Deze rubriek is gemaakt voor schaaksite.nl en is terug te vinden onder het kopje ‘Schaakhistorie’.
Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het mij gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin de schaakgeschiedenis voor het voetlicht wordt gebracht. Het is al weer even geleden, maar ik wil graag de draad weer oppakken. De laatste aflevering ging het over de opmars van Garry Kasparov (geboren in 1963) met het behalen van de wereldtitel in 1985 ten koste van Anatoly Karpov. In deze nieuwe aflevering zullen we het hebben over de crisis die in de schaakwereld ontstond toen Kasparov samen met de Brit Nigel Short uit de Fide stapte.
Garry Kasparov 1987 tijdens het Swifttoernooi in Brussel (foto Jos Sutmuller)
Nadat Garry Kasparov de titel had veroverd op Anatoly Karpov in bleek de nieuwe wereldkampioen ook heel dominant in de periode (uiteindelijk zo’n 15 jaar) dat hij wereldkampioen was. De enige die enigszins tegen hem op kon was Karpov, die juist in de tien jaar ervoor vrijwel alle toernooien op zijn naam had geschreven. Nu werd het Kasparov die de dienst uitmaakte. De twee vochten vijf ongelooflijk spannende wereldkampioenschapsmatches uit, in 1984 (controversieel beëindigd zonder resultaat met Karpov aan de leiding +5 -3 =40), in 1985 (waarin Kasparov de titel won, 13-11), in 1986 (nipt gewonnen door Kasparov, 12½-11½), in 1987 (gelijkspel 12-12, de titelhouder Kasparov behield de titel) en in 1990 (opnieuw nipt gewonnen door Kasparov, 12½-11½). In de vijf tweekampen speelden Kasparov en Karpov maar liefst 144 partijen tegen elkaar die eindigden in 104 remises, 21 overwinningen voor Kasparov en 19 overwinningen voor Karpov. Dit totaal geeft aan hoe dicht hun niveau bij elkaar lag.
Lees meer >