Rubrieken

“Veertig jaar geleden” door Manuel Nepveu. Column van Schaakvereniging Promotie

Ik heb begrepen dat de twintigjarigen van nu nauwelijks meer televisie kijken, maar zitten te Netflixen of alleen maar op hun mobiele telefoon aan het rotzooien zijn. Ik, stokoude man, kijk nog wel eens televisie. Bij toeval ontdekte ik onlangs dat er op de Belgische zender Canvas een schaakdocumentaire te zien was van maar liefst anderhalf uur: ” Closing gambit: 1978- Korchnoi versus Karpov and the Kremlin.” Zo vaak worden wij als schakers niet verwend met televisieprogramma’s die over schaken dan wel schakers gaan.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 8 september 2018

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

De nieuwe digitale Nieuwsbrief van het Max Euwe Centrum is uitgebracht. Dit keer met – onder andere – de volgende items:

De andere Lasker

Dansend schaken

Wat hebben schaken en muziek gemeen?

De foto en zijn verhaal

Jaap Harder Memorial

Oude brieven van Euwe

Informatie over www.chessed.nl

Pleinfestival 2018 in beeld

Op www.maxeuwe.nl kan je de Nieuwsbrief downloaden of lezen.

Bologan’s King’s Indian: A modern repertoire for black

Een opening die leidt tot veelal gecompliceerde stellingen en die vroeger als wapen gold voor grootheden als Fischer en Kasparov. Uiteraard hebben we het over de KID (King’s Indian Defence). Deze twee grootheden die dit meermaals met succes hebben gespeeld, wisten er natuurlijk ook veel vanaf. Helaas voor de wat luiere schakers onder ons, is dit ook hard nodig om de KID met succes te kunnen spelen. Het is een leuke opening die kan lijden tot ongebalanceerde stellingen waarbij een creatieve geest altijd van pas komt.

Lees meer >

Opmars Caruana begon in Vlissingen

Succes heeft vele vaders, luidt een Nederlands gezegde. In Vlissingen moeten ze dus niet zelf hoog van de toren blazen, daarom zeg ik het voor hen. Fabiano Caruana bereikt in november met het spelen van een WK-match een voorlopig hoogtepunt in zijn schaakcarrière, die op topniveau begon in Vlissingen.

Caruana in 2016. Foto: Harry Gielen.

Of die bewering waar is, hangt ervan af wat je verstaat onder topniveau. Caruana was in 2007 al grootmeester toen hij als vijftienjarige naar Vlissingen kwam. Dat was hij net geworden, door in maart, april en juni in Boedapest drie First Saturday-toernooien te winnen. Met zijn ouders woonde hij daar tijdelijk, nadat hij als Italiaan in Florida was geboren. Caruana had daarmee zowel de Italiaanse als de Amerikaanse nationaliteit.

Die First Saturday-toernooien waren precies zo samengesteld dat je er titelnormen kon scoren. Vergelijkbaar met in Nederland bijvoorbeeld het Sonnevanck-toernooi in Wijk aan Zee en het Batavia-toernooi in Amsterdam. Zijn resultaten in Boedapest waren dan ook beslist ondergeschikt aan het winnen van het Hogeschool Zeeland Toernooi, enkele maanden later.

In het boek met de spannende titel ‘Fabiano Caruana’ (aan het eind van dit artikel meer over het boek) wordt het toernooi als volgt afgedaan: “In August 2007, Caruana won the small open in Vlissingen, and in December, at the end of a good year for himself, he became Italian Champion!”

Een halve zin. En een klein toernooi? We weten allemaal dat het dat in elk geval niet is qua aantal deelnemers, maar de bezetting was ook sterk genoeg om stil te staan bij het resultaat van de vijftienjarige. Caruana eindigde gelijk met Tiviakov en de minder sterke Appel en De Jong, maar voor Kasimdzjanov, Krasenkov en Romanisjin.

