Boekenrubriek

Beat the Masters!

Het zal me de P.C. Hooft-prijs niet opleveren, een uitnodiging voor het boekenbal evenmin, maar toch ben ik er trots op. Mijn eerste eigen boek!

Ik wilde mezelf op een cadeautje trakteren voor mijn vijftigste verjaardag, inmiddels al bijna drie maanden geleden, en daarom heb ik alle schaakpartijen verzameld die ik van Internationaal Meesters en Grootmeesters heb gewonnen. Dat zijn er tweeëntwintig! Die partijen heb ik op mijn manier van commentaar voorzien. Niet al te diepzinnig geanalyseerd, maar wel de nodige achtergrondinformatie en wat informatieve verhaaltjes bij die partijen.

Een handzaam boek, 168 pagina’s, met aardig wat diagrammen zodat met name de geoefende schaker misschien niet eens bord en stukken erbij hoeft te pakken om de partijen te volgen. Ik geef het in eigen beheer uit. De prijs wordt 12,50 euro, of 15 euro inclusief verzendkosten. Wie meer informatie wenst kan gerust contact met mij opnemen op de bekende manieren of op bonjom@chello.nl

Zaterdag 18 juli houd ik om 14.00 uur een boekpresentatie in Denksportcentrum En Passant in Bunschoten. Belangstellenden verzoek ik zich vooraf even op te geven, zodat de zaal Coronabestendig kan worden gemaakt.

Lees meer >

Daniel King – Sultan Khan: The Indian servant who became chess champion of the British Empire

Als jonge jongen was ik vaak meer geïnteresseerd in de smeuïge verhalen over de schaaktitanen van weleer, zoals Morphy en Aljechin, dan in hun partijen. Het zal wel deels verklaren waarom mijn rating nooit boven de 2000 is gekomen. In die boeiende schaakgeschiedenis dook ook een speler op met de mysterieuze naam Sultan Khan. Met mijn toen nog erg oriëntalistische blik zag ik een stilzwijgende aristocratische Indiër met een tulband,

Lees meer >

Boekrecensie – Cheparinov’s 1. d4!

De wervelwind van repertoireboeken, die een aantal jaar geleden over de schaakwereld raasde, is inmiddels wel weer even gaan liggen. Khalifman, Avrukh, Schandorff, Kornev, Kaufman, Negi en nog anderen zorgden voor een verrijking van kant-en-klare openingsrepertoires van zeer hoog niveau en dat liet grote sporen na. Zo kon ik zelf evolueren van een grote rommelaar naar een rommelaar met een toch wat gezondere basis en ik merkte in de praktijk dat spelers van 2000-2200 steeds taaier weerstand boden.

Lees meer >

Boekrecensie: Schaakles en kampvuurverhalen van Viktor Moskalenko

Schaakles en kampvuurverhalen van ‘Moska’

Recensie van Viktor Moskalenko’s Training with Moska (2017) door Daniël Zevenhuizen

Toen ik recent op zoek ging naar trainingsmateriaal, viel mijn oog onmiddellijk op Training with Moska. Bewust of onbewust keer ik steeds terug naar het schrijven van Viktor Moskalenko, wiens The Perfect Pirc-Modern ook het onderwerp was van mijn eerste recensie in deze rubriek. Hoewel ik over het boek zeer te spreken was, had ik er ook het nodige op aan te merken. Desondanks kan ik me niet herinneren dat ik de heer Moskalenko ooit eerder in de toernooihal ben tegengekomen. Heeft een collega – of een huurling, misschien? – dan toch een verleidende substantie in mijn koffie gedaan, zodat ik me, ondanks de terughoudendheid, toch tot het werk van de befaamde schaaktrainer aangetrokken voel? Wie zal het zeggen. Maar hier zit ik dan, met Training with Moska voor me uitgespreid. Heb ik onterecht aan de verlokkingen toegegeven?

Lees meer >

Recensie: On the Origin of Good Moves

Willy Hendriks is terug. Na het succes van zijn eerste boek (Move First, Think Later), is Hendriks opnieuw in de pen geklommen. Het resultaat: een 432 pagina’s tellend boekwerk getiteld On the Origin of Good Moves. Hendriks neemt je mee door de geschiedenis van het schaakspel. De ondertitel, A Skeptic’s Guide to Getting Better at Chess, is veelzeggend. Voor de lezers van Move First, Think Later (in 2012 uitgeroepen tot boek van het jaar door de Engelse schaakbond) komt het ongetwijfeld niet als een verrassing dat de nodige heilige huisjes omver worden geschopt.

