4 augustus 2011 13:10 Herman Grooten
Hoofdsystemen
Nadat we in twee afleveringen in algemene beschouwingen het Siciliaans hebben geïntroduceerd, wordt het tijd om iets specifieker te worden. De komende afleveringen zullen in het teken staan van de populaire Najdorf- en Scheveningervarianten. Hoewel het beide afzonderlijke systemen zijn, is er een overlap naar stellingen die vanuit verschillende volgordes kunnen ontstaan. In deze rubriek beperken we ons tot de Najdorf¬variant. Die komt op het bord na de volgende zetten:
1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6
Miguel Najdorf (Foto bron onbekend)
Na 5. … e6 zou de beginstelling van de Scheveninger ontstaan, die later aan bod komt. De tekstzet heeft de naam meegekregen van de Pools/Argentijnse grootmeester Miguel Najdorf. Het oorspronkelijke idee, dat door hem in de praktijk werd getest, is om na 6. Le2 verder te gaan met 6. … e5. De reden om met zwart een pion op e5 te zetten is om ruimte in het centrum te creëren en om ooit tot … d6-d5 te komen, zonder dat wit e4-e5 kan antwoorden. In navolging van de Boleslavsky-variant (1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 d6 6. Le2 e5) kwam men erachter dat het prijsgeven van veld d5 beter niet met een paard op c6 kan geschieden. Najdorf had ontdekt dat het paard veel beter via d7 kan worden ontwikkeld, zodat het later naar b6 kan om aldus de strijd om veld d5 aan te gaan. Het is onmogelijk om in het tijdsbestek van deze rubriek diepgravend in te gaan om de verschillende systemen. Ik beperk me slechts tot het aanstippen van enkele mogelijkheden met globaal gezien een paar achterliggende gedachten.
Lees meer >