Rubrieken

Schaakrubrieken weekend 20 mei 2017

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

Top-40 Nederlandse schakers. 31: Henri Weenink

In de top-40 omdat hij de nummer twee was achter Max Euwe en dus nooit Nederlands kampioen kon worden. Niet al te hoog omdat hij die tweede plaats door zijn tragische dood wel heel kort bezette.

 

Henri Weenink (geboren 17 oktober 1892) nam slechts eenmaal deel aan het Nederlands kampioenschap. In 1929 werd hij samen met Salo Landau tweede achter Euwe. Toch werd hij al in 1927 gevraagd voor Nederland aan het tweede bord op de Olympiade te spelen, achter Euwe. In kleinere toernooien had hij zich bewezen. In 1928, 1930 en 1931 zat hij bij afwezigheid van Euwe zelfs aan het eerste bord. In 1930 in Hamburg scoorde hij met 10 uit 16 goed, bij de andere Olympiades scoorde hij onder de vijftig procent.

Een succes was het kampioenschap van Amsterdam in 1928 dat hij won voor Landau. In 1930 won hij een zeskamp in Amsterdam, waar hij Euwe en Landau versloeg. Weenink won hier en daar partijen van Reti, Rubinstein en Marshall, maar dat ging niet gepaard met toernooizeges. Een matchnederlaag tegen Reti met 3,5-6,5 kon met niet meer worden afgedaan dan ‘goed gedaan’.

 

Veelzijdig

Weenink diende de schaakwereld op een veelzijdige manier. Hij schreef in de jaren twintig de schaakrubriek in de Oprechte Haarlemsche Courant, de voorloper van het Haarlems Dagblad. Hij deed dat op bijzonder luchtige en zelfs vrolijke manier, met als curiositeiten ieder jaar voor 1 april een fantasieverhaal rond leuke schaakproblemen.

Lees meer >

Eindspelfinesses 53: toreneindspelen van Giri in Moskou

Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen?”  Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. Grootmeester Twan Burg en Internationaal Meester Herman Grooten zullen op frequente basis u proberen bij te praten over diverse eindspelfinesses.

 

Anish Giri (foto Frans Peeters)

Het optreden van Giri in Moskou was niet slecht, over zijn eindresultaat zal hij helaas wel ontevreden zijn. Hoewel hij ongeslagen bleef en één partij wist te winnen, schiet hij weinig op met zijn score. Als Giri in de toekomst een rol van betekenis wil spelen in de wereldkampioenscyclus, moet er op een of andere manier iets veranderen. Wat dat moet worden, zal hij zelf het beste weten. Zoals ik in mijn verslag na zes ronden al schreef, doet hij er alles aan om zo scherp mogelijk te spelen. Maar de tegenstanders zijn kennelijk zo sterk dat het bijna onmogelijk is om ze verslaan, laat staan om niet zwaar in de problemen te komen, als je ‘alles-of-niets’ speelt.

Gelukkig blijkt onze landgenoot op dat gebied onverzettelijk te zijn. Als het soms uit de hand dreigt te lopen en hij stellingen krijgt die een ander misschien geruisloos verloren had, weet hij als een soort Houdini remise te maken. Van deze kwaliteit – waar oud-wereldkampioen Tigran Petrosian ook om bekend staat – zou hij in de verre toekomst nog wel eens veel profijt kunnen hebben.

 

Het valt me al jaren op dat Giri een fantastische eindspeltechniek heeft. Niet alleen heeft hij bijzonder veel kennis van eindspelen, hij slaagt er keer op keer in om deze kennis op de juiste manier toe te passen. Dat het niet zo vanzelfsprekend is, wil ik graag aan u voorleggen. Dit artikel is meteen een kleine test hoe goed en aandachtig bezoekers van Schaaksite de schaaktechnische artikelen bekijken.

 

Herkent u de volgende twee diagrammen nog?

 

Zwart aan zet.

Wit aan zet.

Lees meer >

“Iedereen blij” door Theo Mooijman. Column van Schaakvereniging Promotie.

In onze sport kennen wij het fenomeen ‘gezamenlijke laatste ronde’. Zo iets kan natuurlijk alleen bij weinig ruimte vragende sporten. Geen complex heeft voldoende zalen om bijvoorbeeld een gezamenlijke laatste ronde zaalkorfbal te organiseren. Hier in het Noorden des lands vinden er elk jaar wel een paar gezamenlijke laatste rondes plaats. Niet voor elke klasse, daarvoor reikt de polsstok niet ver genoeg. Er zit namelijk een financieel plaatje aan. Een fikse zaal huren,

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 13 mei 2017

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

Lange traditie schaken bij omroep

Hilversummer Hans Böhm heeft geen spijt van zijn keuze voor de media

Schaken is niet echt een mediagenieke sport zou je zeggen. Toch wist schaker en presentator Hans Böhm jarenlang elke week 200.000 luisteraars te boeien met zijn KRO-radioprogramma Man en paard. Maar Mr. Chess, sinds 2011 Ridder in de Orde van Oranje Nassau, deed veel meer in de omroepwereld en daarbuiten om zijn sport te stimuleren.

