Rubrieken

“Dr. Z’s opinie 149: Dammen, schaken, Go en straks wiskunde” door Hans Meijer. Column van Schaakvereniging Promotie.

De column van Hans is weer zeer lezenswaardig. Lees hem hier !

Schaakrubrieken weekend 10 maart 2018

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

“Old filth” door Jan Willem Duijzer. Column van Schaakvereniging Promotie.

Een gemompeld “j’adoube”, “koffie?” en als het zover komt: “remise?”. Er zijn genoeg schakers die daarmee door hun hele gespreksrepertoire heen zijn voor een competitiewedstrijd of zelfs een avond op de club. Met elkaar praten is een overschatte activiteit. Schakers weten dat en slagen er in om hun onderlinge gesprek te beperken tot wat echt noodzakelijk is, liefst op een fluistertoon en zo mogelijk geheel non-verbaal.

Het misverstand is dat deze afwezigheid van gepraat onderlinge verbinding en vriendschap in de weg zou staan.

Lees meer >

De denksportrubrieken moeten weer terug in de Volkskrant!

Zoals genoegzaam besloot de Volkskrant onlangs te stoppen met de denksportrubrieken. Protesten leidden ertoe dat alleen de schaakcolumn van Gert Ligterink deze beslissing overleefde. Damschrijver Ton Sijbrands en bridgejournalist Kees Tammens namen twee weken geleden tegen hun zin afscheid van hun lezers.

De Volkskrant zit duidelijk met de schaakrubriek in de maag. De oplossing waar nu voor gekozen is – elke zaterdag in het sportkatern – slaat als een tang op een varken.

Lees meer >

Dammen en bridge niet, schaken wel. Waarom?

De schaakrubriek in de Volkskrant blijft behouden, de dam- en bridgerubriek zijn opgeheven. Waaraan hebben wij het behoud van de rubriek van Gert Ligterink te danken? Twee weken geleden zette Jean-Pierre Geelen, ombudsman van die krant, de diverse overwegingen op een rijtje.

Gert Ligterink schrijft de rubriek al 35 jaar

Het waren alle drie oudgedienden. Ton Sijbrands schreef in bijna 42 jaar 2180 damrubrieken. Kees Tammens schreef er 1152. Geelen noemt het aantal van Gert Ligterink niet, maar hij begon in de zomer van 1983. Dat is bijna 35 jaar geleden, stel het aantal maar op 1800.

Sijbrands en Tammens toonden zich waardige verliezers, concludeerde de ombudsman uit de twee keurige afscheidsrubrieken. Ligterink is een winnaar, zijn rubriek verhuisde naar de sportpagina.

 

Lezersonderzoek

Ook in 2013 was er het voornemen met de denksportpagina te stoppen. Aanleiding was een lezersonderzoek. Er werden 3000 abonnees bevraagd, van wie er 1159 reageerden. Daarvan zei 6,4% de schaakrubriek te hebben ingekeken, 4,5% de bridgerubriek en 1,7% de damrubriek. Mannen scoorden hoger dan vrouwen (dat verbaast schakers niets) en bridge trok meer lezers boven de zestig jaar dan eronder. Protesten kwamen destijds vooral van dammers en bridgers. Geelen: “De liefhebbers bleken goed georganiseerd, sites riepen hen op een dam op te werpen tegen het idee. Dat hielp. Tot vandaag.”

Een nieuwe noodzaak tot bezuiniging bracht dit jaar de pagina opnieuw in gevaar. De ombudsman: “In het besluit weerspiegelt zich een maatschappelijke ontwikkeling: denksporten zijn niet de populairste; met het WK Bridge vult de NOS geen avonden televisie. Eerder sneuvelden onder meer de postzegelrubriek en het biljartnieuws, de beurskoersen zijn drastisch ingekort. De krant is een spiegel van de tijd.”

Waarom schaken dan wel? Geelen: “Dat heeft te maken met de iets grotere maatschappelijke rol van die sport. Grote schakers zijn bekender dan dammers of bridgers van gelijke statuur.” De schaaksport heeft ook een ander aanzien: “Beeldspraken en vergelijkingen zijn doorgaans ontleend aan het schaken, zelden aan dammen of bridge. Schaken staat voor ‘intellectueel’, dammen is een ‘kinderspel’.”

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 3 maart 2018

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

Top-40 Nederlandse schakers. 9: Ivan Sokolov

Het is een beetje wrang dat de vreselijke Balkan-oorlog van begin jaren negentig Nederland twee van onze grootste schakers aller tijden opleverde. Predrag Nikolic koos er niet voor om onder de Nederlandse vlag te spelen en staat daarom niet in deze top-40. Ivan Sokolov koos daar wel voor.

Ivan Sokolov in 2000 bij Lost Boys. Foto: Johan Hut.

Ivan Sokolov (geboren 13 juni 1968) speelde in 1992 mee in het Interpolis-toernooi in Tilburg, waar hij zijn landgenoot Predrag Nikolic en diens broer Nebojsa weer ontmoette. Omdat ze niet terug konden naar Joegoslavië, betrokken ze begin 1993 met z’n drieën een flat in Oegstgeest. Bij hun aanvraag voor een verblijfsvergunning werden ze goed geholpen door Joop Piket (bestuurslid KNSB) en Ton Kohlbeck (wethouder Oegstgeest en ook schaker). Financiële steun hadden ze niet nodig.

