Beschermd: Schaaksite downloadpagina cursus 0620
Er is geen samenvatting, omdat dit een beschermd bericht is.
Lees meer >Er is geen samenvatting, omdat dit een beschermd bericht is.
Lees meer >De beroemde schaaktrainer Mikhail Sherevsky begon met het geven van schaaklessen in 1975 in Minsk, de hoofdstad van Wit-Rusland. Zijn eerste trainer was Abo Israelevich Shagalovich in de ‘Minsk Pioneer Palace’ en hoewel deze trainer zijn liefde voor het schaakspel wist uit te dragen, had hij geen enkele methodologie. Dat was wel anders bij zijn volgende trainer, Isaak Efremovich Boleslavsky. Om niet te zeggen dat dit een speler van wereldklasse was. En trainer van het Sovjet-team en van één van de wereldkampioenen. Maar gek genoeg ook bij was er geen systeem. Zijn kennis van het spel was enorm maar de schaakstudenten moesten maar zien dat ze zelf iets aan hadden. Pas later kwamen er trainers in de oude Sovjet-Unie die wel een systeem hadden. Alexander Kotov, Alexander Nikolaevich Panchenko en Vyacheslav Andrevich Chebanenko bijvoorbeeld, maar vooral Mark Dvoretsky had volgens Shereshevsky een grote invloed op het opleiden van toppers (zoals Yusupov en Dolmatov) en het zette de schrijver van dit boek ook aan om zelf over sommige methodologieën te gaan nadenken. Shereshevsky, die een tijd heeft samengewerkt met Dvoretsky geeft aan dat het boek Endgame Strategy nooit was verschenen zonder de invloed van de grote man. En ook zijn boek The Soviet Chess Conveyor en Endgame Strategy werden een shot in de roos.
Met deze inleiding, die een stuk uitgebreider in het boek is opgenomen, hebben we in een notendop de inhoud van dit boek geschetst. Het is een uitgebreidere, verbeterde versie van zijn drie boeken in één bundel met nieuw materiaal. En als schakers deze boeken nog niet op een boekenplank hebben staan, dan is dit boek, dat in 2018 uitkwam, een aanrader. Het boek is onderverdeeld in de volgende delen:
DEEL 1: The Soviet Chess Conveyor
DEEL 2: Endgame Strategy
DEEL 3: From the 20th century to the 21st
Omdat de eerste twee een compilatie is van zijn eerdere boeken, wil ik me vooral uitspreken over het derde deel, waarin Shereshevsky zijn inzichten deelt over de overgang van de ‘klassieke schaakschool’ naar het moderne schaak. Maar voordat ik dat doe, licht ik toch even een tipje van de sluier op. Zijn eerste boek beslaat belangrijke onderwerpen zoals ‘Constructing an opening repertoire’ en ‘Studying the chess classics’. Zijn boek over eindspel bevat bijvoorbeeld ‘Centralising the king’, ‘The role of pawns in the endgame’, ‘The problem of exchanges’, ‘Schematic Thinking’, ‘Do not hurry!’ en The principle of two weaknesses’.
De auteur geeft aan dat hij graag zijn licht laat schijnen over de situatie in Rusland, het land dat na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie nog altijd een vooraanstaande rol in de schaakwereld had de laatste 25 jaar. Maar met de val van de muur in het Oostblok veranderde er veel. Trainers en coaches die tijdens hun Sovjetjaren zeer speciaal waren, verloren niet alleen hun status en hun salaris, maar ze konden ook nergens op terugvallen. Dat heeft grote gevolgen gehad voor het schaken in Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland en andere voormalige Sovjetstaten. Shereshevsky haalt aan dat bijvoorbeeld China de rol op het wereldstrijdtoneel aan het overnemen is. Vooral bij de dames is China superieur momenteel. In veel bespiegelingen over de kwaliteit van trainers spreekt Shereshevsky harde woorden.
Een ander onderwerp dat de auteur aansnijdt, is schaakboeken. In onze moderne tijd verschijnen enorm veel boeken over de meest uiteenlopende onderwerpen. Die kunnen voor trainers van waarde zijn. Shereshevsky schrijft dat hij voor het eerst hoorde over ‘resulting moves’, ‘tunnel thinking’ en ‘DAUT’. Vooral dat laatste verdient een nadere uitleg. Het is een afkorting, gebruikt door GM John Nunn, die het volgende betekent: “Don’t Analyse Unnecessary Tactics”. Ofwel: bereken geen onnodige varianten. De vraag is dan natuurlijk wat ‘onnodige’ varianten zijn.