Hendriks is al meer dan 25 jaar actief als trainer, al legt hij zich de laatste jaren voornamelijk toe op het schrijven over schaken. Op dit moment is hij als speler en trainer verbonden aan de Arnhemse schaakacademie. Als filosoof van beroep kijkt Hendriks graag naar het grotere plaatje. Zijn voornaamste interessegebieden? Cognitieve psychologie, wetenschapsfilosofie en de geschiedenis van het schaakspel. Het was dus slechts een kwestie van tijd voordat On the Origin of Good Moves het levenslicht zou zien. Maar wat kun je nou eigenlijk verwachten?

Lees meer >

Recensie: The Shereshevsky Method

De beroemde schaaktrainer Mikhail Sherevsky begon met het geven van schaaklessen in 1975 in Minsk, de hoofdstad van Wit-Rusland. Zijn eerste trainer was Abo Israelevich Shagalovich in de ‘Minsk Pioneer Palace’ en hoewel deze trainer zijn liefde voor het schaakspel wist uit te dragen, had hij geen enkele methodologie. Dat was wel anders bij zijn volgende trainer, Isaak Efremovich Boleslavsky. Om niet te zeggen dat dit een speler van wereldklasse was. En trainer van het Sovjet-team en van één van de wereldkampioenen. Maar gek genoeg ook bij was er geen systeem. Zijn kennis van het spel was enorm maar de schaakstudenten moesten maar zien dat ze zelf iets aan hadden. Pas later kwamen er trainers in de oude Sovjet-Unie die wel een systeem hadden. Alexander Kotov, Alexander Nikolaevich Panchenko en Vyacheslav Andrevich Chebanenko bijvoorbeeld, maar vooral Mark Dvoretsky had volgens Shereshevsky een grote invloed op het opleiden van toppers (zoals Yusupov en Dolmatov) en het zette de schrijver van dit boek ook aan om zelf over sommige methodologieën te gaan nadenken. Shereshevsky, die een tijd heeft samengewerkt met Dvoretsky geeft aan dat het boek Endgame Strategy nooit was verschenen zonder de invloed van de grote man. En ook zijn boek The Soviet Chess Conveyor en Endgame Strategy werden een shot in de roos.

Met deze inleiding, die een stuk uitgebreider in het boek is opgenomen, hebben we in een notendop de inhoud van dit boek geschetst. Het is een uitgebreidere, verbeterde versie van zijn drie boeken in één bundel met nieuw materiaal. En als schakers deze boeken nog niet op een boekenplank hebben staan, dan is dit boek, dat in 2018 uitkwam, een aanrader. Het boek is onderverdeeld in de volgende delen:

 

DEEL 1: The Soviet Chess Conveyor

DEEL 2: Endgame Strategy

DEEL 3: From the 20th century to the 21st

 

Omdat de eerste twee een compilatie is van zijn eerdere boeken, wil ik me vooral uitspreken over het derde deel, waarin Shereshevsky zijn inzichten deelt over de overgang van de ‘klassieke schaakschool’ naar het moderne schaak. Maar voordat ik dat doe, licht ik toch even een tipje van de sluier op. Zijn eerste boek beslaat belangrijke onderwerpen zoals ‘Constructing an opening repertoire’ en ‘Studying the chess classics’. Zijn boek over eindspel  bevat bijvoorbeeld ‘Centralising the king’, ‘The role of pawns in the endgame’, ‘The problem of exchanges’, ‘Schematic Thinking’, ‘Do not hurry!’ en The principle of two weaknesses’.

Mikhail Shereshevsky (bron onbekend)

De auteur geeft aan dat hij graag zijn licht laat schijnen over de situatie in Rusland, het land dat na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie nog altijd een vooraanstaande rol in de schaakwereld had de laatste 25 jaar. Maar met de val van de muur in het Oostblok veranderde er veel. Trainers en coaches die tijdens hun Sovjetjaren zeer speciaal waren, verloren niet alleen hun status en hun salaris, maar ze konden ook nergens op terugvallen. Dat heeft grote gevolgen gehad voor het schaken in Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland en andere voormalige Sovjetstaten. Shereshevsky haalt aan dat bijvoorbeeld China de rol op het wereldstrijdtoneel aan het overnemen is. Vooral bij de dames is China superieur momenteel. In veel bespiegelingen over de kwaliteit van trainers spreekt Shereshevsky harde woorden.

