Rubrieken

Krantenrubrieken weekend 27 maart 2021

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

In de schijnwerpers: IM Stefan Kuipers

Stefan Kuipers is op dit moment zo’n beetje het gezicht van schakend Nederland. Hij presenteert de Twitch-uitzendingen van de schaakbond. Dus vallen we maar meteen met de deur in huis en vragen we hem hoe dat tot stand is gekomen.

Ik ben er zelf een jaar of vijf geleden mee begonnen en vond het bijzonder leuk. Maar na een tijdje heb ik het toch op een laag pitje gezet. Naast het feit dat het leuk was, hoop je ook er wat aan te verdienen. Dat viel tegen. Ik had al wel een naam opgebouwd en werd benaderd door de KNSB of ik verslag wilde doen van het NK internet. Daar is het toen allemaal mee begonnen.

Het zal drie jaar geleden zijn geweest, ik ben de tel een beetje kwijtgeraakt, toen men me vroeg of ik het NK ook live wilde verslaan. Daarvoor deed ik het al via een blog. Dankzij de inspanningen van Koos Stolk, die was daarvan een groot voorvechter, is dat toen overgegaan in een live stream.

Twitch

Toen kwam Corona en ging er heel veel online. Ik ben er telkens bij betrokken geweest en had ook wel de handigheid gekregen om zoiets op te zetten. Daardoor kwamen ze telkens weer bij mij uit. Dat sloeg aan. Ik heb ook veel jeugdwedstrijden becommentarieerd. Vervolgens kwamen er de webinars. Dat was een idee van Jeroen Bosch. Daarna volgde Tata Steel. Mensen waren enthousiast. We hebben daarop enorm veel positieve reacties gehad. Het is dus boven verwachting ontvangen. Zelf vind ik het ook bijzonder leuk om te doen en ga er graag mee door. Ik hoop wel dat er meer mensen komen die het ook willen doen. Want men moet niet van mij afhankelijk zijn.

Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?
Op mijn vijfde heb ik het ergens gezien en wilde ik het per se leren. Mijn ouders konden niet schaken, dus hebben ze me naar een club gestuurd. Daar heb ik leren schaken.

Lees meer >

schaakverhaal

De aard van het beestje

Hans Böhm heeft onlangs samen met Yochanan Afek een boek geschreven met de veelzeggende titel: ‘De pion. De ziel van het schaakspel’. Als eerste in een reeks over de verschillende schaakstukken.

Dit bracht mij op het idee om de stukken eens onder de loep te nemen en ze te vergelijken met de karakters van het personeel op een doorsnee kantoorverdieping. Psychologie van de koude grond natuurlijk,

Lees meer >

Eens maar nooit weer

In 2000 was de organisatie van het Nederlands kampioenschap in handen van Sytze Faber, het KNSB-bestuurslid topschaak. In die hoedanigheid werd hij belast met de samenstelling van een 12-koppig deelnemersveld, en dat was nog niet zo eenvoudig. Jan Timman mocht wel maar wilde niet omdat hem een startgeld was ontzegd, en de Bosniërs Sokolov en Nikolic wilden wel maar mochten niet omdat ze niet bereid waren om voor het Nederlandse Olympiadeteam te spelen, destijds een conditio sine qua non om deel te mogen nemen aan het Nederlands kampioenschap. Via de halve finale plaatsten zich Friso Nijboer, Manuel Bosboom, Herman Grooten en Dennis de Vreugt, zeven anderen werden op grond van hun rating toegelaten, en toen was er nog een wildcard over. Faber besloot die aan Genna Sosonko te gunnen, maar deze legde de uitnodiging naast zich neer. Hij had nog wel een goede raad voor Faber: “Waarom nemen jullie geen computer?” Waarschijnlijk schertsend bedoeld, maar bij Faber viel het kwartje met donderend geraas. Een computer, natuurlijk, dat hij daar niet eerder aan had gedacht…

In die tijd was de schaakcomputer in opkomst. Drie jaar eerder had toenmalig regerend wereldkampioen Garri Kasparov een match tegen IBM-computer Deep Blue met 3½-2½ verloren, wat voor flink wat consternatie had gezorgd. Faber besloot de gok te wagen en nam het besluit de computer Fritz SSS*, destijds onder de merknaam Quest computerkampioen van Nederland, in het diepe te gooien. Jaap van den Herik, hoogleraar informatica aan de Universiteit van Maastricht, bestempelde de beslissing van het KNSB-bestuur als moedig. Van den Herik: “De samenvoeging van mensen en computers in één en dezelfde maatschappij zal zich de komende vijf jaar snel voltrekken. Er zal sprake zijn van digitalisering van het wereldbeeld. Het siert de KNSB om deze trend zo nadrukkelijk onder de aandacht te brengen.” Van den Herik had uit hoofde van zijn functie contacten in de computerwereld en startte een lobby, wat een extra prijzengeld van f 70.000 opleverde. Daarmee steeg de eerste prijs van f 16.000 in 1999 tot f 40.000 in 2000!