Fabiano Caruana in Vlissingen 2007 (foto Jos Sutmuller)

Gert Ligterink vond het ook zeker geen onbeduidend toernooi, integendeel. In zijn rubriek in de Volkskrant schreef hij halverwege het toernooi, na een uiteenzetting over Amsterdam, Leiden en Dieren: “Niettemin gaat de eer van het sterkste zomertoernooi niet naar Dieren, maar naar Vlissingen. Het zijn niet allemaal grootmeesters die in de Hoogeschool Zeeland aantreden, maar aan de topborden zijn grote spelers te zien. Voormalige FIDE-wereldkampioen Rustam Kazimdzjanov bijvoorbeeld of Sergei Tiviakov en Daniel Stellwagen, de hoofdrolspelers van het afgelopen NK.” Met nog twee ronden te gaan schreef hij dat een van de opvallendste prestaties op naam kwam van de Franse topspeelster Marie Sebag. Ligterink voorzag op dat moment dus nog niet wat ons te wachten stond.

Halverwege het toernooi begon Caruana wel op te vallen.Koen de Vries in de Provinciale Zeeuwse Courant: “Het magere mannetje met de dikke brillenglazen lijkt in Vlissingen van alle markten thuis. In de beginronden legde hij zijn tegenstanders binnen enkele zetten zijn wil op, en nu hij sterkere schakers ontmoet, perst hij langzaam maar zeker alle lucht uit de stelling van de vijand. Dat overkwam gisteren de Duitser Zaragatski, de man die maandag nog zo knap Sergei Tiviakov versloeg.” De journalist wist ook nog te melden dat Caruana in New York ‘Fabulous Fabiano’ genoemd werd. Dat het vijftienjarige ‘ventje’ in de zesde ronde van de twintigjarige Stellwagen won, vond De Vries verrassend. Caruana kwam daardoor met zes uit zes alleen aan de leiding.

Een dag later: “Normaal gesproken verhuist een familie wanneer papa of mama ergens een andere baan krijgt. Bij de familie Caruana ligt dat anders. Daar reist het gezin de net vijftien jaar geworden zoon Fabiano achterna. Alles wordt aan de kant gezet voor het bereiken van de mondiale schaaktop.” Caruana vertelde de journalist dat meespelen in het Corus-toernooi in Wijk aan Zee een doel van hem was. In de B-groep, voorlopig. Zijn vader juichte die doelstelling toe, want Nederland beviel hem goed. Fabiano: “Ja, dat zegt hij nou wel, maar als ik hier veel partijen verloren zou hebben, zou hij heel anders over Nederland hebben gedacht.”

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 1 september 2018

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

The Full English Opening

Na The Gambit Guide to the English Opening: 1…e5 (1999) en The Symmetrical English (2000) komt de Deense FM Carsten Hansen opnieuw met een boek over het Engels: The Full English Opening. Naast 1.c4 e5 en 1.c4 c5 (daarover gaan de boeken uit 1999 en 2000) komen nu ook de Indische openingen aan bod, evenals de Slavische en Hollandse opstelling tegen het Engels. Ik was erg benieuwd naar dit boek, omdat het Engels al een tijdje op mijn repertoire staat. Daarnaast is het een hele kunst om de volledige Engelse opening in één boek te bespreken.

Geen boek over openingstheorie

In de inleiding (zie voorbeeldpagina’s) wordt al meteen duidelijk dat het boek in kwestie geen traditioneel openingsboek is. De theorie van het Engels kan wel een update gebruiken volgens de schrijver, maar hij acht het belangrijker om de fundamentele concepten van de Engelse opening te bespreken. Vandaar ook de ondertitel van het boek, Mastering the Fundamentals.