 De omroep heeft bijna vanaf haar beginjaren iets met schaken gehad. Dat begon al voor de Tweede Wereldoorlog. Legendarisch is het AVRO schaaktoernooi van 1938, dat nog altijd geldt als één van de sterkst bezette toernooien uit de geschiedenis van de denksport. De acht beste spelers van de wereld op dat moment namen eraan deel, onder wie Max Euwe en José Raúl Capablanca (oud-wereldkampioenen), de toenmalige titelhouder Alexander Aljechin en de latere wereldkampioen Michael Botwinnik. Hoewel de AVRO haar naam aan het toernooi verbond als sponsor en mede-organisator, werden de matches niet in Hilversum gespeeld, maar in tien verschillende steden verspreid over Nederland. In 1939 was de VARA sponsor van de tweekamp Euwe-Keres, waarvan één partij in Hilversum werd gespeeld.

Euwe was ook later nog regelmatig in het nieuws. Het eerste NTS-Journaal opende op 5 januari 1956 met zijn overwinning op Jan Hein Donner in het Nederlands Kampioenschap.  Euwe leverde ook zelf soms bijdragen voor radio, de pers en later de televisie. Hij schreef verder onder meer een reeks boeken over het spel; zijn werk Oom Jan leert zijn neefje schaken was voor veel mensen de eerste kennismaking met de denksport.

Lees meer >

Grandmaster Insides, Maxim Dlugy

 

Als een uitgever informatie geeft over zijn boek, weet je al dat het een lovend verhaal zal zijn. De slager die zijn eigen vlees keurt, luidt het gezegde. Bij dit boek is onze recensent Franck Steenbekkers echter enthousiaster dan de uitgever.

Eerst maar het verhaal op de site van New in Chess. Dat is niet de uitgever, wel een van de verkopers.

 

 

New in Chess

‘Grandmaster Insides’ takes you into the inner world of Maxim Dlugy, as he recounts and analyses what a young player went through to become a champion and what areas of development are important for self-improvement as a chess player.

As the highest rated player in the world in the age group of 15 and until he became World Junior Champion at 20, Maxim has an ideal vantage point from which to recount the exploits of a talented young player. He became the highest rated blitz player in the world, won numerous International tournaments and even tied for 1-4th place in the first World Rapid Championship in Mazatlan, while missing becoming a World Championship Candidate.

Lees meer >

“De etiquette van winst en verlies” door Manuel Nepveu. Column van Schaakvereniging Promotie

“Voor de winst!” roep ik en mijn betere helft roept vervolgens hetzelfde. Het scrabbelspel wordt voor de dag gehaald. Ik win meestal. Dat heeft misschien met mijn woordenschat te maken, maar ook met het feit dat ik strategisch speel. Ik zie het woord “wekken” op het bord liggen en besef dat ik in de gaten moet houden of ik er “ver” voor kan leggen waardoor ik driemaal woordwaarde haal. Dat bedenk ik terwijl ik niet over de nodige letters beschik,

Lees meer >

Vier oude helden bijeen

Vijftig jaar geleden werd het Nederlands kampioenschap gespeeld in Zierikzee. De meeste deelnemers leven nog. Twee van de twaalf zeker niet en van twee weet ik het niet. Het Witte Paard uit Haarlem brengt vier van hen weer bij elkaar. Zaterdag spelen ze een erevierkamp, ter gelegenheid van het tweede lustrum van de Karel Kuip Vierkampen.

Hans Ree

Het NK van 1967 was de vierde in een bijzondere rij. Hein Donner was kampioen geworden in 1954, 1957 en 1958. Het kampioenschap werd ongeveer eens per twee jaar gespeeld. In 1961 werd Hoan Liong Tan kampioen, in 1963 Frans Kuijpers, in 1965 Lodewijk Prins en in 1967 Hans Ree. Donner werd wel nog steeds als de sterkste beschouwd, welke status hij bevestigde met zijn legendarische toernooizeges in Beverwijk 1963 (Hoogovens) en Venetië 1967. Kampioen van Nederland werd hij echter niet meer, terwijl hij er in drie van de vier genoemde jaren wel bij was.

 

Sterk bezet

Een bijzonderheid van het NK 1967 was iets waar we nu om kunnen lachen. Voor het eerst in de geschiedenis was er geen enkele speler die op de speeldagen ook naar zijn werk moest. Het werd beschouwd als een professioneel kampioenschap en was ook sterk bezet. De vorige kampioen Prins was er niet bij, maar die nam sowieso zelden aan het NK deel. Behalve naar Donner keek men vooral naar Hans Bouwmeester, de ervaren speler die ook zelden aan het NK deelnam, en naar Ree, het jonge aanstormende talent. Ook Kick Langeweg was op dat moment een absolute topper, alsmede Coen Zuidema, die twee jaar eerder pas na een beslissingstweekamp de titel aan Prins moest laten.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 6 mei 2017

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >