UIT OPTEKENINGEN 12

De eerstkomende aanraking met het schaakspel in het nieuwe seizoen 1974-1975 bestond uit het “VI e Championnat d’échecs PTT 1974”, in Balatonfenyves in Hongarije, onder auspiciën van de Union Internationale sportive des PTT. Wij, de 6 geplaatste spelers en enkele begeleiders van het NVPTT, vertrokken van Schiphol naar Wenen, waar we na het gebruiken van een warme lunch op het vliegveld, verder gingen met de Maléev naar Budapest. Daar werden we ondergebracht op het Margareteneiland (Margitsziget) in een gigantisch hotel met honderden kamers, liggend in een grote tuin, waarin het in de schaduw van een enorm zonnescherm goed toeven was. Wat later werd er gedineerd bij kaarslicht!

De andere dag, een zondag, werd besteed aan sightseeing door het schitterende Budapest. De bruggen (hids), de berg Gèllert, het Vissersbastion, de naast gelegen monumentale Mathiaskerk, ze trekken nog aan het geestesoog voorbij. Maar ook in het laag gelegen stadsdeel Pest werden vele bezienswaardigheden bezocht, zoals het Heldenplein en het Parlementsgebouw, dat een afspiegeling leek te zijn van dat in London. Ook speelt de prijs van een kop koffie (20 cent omgerekend in Hollands geld, geen Eurocenten!) of van de Mètro (10 cent!) me nog door het hoofd, gekoppeld aan de Kössenum csépens (dank u zeer) van de obers, die we met gigantische fooien in verbazing brachten. Wel werd ons van vele zijden op het hart gedrukt, vooral niet in te gaan op een mogelijk aanbod geld te wisselen. Dat was streng verboden en kon je zo op een politiebureau doen belanden.

Ook de avond, die we op eigen houtje doorbrachten in “het nachtleven” van Budapest, wat voor ons dan, hoofdzakelijk bestond uit het bezoek van min of meer obscure cafeetjes. Na sluitingstijd maakten we met z’n vieren een taxirit terug naar het hotel. De afstand van ongeveer 6 kilometer, de totaalprijs ƒ1,50 inclusief fooi, voor een rit gemaakt na 24.00 uur, klinkt ook nu nog belachelijk. Wel was de kwaliteit van het vehikel niet al te betrouwbaar. Ik zat op de rechter voorstoel, althans iets dat met zo’n benaming moet worden aangeduid. En al bij het gaan zitten had ik het gevoel, dat het ding maar aan één schroef min of meer met de bodem was verbonden. Hij wiebelde naar alle kanten. De taxidrijver liet ons genieten van zijn rijvaardigheden, zoals 100 km per uur en vierkant om de hoeken zonder vaart te verminderen. Daarbij belandde ik soms bijna achter het stuur in plaats van me in het rechterdeel van het compartiment op te houden. Maar a lá, ik kan het nog navertellen, dus zal het allemaal zo’n vaart wel niet hebben gelopen of anders heeft de invloed van het bier bepaalde indrukken wel versterkt!

De volgende dag gingen we met de bus (van de Hongaarse PTT) naar het Balatonmeer, waar we in de late ochtend aankwamen in het Poszta üdülü, een vakantiehotel van de Hongaarse PTT, in Balatonfenyves. Met twee man op een kamer, voorzien van een toilet, douche, twee eenpersoonsbedden, een balkon, tafel en stoelen en voldoende ruimte om je thuis te voelen. Zoals altijd op de reizen naar het buitenland, deelde ik de kamer met Cor Smit, die voor deze gelegenheid een pyjama had meegebracht, voorzien van paardenkoppen uit het schaakspel.

De middag werd besteed aan de loting en de officiële ontvangst van de buitenlandse gasten. Alles perfect en overlopend van vriendelijkheid geregeld door onze gastheren!

Van onze zes spelers mochten er maar vier worden ingezet per wedstrijd tegen een ander land. De loting wees uit, dat we in de eerste ronde direct al tegen het gastland moesten aantreden.

Een sterk team met Puschmann (nr. 2 in het kampioenschap van Budapest), Jenei (de trainer van het Hongaarse damesteam) en ook Otto Dobos (vertaald trommelslager), aan bord 4.

Ik deed het de volgende dag tegen de laatste niet bepaald in overeenstemming met mijn voornemens! In mijn vertrouwde Siciliaan, die hij overigens thematisch goed behandelde, liet ik mijn e-pion in de steek en stond daarmee gelijk voor een onbegonnen opgaaf. Die opgaaf begreep ik bovendien nog niet al te goed, want even later had ik weer een aanval van onberedeneerde vrijgevigheid en kon niet lang daarna de hand van Otto schudden. Een ietwat meewarige glimlach werd mijn deel. Of had dat wat met de Hongaarse melancholie te maken? Ik houd het nu, inmiddels tot rust gekomen na 35 jaar, maar op het eerste.

