Een mooie, maar ook zeer ingewikkelde opening is het Slavisch. De systemen die hieruit ontstaan, vormen in het moderne topschaak een belangrijk wapen tegen de opening met de damepion van wit.
Na de zetten 1.d4 d5 2.c4 c6
hebben we de uitgangsstelling van het Slavisch bereikt. In tegenstelling tot het Klassiek Damegambiet (na 2…e6) houdt zwart zich nog de keuze voor om zijn dameloper naar buiten te kunnen spelen. Vanaf dit moment moeten beide spelers steeds kijken wat de consequenties zijn van het slaan op c4. Soms kan wit de pion (meteen) terugwinnen, soms is hij hem zelfs helemaal kwijt omdat zwart met …b7–b5 zogezegd ‘op de pion gaat zitten’. Zwart kan dan bogen op een overweldigende pionnenmeerderheid op de damevleugel, maar ondertussen heeft hij de strijd in het centrum verloren. Wit heeft een pion meer in het centrum en omdat hij vaak ook meer ruimte heeft, kan hij op aanval spelen.
De Indiër Viswanathan Anand is een grote specialist in de Meraner (foto Frans Peeters )
3.Pf3
Uiteraard kan 3.Pc3 ook eerst en dan kunnen er na Pf3 dezelfde stellingen ontstaan. Maar ook kan het spel een zelfstandige betekenis hebben, als zwart het anders doet.
Er is een respectabel aantal sterke spelers dat kiest voor de ruilvariant met 3.cxd5 cxd5 In feite levert wit in een klap zijn ruimtevoordeel in, maar omdat hij een tempo meer heeft, kan hij soms zwart onder druk zetten. Een aardig voorbeeld is Aronian-Nakamura, 2013, maar we laten deze varianten verder buiten beschouwing.
3…Pf6
Met deze neutrale zet kan het spel weer alle kanten op gaan. Het uitstellen van …Pf6 kan ook met direct 3…e6. Maar dat geeft een heel ander speltype te zien, waar we later op terugkomen.
Lees meer >