Lees meer >Hoewel ons land langzaam de strenge Coronaregels aan het versoepelen is, zal dat wereldwijd nog geruime tijd gaan duren. De schaakwereld zit er niet zo mee. Sterker nog: nu toch veel mensen aan hun huis gekluisterd zullen blijven, lijkt het erop dat het een na het andere online-evenement als paddenstoelen uit de grond gestampt wordt. Zo kondigde Magnus Carlsen tijdens een persconferentie op 14 mei in Oslo zijn eigen Magnus Carlsen Tour aan. Het gaat hier om een reeks van vijf online toernooien met in totaal 1 miljoen dollar prijzengeld.
De wereldkampioen borduurt voort op het succes van het eerste Magnus Carlsen Invitational, dat eind april werd gehouden. Daarmee lost de huidige nummer één van de wereld een soort belofte in die Garry Kasparov zich indertijd ook had gesteld. Namelijk om het spel te populariseren én om sponsoren te interesseren voor het topschaak. Gezien de fondsen die Carlsen genereert én de media-aandacht die hij vooral in eigen land krijgt voor het schaken, lijkt het erop dat deze wereldkampioen dubbel en dwars weet waar te maken wat zijn voorganger voor een deel ook gelukt was.
Wat kunnen we verwachten nadat het eerste toernooi al heeft plaatsgehad?
Toernooi 2: Lindores Abbey Rapid Challenge (19 mei – 3 juni)
Toernooi 3: Online Chess Masters (20 juni – 5 juli)
Toernooi 4: Legends of Chess (21 juli – 5 augustus)
Toernooi 5: Grand Final (9 – 20 augustus)
Het prijzengeld bij elk toernooi bedraagt 150.000 dollar, behalve bij het laatste waar er 300.000 dollar wordt gereserveerd.
De opzet is ongeveer als volgt:
De top vier uit elk toernooi wordt een plek in het daarop volgende toernooi gegarandeerd. En voor de ‘Grand Final’ zal gespeeld worden door alle winnaars van de toernooien. Mocht een speler meerdere toernooien op zijn naam schrijven, zal een puntensysteem andere spelers aanwijzen.
Lees meer >
Deze recensie zal anders zijn dan de voorafgaande, want in tegenstelling tot eerdere recensies volgen hier geen diagrammen. Dit boek gaat namelijk niet over de verbetering van ons spel, maar over hoe we het spel kunnen gebruiken ter verbetering van ons leven. Ongetwijfeld zal dat een teleurstelling zijn voor degenen die hun oordeel van een schaakboek liever baseren op opgaven of partijfragmenten, maar aangezien een offline partij schaken er voorlopig niet in zit, kan het boek allicht helpen de liefde voor het spel niet te verliezen.
Inleiding
Jonathan Rowson (1977) is grootmeester, auteur en filosoof. Tegenwoordig speelt hij nauwelijks meer zelf, maar is nog steeds betrokken bij het schaakspel als trainer en schrijver. In het boek De juiste zet tracht hij antwoord te geven op de vraag wat schaken hem geleerd heeft over het leven. Dit doet hij door middel van vierenzestig schetsen, ondergebracht in acht hoofdstukken.
Inhoud
‘‘Schaken is niet de zin van het leven, maar het stimuleert wel de omstandigheden voor een zinvol leven.’’ Voor veel schakers zal dit waar zijn, maar dit geldt net zo goed voor andere kunstvormen. Bovendien gaat schaken verder dan alleen een afleiding van (of juist een zoektocht naar) de complexiteit van het leven, maar goed, dit is slechts een van de vele citaten die ons aan het denken zet.
Aan het schaakspel worden diverse voordelen toegeschreven. Zo leert het ons: vooruitdenken, de tegenstander kennen, aanpassingsvermogen, offers brengen en een logische afwikkeling van ingewikkelde problemen. In combinatie met het element van competitie legt Rowson hier een verband met de zakenwereld en politiek; aan de buitenkant komt alles representatief over, maar terwijl je met één hand die van de ander schudt, houdt je in de andere achter je rug een wapen vast.
