Schaakgeschiedenis in vogelvlucht 5: Adolf Anderssen

Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het ons gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin we de schaakgeschiedenis voor het voetlicht willen brengen.
Dit is het vijfde artikel waarin misschien wel de meest onsterfelijke partij aan bod zal komen.

Het vierde artikel ging over Howard Staunton (1810 – 1874). De schaakwereld mag hem danken voor het feit dat hij er in 1851 in slaagde om in Londen het eerste grote internationale toernooi aller tijden te realiseren. Het werd een knock-outtoernooi dat nog zonder klok gespeeld werd. Winnaar werd Adolf Anderssen (1818-1879) die met prachtig aanvalsspel de meeste partijen naar zijn hand wist te zetten.

Behalve het feit dat hij een grote periode vrij succesvol was, heeft hij ook een belangrijke rol gespeeld bij het ontwikkelen en bedenken van schaakproblemen.
Anderssen was een gambietspeler pur sang, die een offertje links en rechts niet schuwde. Zijn belangrijkste doel was het bestoken, opjagen of uitroken van de vijandelijke koning.
Dit was in feite het begin van de zgn. romantische periode, die gekenmerkt wordt door frivole offercombinaties. De correctheid was soms ver te zoeken, maar het gold in die tijd als oneervol om een offer te weigeren. Tegenwoordig weten we dat een combinatie soms weerlegd kan worden door het eerste offer aan te nemen en een volgend te weigeren.
Gelukkig was dat in 1851 niet het geval. Het werd zelfs als oneervol beschouwd om een offer te weigeren. Het stelde Anderssen in staat zijn onsterfelijke partij tegen Kieseritsky te spelen.
Lees meer >






