Gespot 53: Het dubbeltorenoffer

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
Nadat ik in mijn Gespot 51: Een aardige analogie een oproep had gedaan om ook partijen op te sturen waarin er sprake is van een analogie, kreeg ik een aardige reactie van Thomas Beuman. Hij liet weten dat hij in de partij F. Zeven – T. Beuman een toreneindspel met twee pionnen minder remise had weten te houden omdat hij op de hoogte was van een eindspelstudie van Kasparian. De analyse van dit eindspel is te vinden onder deze link,
Daarvoor had ook Richard Vedder een lezenswaardig artikeltje ( Gespot 51, vervolg) geschreven, waarin hij aanhaalt dat hij als jeugdspeler twee wensen koesterde. Namelijk om ooit een dame op een veld te zetten waar zij op meer manieren geslagen kon worden (zoals in de beroemde partij Lewitsky-Marshall). De tweede wens was om mat te kunnen geven “nadat hij twee torens op de onderste rij van het bord had laten meppen”, zoals dat in de partij Anderssen – Kieseritzky in Londen 1951 ooit gedaan was en die nog altijd als de ‘onsterfelijke partij’ de boeken is ingegaan. Hoewel vrijwel elke schaker deze partij zal kennen, geef ik hem hier nog eens. Het commentaar bij de eerste zetten zal ik u besparen.
Lees meer >