 

Een ander onderwerp dat de auteur aansnijdt, is schaakboeken. In onze moderne tijd verschijnen enorm veel boeken over de meest uiteenlopende onderwerpen. Die kunnen voor trainers van waarde zijn. Shereshevsky schrijft dat hij voor het eerst hoorde over ‘resulting moves’, ‘tunnel thinking’ en ‘DAUT’. Vooral dat laatste verdient een nadere uitleg. Het is een afkorting, gebruikt door GM John Nunn, die het volgende betekent: “Don’t Analyse Unnecessary Tactics”. Ofwel: bereken geen onnodige varianten. De vraag is dan natuurlijk wat ‘onnodige’ varianten zijn.

Lees meer >

Een ander tactiekboek

Zowel voor mezelf als voor mijn leerlingen was ik op zoek naar meer tactiekboeken. Nu kun je je afvragen waarom boeken nog nodig zijn voor het oefenen van tactiek. Tegenwoordig kun je online, bijvoorbeeld, eindeloos puzzle rushen op chess.com. Toch heeft het wel wat, het offline opgaven maken. Gokken zit er niet in, en het half berekenen van een variant “die toch wel goed is” ook niet. Ook is het een welkome afwisseling van een beeldscherm, dat ding dat inmiddels (en zeker in deze tijd) een groot deel van de dag inneemt.

Lees meer >

Recensie: De juiste zet – wat schaken je leert over het leven

Deze recensie zal anders zijn dan de voorafgaande, want in tegenstelling tot eerdere recensies volgen hier geen diagrammen. Dit boek gaat namelijk niet over de verbetering van ons spel, maar over hoe we het spel kunnen gebruiken ter verbetering van ons leven. Ongetwijfeld zal dat een teleurstelling zijn voor degenen die hun oordeel van een schaakboek liever baseren op opgaven of partijfragmenten, maar aangezien een offline partij schaken er voorlopig niet in zit, kan het boek allicht helpen de liefde voor het spel niet te verliezen. 

Inleiding

 

Jonathan Rowson (1977) is grootmeester, auteur en filosoof. Tegenwoordig speelt hij nauwelijks meer zelf, maar is nog steeds betrokken bij het schaakspel als trainer en schrijver. In het boek De juiste zet tracht hij antwoord te geven op de vraag wat schaken hem geleerd heeft over het leven. Dit doet hij door middel van vierenzestig schetsen, ondergebracht in acht hoofdstukken.

 Inhoud

 ‘‘Schaken is niet de zin van het leven, maar het stimuleert wel de omstandigheden voor een zinvol leven.’’ Voor veel schakers zal dit waar zijn, maar dit geldt net zo goed voor andere kunstvormen. Bovendien gaat schaken verder dan alleen een afleiding van (of juist een zoektocht naar) de complexiteit van het leven, maar goed, dit is slechts een van de vele citaten die ons aan het denken zet.

Aan het schaakspel worden diverse voordelen toegeschreven. Zo leert het ons: vooruitdenken, de tegenstander kennen, aanpassingsvermogen, offers brengen en een logische afwikkeling van ingewikkelde problemen. In combinatie met het element van competitie legt Rowson hier een verband met de zakenwereld en politiek; aan de buitenkant komt alles representatief over, maar terwijl je met één hand die van de ander schudt, houdt je in de andere achter je rug een wapen vast.

Rowson bouwt voort op een interessante observatie over de rol die metaforen spelen om het leven te begrijpen: ‘‘(…) ik ben ervan overtuigd geraakt dat de kracht van schaken als symbool van intelligentie ook elders ligt, namelijk in de stilzwijgende erkenning dat metaforen de kern van creatieve intelligentie vormen en dat schaken een buitengewoon sterke metafoor is. We associëren schaken met intelligentie omdat het spel ons dwingt verschillende zetten vooruit te denken, maar ook omdat de relatie ervan met de cultuur de relatie van onze geest de wereld onthult.’’ Begrippen als ‘patstelling’ voor een impasse of ‘pion’ voor een onbelangrijk iemand worden inmiddels niet alleen in het schaakjargon gevonden en zijn volledig in de standaardtaal geïntegreerd. Toch wordt dit weinig opgemerkt – laat staan gewaardeerd – wat jammer is, omdat metaforen ons leren verbanden te leggen, wat helpt om de wereld beter te begrijpen.