Rowson bouwt voort op een interessante observatie over de rol die metaforen spelen om het leven te begrijpen: ‘‘(…) ik ben ervan overtuigd geraakt dat de kracht van schaken als symbool van intelligentie ook elders ligt, namelijk in de stilzwijgende erkenning dat metaforen de kern van creatieve intelligentie vormen en dat schaken een buitengewoon sterke metafoor is. We associëren schaken met intelligentie omdat het spel ons dwingt verschillende zetten vooruit te denken, maar ook omdat de relatie ervan met de cultuur de relatie van onze geest de wereld onthult.’’ Begrippen als ‘patstelling’ voor een impasse of ‘pion’ voor een onbelangrijk iemand worden inmiddels niet alleen in het schaakjargon gevonden en zijn volledig in de standaardtaal geïntegreerd. Toch wordt dit weinig opgemerkt – laat staan gewaardeerd – wat jammer is, omdat metaforen ons leren verbanden te leggen, wat helpt om de wereld beter te begrijpen.
Lees meer >Hadden we gisteren al een intense halve finale tweekamp gezien in het Carlsen Invitatie toernooi dan mogen we stellen dat de tweede halve finale misschien wel net zo enerverend was als die tussen Nakamura en Caruana.
Het waren nu Magnus Carlsen zelf en zijn tegenstander Liren Ding die er een waar spektakel van wisten te maken. Van de gebruikelijke commentatoren was Jan Gustafsson (een van de mensen achter Chess24) afwezig vandaag en dus mochten Peter Svidler, Lauwrence Trent en ook een groot gedeelte Alexander Grischuk de honneurs waarnemen. Svidler bediende het analysebord en daarom vlogen de varianten werkelijk in het rond. Het is duidelijk dat hij ook nog altijd het inzicht heeft van een absolute wereldtopper; hij doet alles zonder engine, maar hij zit er niet vaak naast met zijn oordeel en zijn varianten.
De tweekamp tussen Ding en Carlsen was op voorhand pikant. Stond Magnus er niet om bekend dat hij de laatste jaren vrijwel alle belangrijke tiebreaks had gewonnen? En had de Chinees daar niet op hardhandige wijze een einde aan gemaakt? Inmiddels heeft Carlsen zelfs al drie (of zijn er vier) minitweekampjes met rapidschaak van Ding verloren, ook dit toernooi nog. Die 3-1-nederlaag zal hem niet lekker hebben gezeten…
De eerste partij werd een beetje aftasten en hoewel Carlsen een klein voordeeltje leek te krijgen, kon Ding hem in bedwang houden. Wit had een goede loper, zwart een slechte, maar die goede loper kon het verschil niet maken vanwege het gesloten karakter van de stelling. Dus eindigde de wereldkampioen maar met een klein geintje:
Vandaag werd in het Carlsen Invitatie toernooi de eerste halve finale gespeeld tussen de twee Amerikanen, Fabiano Caruana en Hikaru Nakamura.
Caruana is de nummer twee van de wereld, Nakamura is één van de beste snelschakers ter wereld. Dat belooft op voorhand een mooie confrontatie te worden. En dat werd het ook!
Het werd een intense strijd in de rapidpartijen die in 2-2 eindigde. Daarna zouden twee vluggertjes met ieder 5 minuten (+ een paar seconden increment) op de klok volgen, alvorens een Armageddon-potje tot een beslissing moeten leiden.
In de eerste partij kwam, met Caruana achter de witte stukken, de Italiaanse opening op het bord. Hij bereikte vrij weinig en de partij eindigde in een remise.
De tweede partij leverde Nakamura in de Ruilvariant van het Slavisch voordeel op, totdat hij in een eindspel zomaar een kwaliteit verblunderde door een paardvork te overzien. Maar hij recht de rug, verschaft zichzelf (voldoende) tegenkansen en komt met een blauw oog weg.
De derde partij probeert Caruana opnieuw het Italiaans uit, maar hij komt niet beter te staan en probeert dan ijzer met handen te breken. Dat komt hem duur te staan. Het gaat op een gegeven moment zelfs van kwaad tot erger en hij hangt op een gegeven moment in de touwen.
De afgelopen maand werd duidelijk dat alle sportevenementen wereldwijd werden afgelast dan wel uitgesteld. Op schaakgebied zijn alle toernooien en wedstrijden waar spelers fysiek aanwezig zouden zijn geannuleerd. Ook de Nederlandse schaakbond ontkwam er niet aan en het ene na het andere evenement werd van de kalender geschrapt.
Maar de schaakbond bleek niet voor een gat gevangen. Er werd besloten dat de toernooien, in een wat aangepast formaat, doorgang zouden vinden. Zo werd op 10 april al het online jeugdkampioenschap in de E-categorie gehouden. Dat werd via het heel speelse Chesskid gespeeld. Alle kinderen kregen een speciaal account en konden ze met elkaar de strijd aangaan over zeven ronden.
