Hieronder treft u de volgende aflevering van de rubriek “Begrijp wat u doet”. In deze serie worden, speciaal voor clubschakers, achtergronden belicht van de ‘grote openingen’ zoals het Spaans, het Siciliaans, het Damegambiet, het Konings-Indisch enzovoort. De artikelen verschenen eerder in Schaakmagazine het blad van de KNSB, de Nederlandse schaakbond.
Nadat we in twee afleveringen de Pirc aan bod hebben laten komen, kunnen we er niet omheen om ook om de ideeën achter de Moderne Verdediging, een systeem dat overeenkomsten heeft met de Pirc, aan bod te laten komen. Zwart begint in een vroeg stadium zijn koningsloper op de lange diagonaal te zetten en hij houdt ondertussen zoveel mogelijk opties open voor diverse opstellingen. Het is een flexibel systeem waarin beide spelers veel kennis en inzicht moeten hebben van overgangen naar bekende openingsvarianten.
1.e4 g6 2.d4 Lg7
Ongeacht wat wit speelt, begint zwart met deze eerste twee zetten.
Voorbeeld van een kaartje waarmee correspondentieschaak werd gespeeld.
Een stokoude anekdote in het correspondentieschaak deed hier de ronde. Om een postzegel uit te sparen, kon een speler bij het spelen van een zet meteen een voorstel doen over zijn volgende zet. Zo was er ooit een zwartspeler die op wits 1. d4 op zijn briefkaart zette dat hij 1… g6 antwoordde en op elke andere zet van wit 2… Lg7 zou spelen. Het antwoord van de witspeler was ontnuchterend toen de zwartspeler een tijdje later een kaart in de brievenbus vond. Wit had 2. Lh6 gespeeld met de opmerking dat hij zwarts 2… Lg7 zou beantwoorden met 3. Lxg7…
3.Pc3
Omdat we ons nog in ‘Pirc-sferen’ bevinden, zullen we uitgaan van deze paardzet en laten we andere mogelijkheden buiten beschouwing.
Lees meer >