Lees meer >

Hein Donner: The Biography

Het was een vreemd toeval: afgelopen weken schreef ik in mijn krantenrubriek twee keer een verhaal naar aanleiding van de vertaling van de biografie van Hein Donner, geschreven door Alexander Münninghoff. Een dag nadat ik de tweede naar de krant stuurde, overleed Münninghoff. Toeval, ik wist niet dat hij ziek was.

De biografie verscheen in 1994 bij uitgeverij Scheffers, onder de titel ‘Hein Donner, 1927-1988’ met als ondertitel ‘Een biografische schets’. Met die ondertitel doet Münninghoff zichzelf tekort, het is een doorwrocht boek, waarvoor hij vele familieleden en vrienden moet hebben gesproken van Donner, die zelf niet meer leefde. Ook maakte hij gebruik van materiaal dat Maarten de Zeeuw had verzameld. Münninghoff verbaasde zich over diens medewerking: “De hoeveelheid gegevens de hij reeds had verzameld, was indrukwekkend en ik heb er schaamteloos gebruik van gemaakt.” De Zeeuw, een meesterklasseschaker bij Rotterdam, stelde ook het schaaktechnische deel samen aan het eind van het boek. Dat deel is relatief kort, het boek is vooral een biografie. Peter Boel vertaalde het nu voor New in Chess in het Engels.

 

Geleerden

Het boek is geen weergave van Donners toernooiresultaten. Daarvan bestaat een leuk boekje dat Evert-Jan Straat in 1993 schreef, ook bij New in Chess, en waar ook veel meer partijen in staan dat in de biografie. Natuurlijk noemt Münninghoff tal van schaakprestaties, maar hij probeert vooral te vertellen wat voor man Donner was. Een man uit een familie van geleerden. Opa Johannes Hendricus (zoals Hein ook heette) was dominee, lid van de Tweede Kamer, en in die hoedanigheid de man die na de troonrede voor het eerst ‘Leve de koningin’ riep. Dat had hij zomaar bedacht en in de volgende jaren mocht hij dat als nestor van de Kamer ieder jaar roepen. Vader Jan was minister van Justitie en later president van de Hoge Raad. Diens broer was wethouder van Rotterdam. Heins oudere broer André werd rechter bij het Europese Hof van Justitie. Diens zoon Piet Hein was minister van Justitie, later Sociale Zaken en Werkgelegenheid en nog later Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. Daarna werd hij vicepresident van de Raad van State. Deze opsomming staat overigens niet in het boek, maar is een toevoeging van mij, uiteraard via Google bij elkaar gezocht.

 

Schoolcarrière

In mijn herinnering (ik ben geboren in 1961) was Hein Donner een forse, oude man. Oud was hij echter niet, hij werd slechts 61 jaar (dus twee jaar ouder dan ik nu ben) en verdween op 56-jarige leeftijd van het strijdtoneel na een hersenbloeding. Nog vijf jaar leefde hij in een verpleeghuis. Fors was hij aanvankelijk ook niet, wel lang, een lange slungel.

Lees meer >

Wat Alexander Münninghoff ons nalaat

Bij het grote publiek is Alexander Münninghoff, die op 28 april overleed, bekend vanwege zijn boek ‘De stamhouder’, over zijn eigen familie. Hij kreeg er in 2015 de Libris Geschiedenis Prijs voor. In 1983 won hij al de Prijs voor de Dagbladjournalistiek. Münninghoff, geboren in 1944, werkte van 1974 tot 2007 voor de Haagsche Courant. In dit artikel geef ik een overzicht van zijn werk in de schaakwereld.

Münninghoff in 2008 tijdens het NK voor journalisten in Wijk aan Zee. Foto: Bart Beijer

Münninghoff doorliep het gymnasium in Den Haag en studeerde Slavische taal- en letterkunde in Leiden en Amsterdam. Hij was voor zijn krant correspondent in Moskou, maar was bijvoorbeeld ook oorlogscorrespondent in het Midden-Oosten en in Zuid-Amerika. De redactie van het tijdschrift Schaakbulletin profiteerde vooral van zijn kennis van de Russische taal en samenleving. Hij schreef over schaken in de Russische pers en interviewde Russische schakers.

Lees meer >