Vandaag werden maar liefst alle toernooien voor de jeugd in de hogere categorieën gespeeld. Er was zelfs een behoorlijk prijzengeld in het vooruitzicht gesteld:
Prijzen
A jeugd € 100, € 75, € 50
AB meisjes € 100, € 75, € 50 + € 50, € 40, € 30 voor sterkste B meisjes indien buiten de top 3.
B jeugd € 50, € 40, € 30
C jeugd € 50, € 40, € 30
C meisjes € 50, € 40, € 30
Lees meer >Het Carlsen Invitatie toernooi vordert flink. Na een dagje te hebben mogen genieten van zijn mooie overwinning op de wereldkampioen, speelde Anish Giri vandaag tegen de jongste deelnemer, Alizera Firouzja.
Daar had hij na het laatste Tata Steel toernooi nog een appeltje mee te schillen, want toen verloor Giri van hem. De revanche liet nog even op zich wachten want in de eerste partij kwam Giri er eigenlijk niet aan te pas. Een wat slappe openingsvariant van wit gaf hem geen problemen, maar in het middenspel liep er van alles fout. Giri rukte met een zwarte pion helemaal op naar h3 maar zag de pion even later sneuvelen. De compensatie was ver te zoeken en hoewel hij op de 35ste zet nog een kans op tegenspel miste, moest hij eigenlijk toegeven dat zijn tegenstander een ijzersterke partij had afgeleverd. Dus moest er iets veranderen. In de doorschuifvariant van de Caro Kann gaf de jonge Iraniër een pion voor een aanval met tegengestelde rokades. Giri nam het aanbod aan, won er zelfs nog een maar moest toestaan dat zwart aan de andere kant ook op rooftocht ging. Inmiddels stonden de zwarte stukken goed, die van wit een beetje misplaatst. Op zet 24 kon zwart de partij al beslissen, maar die kans ging voorbij en gelukkig voor onze landgenoot greep zwart nogmaals mis op zet 28.
Op dag acht van het Carlsen Invitatie toernooi kwam Anish Giri in actie tegen de Chinees Liren Ding. De andere minitweekamp was tussen de Rus Ian Nepomniachti en de Amerikaan Hikaru Nakamura. Slecht nieuws en goed nieuws! Eerst maar het slechte nieuws: Giri speelde met 2-2 gelijk maar trok wit in het suddendeath vluggertje. Dat betekende dat hij moest winnen en dat lukte niet waardoor Ding de tweekamp op zijn naam kreeg. Maar na een afschuwelijke blunder in partij twee sloeg Giri geweldig terug in partij drie die hij volkomen verdiend naar zich toetrok. Het goede nieuws was dus dat hij daarmee hij eindelijk op het scorebord kwam te staan! De andere tweekamp werd zeer overtuigend gewonnen door Nakamura.
De tweekamp tussen Ding en Giri begon met een redelijk correcte remise in de eerste partij. Maar in de tweede partij greep onze landgenoot, die nu achter de witte stukken zat, het initiatief. Dat zag er optisch mooi uit, maar in de praktijk bleek het toch lastig te zijn om zijn dadendrang waar te maken. Hoe het echter niet moest, kwam helaas op het bord.
Vandaag vonden weer twee korte tweekampen over vier partijen plaats in het Carlsen Invitational.
Opnieuw mocht onze landgenoot Anish Giri aan de bak, ditmaal tegen de Amerikaan Hikaru Nakamura. De andere partij was tussen wereldkampioen Magnus Carlsen, de man die het toernooi zelf georganiseerd heeft en zijn toekomstige uitdager, de 16-jarige Alizera Firouzja uit Iran. Het werden allebei spannende tweekwampen die in een krappe beslissing eindigden.
Om te beginnen natuurlijk de match tussen de Amerikaan Nakamaru en Giri. Onze landgenoot had nog de gevoelige nederlaag tegen Vachier Lagrave in de benen en hij kwam nu ook niet goed uit de startblokken. De opening ging niet eens zo slecht, maar Giri wist zich eigenlijk geen raad met de Benoni waarin hij min of meer gelokt was. Er ontvielen hem een paar mindere zetten en naarmate de partij vorderde kreeg hij steeds minder grip op de stelling. Belangrijkste oorzaak leek mij de positie van het zwarte paard op c7 tegenover de witte reus op c4.