Fraaie samenwerking tussen koning en toren


Een mooie eindspelstudie van Harold van der Heijden. De eerste zet is niet moeilijk om te vinden. Pas de methode van eliminatie toe. Op 1. Kxd6 volgt 1. … Txe3 met remise. Ook 1. Txd6 werkt niet vanwege 1. … Kxa5 2. e4 Te3. Nemen op c4 ruimt de boel lekker op: 1. Txc4 Txe3+.  De vraag is: “Wat dan wel?” (op schaakblog.nl)

In de schijnwerpers: Lise ten Holder

Sinds enige tijd vervult Lise de functie van coördinator Schoolschaak en Opleidingen. Directeur Dharma Tjiam zegt over haar: “Lise is een energieke persoonlijkheid en heeft een stevige onderwijsachtergrond. Daar hebben we veel behoefte aan bij de uitbouw van het schoolschaak en onze opleidingen.” Ze is nu al een tijdje aan het werk. Tijd dus voor een gesprek over hoe ze tegen de schaakwereld aankijkt en welke rol ze daarin vervult.

Kun je zelf schaken?

Ik kan schaken, ja. Ik heb ooit leren schaken thuis als kind. We speelden dan op vakantie. Nu schaak ik met mijn oudste zoontje. En ik heb ook de cursus schaaktrainer 1 gedaan.

Je hebt schaaktrainer 1 bij Eddy Sibbing gedaan? Hoe was dat? Ben je geslaagd?
Het was heel leerzaam. Ik was heel benieuwd om te ervaren hoe dat gaat. Wie er in de cursus zitten en hoe Eddy het aanpakt. Ja, ik ben geslaagd!

Je komt niet uit de schaakwereld, klopt dat?

Dat klopt, ik heb 12 jaar gewerkt bij de IMC weekendschool in Amsterdam-Zuidoost. Ik heb ontwikkelings- en sociale psychologie gestudeerd aan de UVA. Toen ik eind twintig was ben ik bij die school terechtgekomen, eerst als coördinator van het onderwijsprogramma op zondag. Wij richtten ons daar voornamelijk op beroepen, bijvoorbeeld: we gaven op vijf zondagen les over het vak recht. Via mijn netwerk nodigden we voor deze lessen rechters, advocaten en mensen van de politie uit.

Ik heb daar heel erg veel geleerd. Elke zondag was er een andere docent. Iedere docent vraagt weer een andere coaching om het beste tot zijn recht te komen. Er zijn vaak grote verschillen. Deze docenten, afkomstig uit totaal verschillende vakgebieden, hebben hun eigen stijl van dingen over willen brengen. Het gaat er om dat je die docenten helpt het midden te vinden tussen hun eigen stijl en leiderschap en wat de groep vraagt. Er zijn talloze didactische tips en trucs die je mensen kunt meegeven. Maar uit dit repertoire moeten mensen zelf kiezen.

Lees meer >

In de schijnwerpers: IM Stefan Kuipers

Stefan Kuipers is op dit moment zo’n beetje het gezicht van schakend Nederland. Hij presenteert de Twitch-uitzendingen van de schaakbond. Dus vallen we maar meteen met de deur in huis en vragen we hem hoe dat tot stand is gekomen.

Ik ben er zelf een jaar of vijf geleden mee begonnen en vond het bijzonder leuk. Maar na een tijdje heb ik het toch op een laag pitje gezet. Naast het feit dat het leuk was, hoop je ook er wat aan te verdienen. Dat viel tegen. Ik had al wel een naam opgebouwd en werd benaderd door de KNSB of ik verslag wilde doen van het NK internet. Daar is het toen allemaal mee begonnen.

Het zal drie jaar geleden zijn geweest, ik ben de tel een beetje kwijtgeraakt, toen men me vroeg of ik het NK ook live wilde verslaan. Daarvoor deed ik het al via een blog. Dankzij de inspanningen van Koos Stolk, die was daarvan een groot voorvechter, is dat toen overgegaan in een live stream.

