoeren. Wat hij ontdekte was ook voor hem een verrassing.

Lees meer >

Over klassieke klassiekers

Dit wordt voorlopig mijn laatste recensie. Na 2,5 jaar recensent bij Schaaksite geweest te zijn, is het tijd om het stokje over te dragen aan nieuw schrijftalent. In die 2,5 jaar heb ik heel wat boeken zien langskomen. Uiteraard een heleboel openingsboeken, een aantal boeken over het middenspel en eindspel, nog wat biografieën. Maar ook aardig wat boeken over schaakpsychologie en zelfs een boek over schaken en het leven zelf.

 

Uiteindelijk werd ik echter toch altijd getrokken door de klassiekers, boeken die de tand des tijds hebben doorstaan en hun klasse bewezen hebben. Net als in de ‘gewone’ literatuur sla ik het nieuwste van het nieuwste liefst over – een eigenschap die als recensent natuurlijk iets minder handig is. Ja, het is af en toe lekker om een nieuw maar matig boek te fileren, maar je wilt uiteindelijk toch je tijd op aarde vooral aan goede literatuur besteden.

 

En er valt nog meer dan genoeg te lezen als we de klassiekers beschouwen. Zo had ik mijzelf nog nooit verdiept in ook maar enige wereldkampioen van voor mijn tijd, terwijl daar genoeg te leren valt – zowel schaaktechnisch als verhaaltechnisch. Toen ik in de Queen’s Gambit hoofdpersoon Beth Harmon met het boek ‘My Chess Career’ van Capablanca zag rondlopen, was de keuze snel gemaakt: als het goed genoeg is voor Beth, is het goed genoeg voor mij!
Lees meer >