Faber belde de menselijke deelnemers met de vraag of zij bezwaar hadden tegen deelname van Fritz. Sommigen hadden zo hun bedenkingen, maar voor de meesten was het extra prijzengeld te aantrekkelijk om naast zich neer te leggen. Loek van Wely: “Van mij mag de computer ieder jaar meedoen, als hij iedere keer maar geld meebrengt.” Alleen Paul van der Sterren verklaarde zich mordicus tegen en hield voet bij stuk, zelfs toen Faber hem duidelijk maakte dat hij niet zou meedelen in het extra prijzengeld wanneer hij bij zijn besluit bleef om niet tegen Fritz te spelen. Van der Sterren noemde de deelname van Fritz met nauwelijks verholen walging een knieval voor de commercie. Geld is van waarde, maar principes nog meer.

Lees meer >

“Hard gelag” door Manuel Nepveu

Het wordt nog best spannend voor Jorden van Foreest. Gaat hij definitief tot de schaakkanonnen behoren, het selecte clubje dat het Magnus moeilijk probeert te maken? Tata was een opsteker. Natuurlijk. En de 2700-grens is gepasseerd…lees de hele column in PDF.

Deze en andere columnisten van SV Promotie, schreven samen meer dan 1000 columns. U leest ze op onze site.

Gerard Welling en Steve Giddins – The Lasker Method to improve in Chess: A Manual for Modern-Day Club Players

Het is exact honderd jaar geleden dat Lasker in Havana zijn wereldtitel verloor in een match tegen Capablanca. Daarmee kwam er een einde aan de langste titelhoudersperiode: nog steeds staat de 27 jaar van Lasker in de boeken als een record. Toch staat hij tot op de dag van vandaag minder in de belangstelling dan vele collega’s die tragische levensverhalen kenden, zoals Aljechin of Fischer, of bekend staan om hun eindspeltechniek of tactische vaardigheden, zoals Capablanca of Tal. Wellicht komt dit ook door de perceptie dat zijn spel zich niet leent voor een didactische aanpak. Om de Engelstalige Wikipedia te citeren: “He published chess magazines and five chess books, but later players and commentators found it difficult to draw lessons from his methods”. Des te spannender als er een nieuw boek gewijd wordt aan juist Laskers wijze van spelen: The Lasker method to improve chess: A manual for modern-day club players.

Laat ik maar meteen duidelijk stellen: Gerard Welling en Steve Giddins bewijzen met hun boek het ongelijk van Wikipedia. Zij laten duidelijk zien welke principes Lasker hanteerde in zijn spel. Zo ontstaat een leerzaam maar ook prettig geschreven boek. Welling en Giddins hanteren daarbij twee uitgangspunten: zij stellen de methode boven de partijen van Lasker en ze geven de lezer een praktisch openingsrepertoire ontleend aan Lasker.

Het eerste uitgangspunt komt voort uit, en daar zijn de schrijvers heel open in, de eerdere uitstekende publicaties die gewijd zijn aan Laskers partijen. Daarbij moet met name gedacht worden aan John Nunns John Nunn’s Chess Course (Gambit 2014), maar ook aan Andrew Soltis Why Lasker matters (Batsford 2005) en Gary Kasparovs onvolprezen My great predecessors (part I, Everyman Chess 2003). De schrijvers willen doublures voorkomen en gebruiken dus naast de partijen van Lasker veelal partijen van andere spelers die de Laskermethode goed illustreren. Deze aanpak werkt erg goed, omdat niet geforceerd in de carrière van Lasker hoeft te worden gezocht, maar de relevantste partijen voor de methode kunnen worden gekozen.

Lees meer >

Krantenrubriek weekend 20 maart 2021

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

schaakverhaal

De broedertwist

Lang geleden leefden er twee welgestelde broers in een klein land aan zee. Roeland bezat vele landerijen, boerderijen en wat dies meer zij. Zijn broer Dirk verhuurde diverse panden in enkele grote steden. Beide mannen hadden een gezamenlijke passie: schaken. En omdat ze dicht bij elkaar woonden werd menig vrij uurtje besteed aan het edele schaakspel. Tot op een kwade dag tijdens een partijtje het gesprek over geld ging.