Twitch

Toen kwam Corona en ging er heel veel online. Ik ben er telkens bij betrokken geweest en had ook wel de handigheid gekregen om zoiets op te zetten. Daardoor kwamen ze telkens weer bij mij uit. Dat sloeg aan. Ik heb ook veel jeugdwedstrijden becommentarieerd. Vervolgens kwamen er de webinars. Dat was een idee van Jeroen Bosch. Daarna volgde Tata Steel. Mensen waren enthousiast. We hebben daarop enorm veel positieve reacties gehad. Het is dus boven verwachting ontvangen. Zelf vind ik het ook bijzonder leuk om te doen en ga er graag mee door. Ik hoop wel dat er meer mensen komen die het ook willen doen. Want men moet niet van mij afhankelijk zijn.

Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?
Op mijn vijfde heb ik het ergens gezien en wilde ik het per se leren. Mijn ouders konden niet schaken, dus hebben ze me naar een club gestuurd. Daar heb ik leren schaken.

Lees meer >

In de schijnwerpers: Jorrit Strik, schaaktalent met een ziek lichaam (2003-2020)

In deze aflevering staat een bijzondere schaker centraal. Het gaat over een jonge schaker die kampt met grote gezondheidsproblemen, maar er toch iets moois van weet te maken. Helaas kan hij het verhaal zelf niet meer vertellen. Het verhaal is geschreven door Ron Strik, de vader van Jorrit Strik.

The Happy life of Happy

Karel van Delft legt in het onlangs verschenen boek ‘Chess for educators’ uit dat kinderen al jong met schaken kunnen beginnen, als ze interesse tonen in het spel. Ze kunnen een schaakbord zien, anderen zien schaken, of ze zien een boek met interessante plaatjes. Het blijkt dat het brein bij kinderen rondom het zesde levensjaar zover is ontwikkeld dat ze het schaakspel ook daadwerkelijk kunnen begrijpen. Zo ongeveer was het ook bij Jorrit.

Jorrit ging met zijn ouders en grote zus op vakantie in het Colombinehuis, een vakantieverblijf voor zieke en gehandicapte kinderen. Daar stond een mooi schaakspel. Jorrit was geïnteresseerd en zijn vader leerde hem de basisregels. Jorrit had een maag-darmziekte waardoor hij niet kon eten of drinken. Hij leefde op parenterale voeding. Dat wil zeggen voeding die rechtstreeks in het bloed werd opgenomen via een infuus.

Hoewel men op zijn zesde ook klassiek autisme diagnosticeerde, was Jorrit zeker niet verstandelijk beperkt. In de zomer van 2010, Jorrit was net zeven jaar, meldde hij zich als lid bij de Schaakvereniging Rivierenland.

Veel oefenen en spelen
Hij oefende iedere dag met zijn vader en ging wekelijks naar de club. Hij werd daardoor in 2012 al beloond met een ereplaats in de interne competitie. De jeugdleider maakte Jorrit attent op de Grand Prix-toernooien van de SGS. Zo toog Jorrit op 24 november 2012 naar zijn eerste toernooi bij En Passant. Dat moesten we van te voren melden bij de organisatie. Daarvoor waren verschillende redenen. Jorrit verplaatst zich met een rolstoel. Hij heeft autisme en er was enige uitleg noodzakelijk over zijn ziekte omdat hij continu was gekoppeld aan een infuus.

Het toernooi werd een succes! Niet sportief gezien, want hij won slechts één partij, maar hij kreeg van de organisatie al voor aanvang van het toernooi een aanmoedigingstrofee. Jorrit vindt het super leuk om de hele tijd bezig te zijn met schaken.

Lees meer >

Fraaie eindspelstudie van Yochanan Afek

Eindspelstudies zijn vaak verrassend en fraai. Ze vormen ook prima trainingsmateriaal. Vanwege de vaak wat ongewone stellingen en onverwachte wendingen stimuleren ze onze fantasie. Neem de volgende fraaie studie van Yochanan Afek. Ga er maar even goed voor zitten, want de oplossing is niet gemakkelijk. Wit speelt en wint. Hoe?

Lees meer >

In de schijnwerpers: Harold van der Heijden

“Eindspelstudies zijn kunst. Wat mij betreft, betekent het dat een studie een ‘ziel’ moet hebben. Een studie moet niet louter bestaan uit een ijskoud mechanisch pad dat naar winst of remise leidt, maar moet altijd een verrassing of iets bijzonders bevatten. Het moet ook vloeiend verlopen.” Eindspelcomponist Harold van der Heijden citeert John Keats “a thing of beauty is a joy forever”. Schoonheid en verrassing dat is waarom het draait in de wereld van de eindspelcomponisten. Het metier is al eeuwenoud. En gelukkig: springlevend!

