Rubrieken

Open brief

Beste lezers, waarde redactie van Schaaksite,

‘Homo ludens’ staat voor een mensbeeld waar het wezen van de mens in spelen ligt en leren aan spelen verbonden is. Wij schakers zullen, naar ik denk, niet twijfelen aan de juistheid van zo’n mensbeeld. Maar wat beklijft er van alles wat je leert? Van slechts tien procent heb je later regelmatig plezier, las ik ergens. Alleen zul je niet van tevoren weten welke tien procent dat zal zijn.

Toen compagniescommandant, de kapitein Choufoer, mij op een gezegende dag met groot verlof stuurde, deed hij dat met de woorden: “Je hebt hier dingen geleerd waar je je leven lang profijt van zult hebben.” Dat leek me sterk, gezien mijn bescheiden carrière als hofmeester en schrijver in de Julianakazerne te Den Haag.

Lees meer >

Boekrecensie – Bishop Versus Knight – The Eternal Battle with the Other Pieces – volume 2

Dit boek is onderdeel van een interessant tweeluik over de eeuwige strijd tussen loper en paard. In deel 1 kwam de strijd tussen loper en paard zonder andere stukken aan bod. Dit deel handelt over dezelfde strijd maar dan met torens en dames. Jasper Dekker schreef een uitgebreide recensie over het eerste deel.

Het is een interessante invalshoek. Wellicht mis ik iets, maar ik heb geen boeken over dit specifieke onderwerp in mijn bezit. Wel enkele boeken over afzonderlijke stukken, zoals de loper of torens.

Aandacht besteden aan deze ‘eeuwige strijd’ is natuurlijk bijzonder nuttig. Het geeft spelers een goed inzicht in welke stukken hij beter wel en welke beter niet moet ruilen in bepaalde stellingen. Deze boeken dragen ook bij aan een dieper begrip van eindspelen en hoe je ze aanpakt. Dergelijke boeken hebben nog een ander voordeel: ze zijn ’tijdloos’. In tegenstelling tot bijvoorbeeld openingsboeken waar de ‘mode’ regelmatig overheerst.

Indeling

Het boek bestaat uit twee delen. Deel 1 handelt over eindspelen met loper en paard met de torens op het bord. Dat deel is dan weer gesplitst in hoofdstuk 1: superieure loper en hoofdstuk 2: superieur paard.

Het tweede deel is een stuk korter en kent een soortgelijke splitsing in twee hoofdstukken waarin telkens het paard of de loper de boventoon voert. Kortom: een zeer heldere indeling. Daarnaast is het verschil in lengte tussen beide delen vast verklaarbaar uit het feit dat torens nou eenmaal vaker overblijven in eindspelen omdat ze relatief laat aan het spel deelnemen.

Verschillende karakters

Ik verklap geen nieuws als ik zeg dat lopers in open stellingen met materiaal aan beide zijden van het bord vaak beter tot hun recht komen. Paarden doen het over het algemeen beter in gesloten stellingen. Maar dat is, zo blijkt uit dit boek, bepaald geen wet van Meden en Perzen. De complexiteit neemt uiteraard nog verder toe met andere stukken op het bord, een voorbeeld (ik heb de oorspronkelijk Engelse tekst integraal overgenomen):

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 5 februari 2022

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

schaakstukje

Olympisch schaak

Onlangs zag ik tijdens de olympische spelen op tv een rare skivariant. Skiën over zgn. moguls (hobbels). Tietskiën lijkt me een toepasselijker naam. Een belachelijk misbaksel en nog olympisch ook. Ook bij het snowboarden hebben ze een paar halfbakken varianten bedacht die het label olympisch verdienen. Houd de sport puur, zou ik zeggen.

Wat wel een doorbraak lijkt te worden is het padel,

Lees meer >

Yuri Averbakh wordt 100 jaar!

Vandaag wordt Yuri Averbakh 100 jaar. Daarmee is hij de oudste nog levende grootmeester ter wereld. Vandaar dat dit artikel een hommage is aan de Rus met een grote staat van dienst.

Yuri Lvovich Averbakh (In het Russisch geschreven Ю́рий Льво́вич Аверба́х) werd geboren in Kaluga op 8 februari 1922. Nadat hij in 1943 internationaal meester was geworden, duurde het tot 1952 totdat hij tot grootmeester werd benoemd. Veel later, toen hij als speler minder actief meer was, werd hij voorzitter van de Russische schaakbond (1973 – 1978).

