50 jaar Paul Keres
Een jaar na het vijftigjarig bestaan van de Utrechtse schaakclub Paul Keres is er een dik jubileumboek verschenen. Dat de club de jubileumdatum heeft laten verlopen is niet bezwaarlijk, want als het boek op tijd was verschenen had het geen 305 pagina’s geteld.
De club werd in 1968 opgericht onder de naam Utstud. Het was een studentenclub in Utrecht, dus iedereen kan bedenken wat die naam betekent. Utstud was een fusieclub van drie zeer oude studentenclubs, namelijk Lasker (1908), Stukken & Schijven (1910) en Caïssa (1946).
De fusieclub begon binnen de competitie van de Stichts-Gooise Schaakbond op het laagste niveau en maakte een glorieuze tocht naar boven, net als later bijvoorbeeld Koningsclub Bergen en Sopsweps’29, die vanwege het reglement ook op het laagste niveau moesten beginnen. Het boek bevat een hilarisch gefingeerd verhaal van een tegenstander die hier niet blij mee was.
“Meneer, ik ben veertig jaar met plezier lid van de Koperen Loper, maar de lol is er nou wel af. En ik ken er genoeg die er net zo over denken, ook bij andere verenigingen. Die lui van Utstud winnen alles. Ze verpesten gewoon alle competities waar ze aan meedoen. D’r is geen aardigheid meer aan. Ze worden gesponsord door Van der Galie (een boekhandel met een grote schaakafdeling – JH) en daarom konden ze die spelers van Utrecht kopen. ’t Is geen wonder dat ze er geen fluit aan doen om loten voor de KNSB te verkopen, terwijl wij ons uit de naad moeten lopen om een pakketje schaakmateriaal te winnen. De centen komen ze gewoon aanwaaien, nou en daar willen ze wel voor spelen.”
Lees meer >
Veel trainers vertellen dat het naspelen van partijen, die door sterke grootmeesters zijn geanalyseerd, een goede manier van trainen is. Je krijgt inzicht in de belangrijkste thema’s in bepaalde stellingen, je ziet tot op zekere hoogte hoeveel varianten topspelers berekenen en het is leerzaam te zien hoe gewonnen stellingen worden afgemaakt of hopeloze verdedigd. Desondanks verschijnen er niet zo gek veel partijenverzamelingen in vergelijking met openingsboeken of werken die zich richten op verbetering van het middenspel.
s Publishing een boek had gepubliceerd van topcoach Vladimir Tukmakov genaamd ‘Coaching the Chess Stars’, was ik natuurlijk enthousiast om dit boek te recenseren: het gaat per slot van rekening over mijn eigen vakgebied. Ik was van tevoren nog niet bekend met de aanpak van Tukmakov en bij een dergelijk onderwerp is het altijd de vraag of die aanpak je ook aanspreekt. In de inleiding overtuigt Tukmakov me echter al direct. Hij zegt namelijk het volgende:

Laat me maar meteen met de deur in huis vallen: ik zit in een schaakdip. Wellicht kan je het een pre-post-titeldip noemen: met een virtuele rating van 2395 en drie normen op zak sta ik op matchpunt voor de IM-titel. Echter, hoewel het me in de schaakwereld wellicht wat meer status oplevert, zal ik er in de echte wereld geen vrouw extra mee imponeren – laat staan dat ik dichter kom bij het vervullen van mijn lotsbestemming (wat dat ook zou moge zijn).