In een interview dat ik over hem las, haalt hij een prachtig voorval aan. Harold was uitgenodigd voor een algemene bijeenkomst waarop hij de kans kreeg om eindspelcomposities te promoten. De bijeenkomst werd bezocht door talloze jonge talenten, sterke spelers en zelfs enkele grootmeesters. Hij liet ze de volgende stelling zien (u vindt de complete oplossing verderop in dit artikel):

Harold heeft deze stelling zelf bedacht. De schoonheid schuilt naar mijn smaak in de relatieve eenvoud van de stelling. Maar de oplossing is bepaald niet eenvoudig. Iedereen begon te puzzelen, maar het duurde wel eventjes voordat ze de oplossing vonden. Enkele slimmeriken zeiden:

“1. Kh1 moet de oplossing zijn omdat het de minst waarschijnlijke zet in de stelling is.”

Maar niemand kwam er aanvankelijk écht goed uit. Totdat Artur Yusupov langs kwam en er naar keek. Na een seconde of tien merkte hij droog op: “Kh1 en Dg2 mat”.  Daarop gaf Harold de grootmeester een andere opgave. Die kon hij niet kraken. Harolds conclusie: het oplossen van eindspelstudies is voor iedere schaker een prima bezigheid. Zelf voeg ik er aan toe: het is ook een prima training om studies op te lossen.

Vele talenten en functies

Harold vindt zichzelf geen begenadigd schaker. Zijn rating schommelt iets boven de 1900. Hij speelde jarenlang in het 2e team van HMC. En won maar liefst twee keer de schoonheidsprijs van de club. Zou dat dan toch te maken hebben met waarin hij uitblinkt? Dat deed hij trouwens bij het verdedigen van de zwarte kleuren.

Overigens kunnen we nog wel even verdergaan met het opsommen van zijn functies en activiteiten. Hij was bestuurslid (wedstrijdleider intern), lid van de technische commissie en hij verzorgde de automatisering van dezelfde vereniging. Tegenwoordig woont hij in Deventer en is Harold nog wel lid van HMC, maar niet meer actief. Daarnaast heeft hij ook nog diverse redactionele verplichtingen in de wereld van de componisten. En daar blijft het nog lang niet bij.

Lees meer >

Hoe sterk waren de meesters uit de 19e eeuw?

Hoe zat het nu werkelijk met de speelsterkte van de grote namen uit het verleden? Denk daarbij aan Steinitz, Chigorin en vele anderen die een heldenstatus hebben gekregen. Waren ze écht zo goed? Of overdrijft men hun kracht een beetje? Willy Hendriks doet hierover een boekje open in zijn prachtige werk “On the Origin of Good Moves”. Dit is niet bedoeld als een recensie. Waar het me nu om gaat is een eerste indruk van de speelsterkte van deze heren. Eigenlijk vallen deze reuzen een beetje van hun voetstuk. We kennen natuurlijk allemaal de volgende stelling waarin Steinitz een prachtige combinatie op het bord toverde. Verder lezen…

Lees meer >

In de schijnwerpers: Paul van der Sterren

Van alle Nederlandse topschakers kwamen er maar weinigen heel ver in de strijd om het wereldkampioenschap. Euwe werd natuurlijk kampioen en ook Jan Timman reikte ver. Maar lang niet iedereen weet dat Paul van der Sterren een eervolle ‘derde plaats’ inneemt. Via het bijzonder sterk bezette Interzonale Toernooi in Biel (1993) plaatste Paul zich voor de kandidatenmatches. Daar strandde hij helaas op Gata Kamsky.

Uiteraard was dat lang niet zijn enige prestatie. Paul begon tamelijk laat met schaken. Hij maakte pas op dertienjarige leeftijd kennis met het koninklijke spel. Daarna ging het snel bergop. Hij werd onder andere viermaal kampioen van Limburg. Na zijn schooltijd ging hij rechten studeren in Amsterdam.