Lees meer >

The Hustler

Walter S. Tevis schreef behalve The Queen’s Gambit nog drie andere boeken waar een filmbewerking uit voortkwam. En één daarvan ook met een spel dat zich er niet voor leek te lenen om het spannend en verhalend in beeld te brengen: poolbiljart.

De film The Hustler uit 1961 met Paul Newman in de hoofdrol was een succes. Ik zag de film lang geleden en pas recent kwam ik erachter dat de auctor intellectualis van The Queen’s Gambit ook die van The Hustler is.

Er lijkt verschil te zitten tussen de moraal van het ene en het andere verhaal, maar bij nadere beschouwing is dat toch niet het geval. In The Queen’s Gambit weet Beth Harmon met haar talent door oefening en doorzetten het hoogste te bereiken. De hoofdpersoon van The Hustler, poolspeler Eddie Felson, gebruikt daarentegen zijn talent om er op goedkope en bedrieglijke manier beter van te worden. Maar in tegenstelling tot Beth loopt het met Eddie niet onverdeeld goed af. En zo brengt de schrijver in beide boeken tot uitdrukking dat je je talent goed moet gebruiken, alhoewel hij die boodschap er niet dik bovenop legt.

In de laatste gedrukte aflevering van Schaakmagazine is op de cover Eline Roebers te zien in een Beth Harmon-pose. Niet zo’n gekke verwijzing als je net wereldkampioen bent geworden.

Maar Eline is niet de enige Nederlandse schaker die een zekere gelijkenis met een Walter S. Tevis personage vertoont. Een ‘Eddie’ hebben we namelijk ook.

Nee, ik ga geen naam noemen, maar ik zal hem wel beschrijven en als iemand de schoen past zullen we dat ongetwijfeld merken.

Lees meer >

Willem Verbeek – Een pionier van het Nederlandse schaken

Willem Jan Louis Verbeek (1820-1888) was de jongste telg uit de familie van Jan Louis en Wilhelmina Verbeek. Hij was geboren en getogen in Wijk bij Duurstede en na een onderbreking voor zijn medische opleiding tot platlandicus is hij daar in 1842 teruggekeerd en gestart als huisarts. Verbeek trouwde en zou een gezin hebben dat uitgroeide tot negen kinderen.

Ondanks zijn drukke praktijk, familieleven, en financiële beslommeringen vond Willem Verbeek ruimte om zich in diverse sociaal-culturele activiteiten en goede doelen te verdiepen. In zijn vrije tijd was Verbeek vooral actief in de schaakwereld, waar hij menig lans brak voor de ontwikkeling van het schaken in Nederland, dat in de negentiende eeuw nog achterliep op de rest van de wereld. Verbeek geldt dan ook als een pionier, die als geen ander een stimulator was voor het schaken en de uniformering van de regels in Nederland. Verbeek was een schaakmeester avant la lettre, maar hij is vooral bekend als de hoofdredacteur van het eerste Nederlandse schaaktijdschrift Sissa (1847-1874), zijn geesteskind.

Willem Jan Louis Verbeek (1820-1888)

In 1844 richtte Verbeek met twee clubgenoten het schaakgenootschap Sissa op, vernoemd naar de mythische brahmaan Sissa waarvan men dacht dat hij de uitvinder van het schaakspel was. De leden van deze vereniging ontmoetten elkaar wekelijks. Verbeek was de captain van menig correspondentie-schaakpartij van Sissa tegen andere clubs in het land. Onder Verbeeks leiding groeide Sissa uit tot een gerespecteerde schaakmacht en werd Wijk bij Duurstede “de bakermat van het schaken” in de regio.

Verbeeks naam (alsook zijn pseudoniem Gustavus) is verbonden met het eerste Nederlandse schaaktijdschrift Sissa, zijn geesteskind, dat hij in 1848 opzette en waarvan hij tot 1874 de hoofdredacteur zou zijn. Het blad werd het middel bij uitstek om de Nederlandse schaakgemeenschap te verbinden en op de hoogte te houden van de laatste theoretische ontwikkelingen.

Na uitgebreid overleg met vooraanstaande schakers publiceerde Verbeek in 1848 onder zijn pseudoniem het Nieuw reglement op het gewoon schaakspelen, dat algemeen aangenomen werd en door het hele land gebruikt werd tot in 1874, toen de Nederlandse schaakbond met een update kwam.

Lees meer >