Yuri Averbakh (Foto Fide (facebook)

In 1954 won hij het USSR kampioenschap vóór spelers als Mark Taimanov, Viktor Korchnoi, Tigran Petrosian, Efim Geller en Salo Flohr. In het kampioenschap van 1956 werd hij gedeeld eerste met Taimanov en Boris Spassky in het hoofdtoernooi, en eindigde als tweede na de play-offs.

Pikant detail was dat later Averbakh’s dochter, Jane, zou trouwen met Mark Taimanov, een van zijn vroegere rivalen.

Bij het naspelen van zijn partijen valt op dat hij moeilijk te verslaan was, gezien zijn solide stijl. Zelf zei hij daarvan dat één van de beste aanvalsspelers ter wereld (waar onlangs een boek van uitgekomen is), Nezhmetdinov, tegen hem geen poot aan de grond kreeg. Iemand als Tal, die ongeveer dezelfde aanvalsstijl als Nezhmetdinov had, ging meermalen de boot in. Maar Averbakh ging er prat op dat hij een enorme plusscore tegen Neshmetdinov had.

Averbakhs naam zal eeuwig verbonden blijven aan het systeem dat hij heeft ontwikkeld tegen het Konings-Indisch. Na 1.d4 Nf6 2.c4 g6 3.Nc3 Bg7 4.e4 d6 5.Be2 0-0 speelde hij 6.Bg5 dat sindsdien bekend staat als het Averbakh-systeem (zie diagram).

Lees meer >

Wat zelfs toppers (soms) verkeerd doen in eindspelen

Deze stelling ontstond na 52e zet van wit in de partij van Gligoric tegen Fischer (kandidatentoernooi 1959). Hoe houdt zwart remise? Antwoord…

“Niemand is veilig…” door Rudi Matai

Veiligheid is essentieel voor elk mens. Voor een schaker is de veiligheid van met name de koning essentieel. Daarom rokeren we, denkend dat het dan wel goed zit. Maar kijk eens naar de partij Aronian – Kramnik, Kandidatentoernooi Berlijn 2018. Aronian had gerokeerd, en na zijn h2-h3 had Kramnik geantwoord: Th8-g8. Lees de hele column in PDF.

Deze en andere columnisten van SV Promotie,

Lees meer >

Boekrecensie – Tata Steel Chess Tournament 2021

Toen ik als kind echt geïnteresseerd raakte in schaken, las ik veel toernooiboeken. Dat waren vooral de blauwe toernooiboeken van de ECI-toernooien in Sas van Gent waar gesloten IM-groepen verspeeld werden. Zo las ik over Herman Grooten die IM werd, over een spannende tweestrijd tussen Rini Kuijf en Paul Motwani (die in de laatste ronde verloor van Gunter Deleyn) en over het Europees Jeugdkampioenschap van 1992 in Sas waar Dimitri Reinderman derde werd, na Aleksandrov en Borovikov. Die laatste werd tweede zonder dat hij een officiële rating had. Kom daar nu nog eens om! Later zijn er niet zo veel toernooiboeken meer toegevoegd aan mijn (bescheiden) bibliotheek. Natuurlijk kocht ik ooit Bronsteins boek over Zürich 1953 en een van mijn favorieten is nog steeds ‘Waarom schaakt u eigenlijk?’ over het laatste VSB-toernooi in 1996 met prachtige schaakverhalen van beroemdheden, waarbij ik vooral geïntrigeerd raakte door Mart Smeets die vertelde waarom er aan hem een groot schaker verloren is gegaan. Aan de vooravond van het Tata-toernooi van 2022 verscheen bij Thinkers Publishing een toernooiboek over het bijzondere toernooi van het jaar ervoor, waarin er na 35 jaar met Jorden van Foreest eindelijk weer een Nederlandse winnaar was en waarin er helaas maar 14 schakers speelden in De Moriaan in tegenstelling tot de vele honderden het jaar ervoor (en hopelijk volgend jaar weer). Het is een kloek werk van maar liefst 749 bladzijden, geschreven door Daniel Fernandez.

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 29 januari 2022

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

schaakstukje

Fingerspitzengefühl

Ik keek laatst naar de strijd om de wereldtitel bij het dammen tussen Roel Boomstra en Alexander Schwarzman (vergeef me deze uitstap). Wat me opviel, behalve het vroege aanvangstijdstip (11.00 uur), was hoe de spelers de schijven verzetten. Niet met een vinger op het houtje en schuiven maar. Nee, het stuk wordt keurig tussen duim en wijsvinger verschoven.

Ook opvallend was dat er niet met de geslagen houtjes gespeeld werd.

Lees meer >