Hij maakte deze studie echter nooit af. Hij behaalde nog wel zijn kandidaatsexamen maar zijn deelname aan de hoofdgroep van het Hoogovenstoernooi 1978 betekende definitief het einde van zijn universitaire aspiraties. Hij eindigde in dit loodzware toernooi op de laatste plaats, maar won wel een fraaie partij van Viktor Kortchnoi. Viktor de Verschrikkelijke verkeerde destijds op het hoogtepunt van zijn carrière en was in het hetzelfde jaar de uitdager van wereldkampioen Anatoli Karpov.

In 1979 behaalde Paul de titel Internationaal Meester en in 1989 werd hij benoemd tot Internationaal Grootmeester. In de jaren tachtig en negentig behoorde hij tot de sterkste schakers van Nederland. Hij won diverse toernooien en nam deel aan acht Olympiades. Legendarisch was de 28e Olympiade in Thessaloniki. Nederland eindigde daar op een gedeelde tweede/derde plaats samen met Engeland achter de Sovjet-Unie. Het team bestond uit: Van der Wiel, Sosonko, Van der Sterren, Piket, Kuijf, Douven

In 2001 zette van der Sterren een punt achter zijn schaakcarrière. Daarna legde hij zich toe op andere zaken, zoals het schrijven van boeken. Bij NewInChess verscheen eind 2011 het enerverende verslag van Paul’s carrière. Sinds kort is er een nieuwe versie van dit prachtige boek uitgegeven. Deze autobiografie ‘Zwart op Wit’ is een échte aanrader. Het is nu hoog tijd om het woord aan Paul te geven.

Lees meer >

Universal Chess Training

Wellicht vraagt u zich af “Wie is Wojciech Moranda?” Zelf kende ik hem ook nog niet. Hij is een Poolse grootmeester met een rating van 2618. Een meer dan behoorlijke schaker, die zich op relatief jonge leeftijd ook is gaan bezighouden met het trainen van anderen, bijvoorbeeld voor de Poolse Nationale Jeugd Academie.

In de inleiding van het boek vertelt Wojciech hoe hij aanvankelijk elk boek verslond waarop hij de hand kon leggen. Het is een weg die velen, waaronder ik zelf, zijn gegaan. Informatie opzuigen over ideeën, manoeuvres en zetten. En dan maar hopen dat het ooit tot iets zal leiden.

Pas toen hij zelf anderen les begon te geven, ontdekte hij dat dit niet de manier was om schaken te leren. Het bracht hem tot het inzicht dat goed leren schaken niet alleen draait om wat er op het bord gebeurt, zoals plannen en ideeën in diverse stadia van een schaakpartij, maar om denkprocessen en besluitvorming. Hij  ontwikkelde een eigen trainingssysteem. Op basis van de ontwikkeling van een student is binnen dat systeem duidelijk wat de betreffende student aan training moet verwerken. Tegenwoordig gaat hij in zijn eigen schaakschool uit van de volgende drie fasen:

  1. Kerntraining: de basale elementen van het spel die iedereen onder de knie moet hebben.
  2. Gepersonaliseerd programma: gerichte oefeningen afgestemd op de individuele speler en ontworpen om bepaalde tekortkomingen te verhelpen.
  3. Universele schaaktraining: denkprocessen en besluitvorming in de praktijk al of niet afgeleid uit de beschikbare kennis.

Volgens hem was een methodiek ontwerpen voor de stappen 1 en 2 relatief gemakkelijk. Maar voor de derde fase liggen de zaken duidelijk gecompliceerder. Hij spitte door letterlijk duizenden partijen van zijn studenten om te bekijken waar ze moeilijkheden ervoeren. Wat hij ontdekte was ook voor hem een verrassing.

Lees meer >

In de schijnwerpers: WGM Iozefina Werle

Iozefina Werle is de regerend Nederlands kampioen bij de dames. Zij werd kampioen in 2019 en is dat om bekende redenen nog steeds. Dat kampioenschap is niet het enige succes dat ze met schaken heeft behaald. Ze is geboren en groeide op in Roemenië. Haar trainer, Vasile Manole, zag haar talent en dat bleek een schot in de roos. Op haar erelijst staan uitstekende resultaten bij Europese kampioenschappen en ook in Roemenië was ze dicht bij een nationale titel.

Lees meer >