Sokolov en de oudste Nikolic waren al wereldtoppers. Sokolov was in 1988 kampioen van Joegoslavië en stond bij zijn komst in Nederland op de 14e plaats van de wereldranglijst.

In 1994 debuteerde hij op het Nederlands kampioenschap met een vierde plaats. Een jaar later werd hij eerste voor Piket, Reinderman en Van Wely. In 1996 eerste samen met Timman, van wie hij de barrage met 2,5-1,5 verloor. In 1997 werd Sokolov derde en een jaar later haalde hij zijn tweede titel binnen, in een zeer sterk veld met Timman, Nikolic, Van Wely en Piket.

Op voorstel van het nieuwe KNSB-bestuurslid Sytze Faber besloot het bestuur vervolgens dat spelers alleen aan het NK mochten deelnemen als ze niet voor een ander landenteam zouden spelen. Nikolic, kampioen in 1997 en 1999, ging niet akkoord met die voorwaarde, Sokolov wel. Hij werd nog vier keer tweede en twee keer derde. Tien keer speelde hij niet mee. Meestal omdat er op het NK geen startgelden werden betaald, maar ook een paar keer omdat hij weer voor Bosnië wilde uitkomen.

 

Toernooizeges

Op de Olympiade speelde Sokolov in 2002, 2004, 2006 en 2012 voor Nederland, met een score van 62%.

Lees meer >

Schaakgeschiedenis in vogelvlucht 19: Mikhael Tal

Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het mij gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin de schaak¬geschiedenis voor het voetlicht wordt gebracht. In de vorige aflevering hebben we het gehad over Vassily Smyslov. In deze nieuwe aflevering zullen we het hebben over Mikhail Tal (1936 – 1992).

In een van de vorige afleveringen van deze serie over de schaakgeschiedenis hebben we het gehad over de Rus Mikhael Botwinnik (1911 – 1995) die, nadat hij de wereldtitel had veroverd, deze driemaal kwijtraakte aan een landgenoot.

Mikhail Tal (foto Jos Sutmuller)

Dat was in 1960 tegen de briljante en onberekenbare Mikhael Tal (1936 – 1992). Maar voor de tweede maal in zijn carrière bleek de verslagen wereldkampioen de meester van de voorbereiding want in de revanchematch slaagde hij er opnieuw in om zijn eigen zwaktes te lokaliseren en die van de tegenstander bloot te leggen. Voor de derde maal in zijn carrière werd Botwinnik tot wereldkampioen gekroond.
Ondertussen had Tal wel geschiedenis geschreven door als 24-jarige volkomen onverwacht wereldkampioen te worden. De “Tovenaar van Riga” zoals zijn bijnaam was, bleek een meester te zijn in het combinatiespel en door op het scherp van de snede te spelen bracht hij Botwinnik aan het wankelen. De correctheid van de offers werd achteraf wel eens ter discussie gesteld, maar tijdens een praktische partij bleek het voor veel spelers (te) moeilijk om adequaat te reageren op zijn wervelende aanvalsspel.
Heel fameus is het volgende dubieuze paardoffer dat hij bracht tegen Botwinnik, maar waarmee hij de solide wereldkampioen aan het wankelen bracht en de partij zelfs wist te winnen. Het geeft aan dat het Tal niet aan de nodige moed ontbrak om in zo’n belangrijke match op het scherp van de snede durfde te spelen.

21…Pf4?!
Deze stelling is talloze keren afgedrukt. Tal gooit er pardoes een paard tegenaan. Nog wel tegen de wereldkampioen, die bekend stond als een uiterst solide speler. Maar de complicaties van dit offer werden Botwinnik, die ook niet al te veel tijd meer had, snel te veel.

Lees meer >

“Het collectieve geheugen” door Manuel Nepveu. Column van Schaakvereniging Promotie.

Ik heb van de Olympische Winterspelen genoten. Van het schaatsen om precies te zijn. Wanneer er bij het langebaanschaatsen wat te verdienen viel keek ik. Heel chauvinistisch.

Er waren werkelijk schitterende momenten bij, de verrassingen. Verrassingen, ik zei niet: plezierige verrassingen. Bij de tienduizend meter verwachtte ik een strijd tussen de drie bekende namen. Mijn persoonlijke gunfactor ging half om half uit naar Ted-Jan Bloemen, de man die het om toch wat onduidelijke redenen in Nederland altijd zo moeilijk had,

Lees meer >

“Ontzag voor schaken verdringt het dammen”

“Schakers hebben een grotere bek dan dammers. Dammers zijn introverter en het is geen tijd voor introverte mensen.” Dat zegt Arne van Mourik tegen Margriet Oostveen, columniste van de Volkskrant. Uiteraard vindt Van Mourik het een ramp dat de damrubriek van die krant is verdwenen. Ook betreurt hij het dat de dambond nog maar 4.500 leden heeft en de schaakbond zo’n 20.000. Weten wij eigenlijk wel dat dammers dieper denken dan schakers? Van Mourik denkt ook diep, hij noemt zich denksportfilosoof.

De denksportfilosoof is toch vooral geïnteresseerd in dammen. De 41-jarige Arne van Mourik woont nog steeds op zijn studentenkamertje in Zeist, waar hij een enorm damarchief heeft. Hij schrijft artikelen voor twee damtijdschriften en werkt aan vijf damboeken tegelijk. Hij noemt zijn kamertje het kloppend hart van de Nederlandse damcultuur.

Lees meer >