Rubrieken

Schaakrubrieken weekend 25 november 2018

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

Een schaaktweeluik uit het noorden

Twee nieuwe schaakverhalen geheel rondom de opening van het Hoogeveen schaaktoernooi ruim een maand geleden door Thierry Baudet van Forum van Democratie. Een vertelling over een Hoogeveense krantenredactie, de hard aan de weg timmerende Groningse site Komkommerschaaknieuws, een mysterieuze schrijver, blasfemie, (zelf)censuur, een hysterisch schaakpubliek, fake news en nog veel meer.

Beide verhalen zijn – hoewel nauw met elkaar verbonden – afzonderlijk en zelfs in willekeurige volgorde te lezen.

Lees meer >

“Schaken en blessures” door Jan Willem Duijzer. Column van Schaakvereniging Promotie.

Blessures bij het schaken?

“Als je bang bent om geblesseerd te raken moet je gaan schaken” (en bij Roy Keane uit de buurt blijven)

Op internet zijn de beelden nog te vinden. Beelden van de aanslag die Manchester United-voetballer Roy Keane in april 2001 pleegde op de aanvoerder van Manchester City, Alf-Inge Haland. Met gestrekt been attaqueerde hij Haland, zonder dat de bal in de buurt was.

Lees meer >

Top-40 Nederlandse schakers. 14: Lodewijk Prins

Van 1937 tot en met 1968 maakte Lodewijk Prins onafgebroken deel uit van het Nederlandse Olympiadeteam. Dertig jaar lang was hij dus een Nederlandse topspeler. Al liet hij dat op de Nederlandse kampioenschappen nauwelijks zien.

Lodewijk Prins (geboren 27 januari 1913) deed namelijk nauwelijks mee aan die NK’s, maar haalde uit de paar keren wel een hoog rendement. In 1936, 23 jaar oud, debuteerde hij met een derde plaats. Na een zwak NK in 1938 won hij in 1948 het kandidatentoernooi voor Kramer en Van Scheltinga. Voor de NK-match tegen Euwe bedankte hij. Vanwege gezondheidsredenen, lees ik ergens, maar dat zou ik niet meteen voor waar aannemen.

Pas in 1965, op 52-jarige leeftijd, was hij er weer bij. Prins won dat NK samen met Zuidema, die hij in de beslissingsmatch met 2,5-1,5 versloeg. Kampioen van Nederland 29 jaar na zijn debuut, dat is al bijzonder.

Na zijn eerste NK werd Prins opgenomen in het Olympiadeteam en daarvoor bleef hij uitkomen tot en met 1968. Zijn meest memorabele wedstrijd was die in 1954 tegen het team van de Sovjet-Unie, dat destijds louter uit mondiale toptienspelers bestond. Prins versloeg Alexander Kotov, waardoor Nederland een historisch gelijkspel bereikte. In 1956 speelde hij aan het eerste bord en in 1968 behaalde hij als tweede reserve met 9 uit 12 zijn hoogste score. Na Timman is hij Nederlands recorddeelnemer.

 

Spaanse toernooien

Opmerkelijk genoeg was dat Prins’ laatste Olympiade. Voor 1970 zegden Donner en de jonge Timman om diverse redenen af. Tot zijn verbijstering werd Prins vervolgens gepasseerd door Rob Hartoch. In zijn schaakrubriek in Het Parool verloor hij zijn objectiviteit uit het oog en betichtte hij de plaatsingscommissie en het KNSB-bestuur van ‘corruptie, koehandel en zelfbevoordeling’. Voor het bestuur was dat reden om alle contacten met Prins te verbreken. Het betekende het einde van Prins’ schaakcarrière op topniveau.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend van 18 november 2017

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

“Stellingen over schaken-deel 3” door Hans Meijer. Column van Schaakvereniging Promotie.

Lees het derde deel van de schaakstellingen van Hans Meijer hier !

Top-40 Nederlandse schakers. 15: Erwin l’Ami

Al heel jong wist hij het: ik word profschaker. En als ik niet sterk genoeg word, ga ik wel training geven of erover schrijven. Erwin l’Ami was en is secondant van wereldtoppers, maar is ook nog gewoon sterk genoeg om prijzen te winnen.

Zijn zege in Reykjavik 2015 bracht Erwin l’Ami op de cover van het toonaangevende tijdschrift New in Chess

Erwin l’Ami (geboren 5 april 1985) was al zo jong overtuigd van zijn profcarrière, dat hij zich als tiener niet kon motiveren voor meer dan een mavo-opleiding. In jeugdprijzen blonk hij niet uit, hij maakte met onder anderen Jan Smeets, Jan Werle en Daniel Stellwagen deel uit van een zeer talentvolle lichting. Wel debuteerde hij al op zijn achttiende, in 2003, op het Nederlands kampioenschap. Vanaf dat moment was hij er veertien van de vijftien keer bij. Zes keer werd hij derde of vierde en in 2012 werd hij samen met Sokolov tweede achter Giri. Op de andere zeven NK’s presteerde L’Ami slecht.

 

Enorme erelijst

Dat compenseerde hij meer dan genoeg met een onwaarschijnlijk aantal toernooioverwinningen. Als tiener won hij al vele weekendtoernooien. Het open kampioenschap van Nederland in Dieren won hij in 2007, 2009 en 2013. In 2009 was hij trots dat hij voor Giri en Timman eindigde. In 2013 zei hij ‘zelden zo blij’ te zijn geweest, omdat de grote toernooizege weer eens een slecht NK meer dan goedmaakte.

Erwin l’Ami won Vlissingen in 2005 en 2013, Hoogeveen in 2010 en 2012, Groningen in 2013 en Haarlem (BDO) in 2013. In 2005 behaalde hij een bijzondere tweede plaats in het Amsterdam Chess Tournament. Buiten Nederland won hij Gausdal 2004, Nagorno Karabach 2005, Bethune 2006 en 2008 en werd hij op het Europees kampioenschap 2008 gedeeld tweede achter Tiviakov.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend van 11 november 2017

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

Over een schaakjournalist.

Renzo Verwer, een journalist en schaker, die me net op het verkeerde moment mailde. Toevallig had ik dezelfde week al ‘nee’ verkocht aan mijn teamleider van SMB1 die vroeg of hij mijn nummer aan een journalist mocht geven inzake deelname aan Vlissingen. Toen ik toch weer benaderd werd door een journalist over schaken, was ik al aardig pissig.

Lees meer >

“Naar aanleiding van….” door Manuel Nepveu. Column van Schaakvereniging Promotie.

Facebook, Instagram, Tinder, Twitter, het heeft voor mij allemaal geen enkele bekoring. Ik ben er niet mee opgegroeid, maar ik heb ook geen behoefte om mijzelf expliciet op de sociale media te laten zien. Als ik iets te zeggen heb doe ik dat in mijn wetenschappelijke werk, of in kleine vertrouwde kring, bij de schakers.
Maar natuurlijk krijg ik de sociale media-ellende wel mee, zoals nu bij #MeToo. Om eens een smakelijke metafoor te gebruiken: er is in een steenpuist geknepen en de rommel spuit rijkelijk de wijde wereld in.

Lees meer >