In die stand ging ik liever naar huis, maar met het oog op de in m’n eentje af te leggen afstand, heb ik me maar in m’n lot geschikt.

Toch werd ik de volgende dag opnieuw de eer waardig gekeurd de kleuren van mijn land te verdedigen en wel tegen het “zwak” geachte Italië. Ditmaal zelfs aan bord 3, met Zwart dus de zwarte Piet van het schaakgezelschap zullen we maar denken! Alle Italianen bleken liefhebber te zijn van het onvervaard belagen van de vijandelijke monarch. Zo ook onze Luciano Pellini uit Rome, die een pionnenbestorming op mijn veste losliet, die er kwalijk voor me uitzag. Maar als zo vaak in dat soort toestanden, wist ik me te handhaven. De dubbele pionnenachterstand achtervolgde zijn inventieve geest waarschijnlijk zodanig, dat hij in een gecompliceerde stand plotseling remise aanbood.

Lettend op de stand aan de andere 3 borden besloot ik daar op in te gaan. Analyse achteraf gaf me toen geen duidelijk beeld of ik daar goed aan heb gedaan. Nu, vele jaren later, nog eens kijkend, had ik beter door kunnen spelen, want Zwart had toch de beste kansen. Maar tenslotte was ik destijds ook blij, na de zeperd van de vorige dag, in ieder geval en zeker met Zwart spelend, wat aan de feestvreugde te hebben bijgedragen. De warme zon op het dakterras (30 graden) en het toertochtje met de motorboot van een oud Olympisch kampioen speerwerpen op het meer verjoegen al gauw mijn twijfels.

Op 11 september was er voor mij een rustdag ingelast en mocht Van Wijnen, die al tweemaal ongeduldig had moeten toekijken zijn geluk eens te proberen tegen Noorwegen. Ik bracht mijn dag luierend door, genietend van het mooie weer en van Balatonról, waar in de middag een uitstapje naar Kesthély en Tihany aan de andere kant van het meer, werd gemaakt. In Tihany was net een bruiloft aan de gang op de openbare weg!. Een schitterend schouwspel in klederdracht en overvloedige wijn!

De volgende dag mocht ik weer aantreden en wel tegen Graham Lee uit London. Deze meester in spé – in het Hoogovenstoernooi van dat jaar speelde hij direct achter de grootmeesters in de eerste hoofdgroep, evenals Andrew Law, die aan het eerste bord uitkwam – deze Lee dus, gaf een spelletje “sacrifying” te zien. Het ene offer na het andere liet hij op het bord (weer nummer 3) neerploffen. Ik hield zo lang mogelijk stand, totdat ik er geen gat meer in zag.

Balatonfenyves, 12 september 1974

Graham Lee – A. de Jong

Soms droom ik er nog van! Met mijn abominabele openingsbehandeling (geen Lf5 bijvoorbeeld) plus mijn ontembare vraatzucht waar het wit materiaal betrof, had ik het hem echter wel heel gemakkelijk gemaakt. Ach, dameverlies aan het eind van de executie beschouw ik maar als een “sacrify” mijnerzijds. Hij zou het toch niet geaccepteerd hebben, vrees ik. Het mat op h7 lonkte immers… of zou hij nog een schaakje op f5 met Pd5 hebben ingelast? Drie jaar later toen ik hem in Doetinchem sprak, wist hij zich het “event” nog te herinneren: “Yeahh! All that sacrifices! That was quite a game, was n’t it?”

Mijn laatste bijdrage was tegen de Zwitserse ploeg, in ronde 7 en ook weer aan bord 3. Ook die partij wist ik niet naar m’n hand te zetten. In het algemeen heb ik daar behoorlijk onder mijn kunnen gespeeld. De openingsbehandeling, anders een van mijn “bouwstenen”, faalde steeds. Ook mijn normale inzicht schoot in deze partij tekort. Zo verzwakte ik eigenlijk uit “eigen wil” mijn koningsstelling, een feit dat me later in de partij noodlottig werd. Handigheidjes zoals een loperoffer om de aanval gaande te kunnen houden, waren onvoldoende om de partij nog te redden. Na 40 zetten werd afgebroken, de voortzetting ’s avonds na het diner had niet veel meer om het lijf. In totaal haalde ik dus 1 remise ging ik 3 x onderuit! Weinig verheffend!

Zeven zetten na het afbreken speelde Ernst Herrli:

47… Tb5

Reden genoeg om te bedenken dat ik in dat kampioenschap mijn laatste zet al had gedaan.

Alle fragmenten en partijen hieronder op een rijtje:

(wordt vervolgd)

De vorige afleveringen treft u hieronder aan:

Uit optekeningen 1

Uit optekeningen 2

Uit optekeningen 3

Uit optekeningen 4

Uit optekeningen 5

Uit optekeningen 6

Uit optekeningen 7

Uit optekeningen 8

Uit optekeningen 9

Uit optekeningen 10

Uit optekeningen 11

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.