Lees meer >

Schaakhistorie (8): Bert Enklaar dacht altijd na over de zin van alles

Die Enklaar, die was toch ook heel goed? Dat vroeg een clubgenoot van mij toen ik in 2011 de Canon schreef. Enklaar stond daar niet in. Paul van der Sterren toonde zich onlangs in Schaakmagazine verdrietig dat Enklaar zelfs niet in mijn top-40 stond. Ik had hem zeker in mijn overwegingen meegenomen, maar zijn resultaten waren daarvoor te licht en te weinig. Een kleurrijk schaker was hij zeker en er is genoeg over hem te vertellen. Enklaar was een schaker die worstelde met de keuzes tussen maatschappij, wetenschap en de schaaksport. Met schaken begon hij in zijn jeugd en begon hij als volwassene twee keer opnieuw.

Bert Enklaar werd geboren op 1 december 1943. Begin jaren zestig was hij een van de veelbelovende jonge spelers bij VAS die ervoor zorgden dat het tweede team in 1961 kampioen van Nederland werd en voor wie VAS-coryfee Berry Withuis in 1961 het IBM-toernooi oprichtte, om de jongens gelegenheid te geven meesternormen te scoren. Dat is in deze geschiedenisverhalen al meerdere keren aan de orde geweest. Tot zijn leeftijdsgenoten behoorden Piet van der Weide, Tim Krabbé (beiden 1943), Hans Ree (1944) en Rob Hartoch (1947). Van Kick Langeweg (1937), de winnaar van het eerste IBM-toernooi, werd al wat langer iets verwacht. Coen Zuidema (1942) behoorde ook tot deze lichting, maar speelde bij de Amsterdamse rivaal ASC.

Met Ree was Enklaar goed bevriend, bleek uit het in memoriam dat Ree in 1996 schreef in NRC-Handelsblad. Ree: “Er waren jaren dat ik Bert Enklaar bijna iedere dag zag. We volgden dezelfde wiskundecolleges en gingen daarna naar het koffiehuis tegenover Artis, waar we praatten over de zin van wiskunde, literatuur en schaken. Er staat me bij dat gesprekken met hem vaak over de zin van iets gingen, maar waarschijnlijk ging het meestal gewoon over het Konings-Indisch of het Boedapester Gambiet, waar hij een tijdje een ongelukkige liefde voor had. (…) Sommige mensen konden ons niet uit elkaar houden en het is me een paar keer gebeurd dat ik met een schaker praatte en na een tijdje merkte dat die dacht dat ik Bert Enklaar was.”

Op weg naar een landenwedstrijd tegen Engeland, in 1963, hoorden ze op een station in Londen dat Kennedy was doodgeschoten. Enklaar vond dat heel erg en dat verbaasde Ree.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 25 augustus 2018

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

Omgaan met paarden

Schaakrubriek in De Gooi- en Eemlander

Een legende, dat woord moet je niet te vaak gebruiken, maar bij de schaakclub En Passant in Bunschoten-Spakenburg is Henk Pruijs een legende. Geen levende legende, hij overleed in 2006 op 56-jarige leeftijd. In 1970 had hij kennisgemaakt met de club, toen hij het schaakzaaltje binnenstormde en luid uitriep: “Waar is de bijeenkomst van de jonge boeren?” Het leverde hem luid gesis en boze blikken op van de leden die natuurlijk nog niet wisten dat er zojuist een aankomende legende zijn entree had gemaakt. Hij werd clubkampioen in 1979, 1982, 1986 en van 1993 tot en met 1996. Boer bleef hij niet lang, Pruijs werd marktkoopman. Niet in de vis of in de koek, zoals vele Bunschoters, maar in de wol.

Het waren niet de zeven clubkampioenschappen die hem legendarisch maakten, want clubkampioen werden er zovelen. Het was iets veel specifiekers. Henk Pruijs is legendarisch vanwege zijn paarden. En niet die van de boerderij van zijn vader.

Ooit kwam ik kijken bij een competitiewedstrijd van En Passant 1, toen Pruijs me in de wandelgangen toevertrouwde: “Ik sta gewonnen, want ik heb paarden.” Na bij zijn bord te hebben gekeken, deed ik iets onreglementairs. Ik gaf hem namelijk informatie die ik had ingewonnen, namelijk: “Jouw tegenstander heeft ook paarden.” Waarop Pruijs zei:

Lees meer >