Rubrieken

De onderpresteerder

 

Niet minder dan een sensatie was het. Michail Tal die zijn eerste partij als wereldkampioen verloor van een speler die nog niet eens schaakmeester was.

De enige verliespartij bovendien van het oppermachtige Sovjet-team tijdens de schaakolympiade van 1960.

Zoals vaker tegen mindere tegenstanders bediende Tal zich van de Benoni. Benoni is een Hebreeuws woord en betekent zoveel als ‘zoon van verdriet’. In de handen van Tal stortte de Benoni de witspeler meestal in het verdriet, maar ditmaal liep het anders. Een kansloze nederlaag werd het voor de zwartspeler. Hoe kon dat?

Lees meer >

Mastering Chess Logic

Voor een denksport is er in de schaakliteratuur opmerkelijk weinig aandacht voor het belangrijkste aspect van ons mooie spel: nadenken. De auteurs doen een poging om deze leemte op te vullen. De vraag is natuurlijk: zijn ze daarin geslaagd?

Om maar met de deur in huis te vallen: ik heb daarover wat gemengde gevoelens. Want ze beloven nogal wat. Op de achterflap lees ik:

“Waarom steken de grootste spelers aller tijden, zoals Magnus Carlsen, Bobby Fischer en Garry Kasparov met kop en schouders boven anderen uit? De basisaspecten van het schaken (calculatie, bestuderen van openingstheorie, en technische eindspelvaardigheid) zijn uiteraard van groot belang. Maar het mysterieuze deel van de schaakvaardigheid zit hem toch in het gedachtenproces.”

De auteurs verduidelijken het nog met de toelichting dat het daarbij in het bijzonder draait om hoe je bepaalde zetten beoordeelt, waarom je de voorkeur geeft aan de ene boven de andere zet en hoe je het gevoel voor het spelletje ontwikkelt. Dat is natuurlijk allemaal waar. Maar hoe ontwikkel je dat dan? Vervolgens komen de volgende vragen uitgebreid aan bod:

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 11 december 2021

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

Alan Turing – een enigmatisch genie

Alan Turing (1912-1954), die vooral bekend is geworden als kraker van de Duitse Enigma encryptiemachine gedurende de Tweede Wereldoorlog, was in velerlei opzicht zelf een enigma (Grieks voor raadsel). In het navolgende wordt vooral Turing’s leven vanaf 1939 besproken, startend in Bletchley Park, het hoofdkwartier van de Britse geheime dienst MI6, ten noorden van Londen. Hier slechts een paar woorden over de jonge Alan: eenzaam, stotteraar, excentriek, te slim voor zijn leeftijd (wizz kid),

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 4 december 2021

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Vanwege de WK-match is deze rubriek vertraagd.

Lees meer >

Eindspel met toren tegen een pion

Waarom zou je eigenlijk aandacht moeten besteden aan eindspelletjes van Koning en toren tegen koning en pion? Dat lijkt op het eerste gezicht een kansloze zaak. En is het wel zo belangrijk om jezelf hierin te verdiepen?

Het antwoord: het is lang niet altijd kansloos. En de tweede vraag kunnen we met een volmondig ‘ja’ beantwoorden. Hoe zit dat?

The Creative Power of Bogoljubov: volume 2

 

In het tweede volume duikt Grigory Bogdanovich verder in de schaakpartijen van Efim Bogoljubov. Waar het eerste deel nog een apart hoofdstuk had dat inging op Bogoljubov als persoon, kent dit boek enkel schaken. Het echte doel van het boek moge duidelijk zijn: “to provide a complete portrayal of Bogoljubov’s contribution to chess”. En dat is gelukt. Na de vorige pil van volume 1 krijg je met dit deel gewoon de volgende 400 pagina’s vol met partijen van Bolgoljubov. Je zou verwachten dat er dan ook wel wat interessants tussen moet zitten… en dat zit er! Ik vind dit deel beter dan het vorige, omdat je met deze partijen naar mijn idee beter de “echte” Bogoljubov tegenkomt.

Wie is dan de echte Bogoljubov? Nou, volgens mij is dat een opportunistische aanvalsspeler. Eentje die kansen ziet en pakt en niet schroomt om met hier en daar wat bluf je van het bord te zetten. Het eerste hoofdstuk (van dit volume) gaat daarom uitgebreid in op de aanval. Als een aanvalsspeler was ik verrast nieuwe thema’s te leren. Dit is natuurlijk naast Bogoljubov ook zeker te danken aan de sterke schaker die dit boek heeft geschreven. Om wat nader toe te lichten: het standaard onderscheid in de aanval wordt allereerst gemaakt op basis van de positie van de koning. De koning kan in het midden staan, aan dezelfde kans als jouw koning staan, of je kan tegengestelde posities (rokades) hebben. Wat interessant is, is dat Bogdanovich hierbij ook het onderscheid telkens maakt tussen een ‘gesloten’ en ‘instabiel’ centrum. Onbewust neemt iedereen denk ik altijd wel in zijn gedachten mee of de stelling open of gesloten is, of dat de stukken van jou of je tegenstander makkelijk bij de koning kunnen komen. Maar het actief beschrijven van wat een instabiel centrum is en hoe dit uitwerkt op de aanval, was voor mij nieuwe theorie. Leuk! Wat ook interessant is aan de stijl van Bogoljubov is dat hij soms ineens kon offeren en soms ook bijzonder veel geduld had en een aanval perfect kon coördineren. Van deze laatste categorie een voorbeeld:

Lees meer >

“Zijn wij computergelovigen?” door Manuel Nepveu

Laatst was ik aan het bladeren in ‘Oordeel en Plan’, het bekende boek van Euwe over de strategie van het schaakspel. Ik vroeg me af in hoeverre beweringen die daarin door de grootmeester werden gedaan door Fritz werden overgenomen, ‘door de computer’ zeg maar. Voor mij ligt de derde druk, uitgekomen in 1973. Lees de hele column in PDF.

Deze en andere columnisten van SV Promotie,

Lees meer >

‘De revanchematch’: Euwe-Aljechin 1937

Na de serie over het WK van 1935 heeft Paul van der Sterren afgelopen zomer de Euwelezing (youtu.be/SpddO-q_qLU) gehouden over de periode dat Euwe wereldkampioen was.

Nu is het tijd voor de ‘revanchematch’ van 1937, die Euwe jammerlijk verloor. Een verslag met de cruciale momenten uit de strijd, Pauls analyse van het getoonde spel en de psychologische kant van de match.

Lees meer >

1001 Chess Exercises for Advanced Club Players van Frank Erwich (Recensie)

Het boek 1001 Chess Exercises van Frank Erwich is een uitstekend boek voor spelers met een Elo tussen 1800 en 2300. Een van de belangrijkste kwaliteiten die een schaakspeler kan hebben, is het herkennen van patronen.

Het kan echter ook een valkuil zijn; onze patroonherkenning kan ons impulsief maken. Dit betekent niet dat het fout is, of dat wij slechte spelers zijn, maar soms zullen we er iets te snel op vertrouwen.

Lees meer >