Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
Zoals u onlangs kon lezen in het artikel dat ik schreef naar aanleiding van het uitbrengen van een nieuwe versie van de eindspelstudiedatabase van Harold van der Heijden, werk ik als schaaktrainer regelmatig met eindspelstudies, die ik dan op thema probeer te zetten. De wereld van de eindspelstudies is eigenlijk een wondere wereld. Je zou kunnen zeggen dat eindspelstudies een soort van kunstvorm binnen de schaakwereld innemen.
Binnen ons jachtige bestaan vormt de eindspelstudie als het ware een oase van rust. Net alsof je met een duikerspak langs peilloze diepten glijdt, en alles in volledige kalmte aan je voorbij ziet komen. De prachtige structuren van de zeebodem in combinatie met de fantastische organismen die er in ronddrijven. Je moet er ook de tijd voor nemen. Hoewel de zuurstoffles niet eeuwig gevuld is, kan het geen kwaad om de mooie contouren van de nieuwe omgeving langzaam op je in te laten werken. Zo is het ook met eindspelstudies.
We halen nog even in herinnering wat een eindspelstudie eigenlijk is. We zouden het kunnen definiëren als een compositie waarbij een fraai combinatiemotief dat vaak zeer onder de oppervlakte zit, is verpakt in een originele zettenreeks. Er is sprake van een opgave, waarbij de oplosser van te voren weet dat er maar één winst- of remise-variant opgesloten zit in de stelling. Bijna altijd heeft elk stuk op het bord een functie.
Bij het maken van een eindspelstudie gaat de componist meestal uit van de slotstelling die hij bedacht heeft. Die slotstelling moet dan uiting geven aan de kunstvorm die de componist in gedachten heeft. Dan gaat hij aan het werk om er een passend voorspel bij te bedenken en voegt links en rechts stukken toe. Uiteindelijk mag er maar één winstvariant zijn en dat is eigenlijk het moeilijkste van zijn taak. Als er bijvoorbeeld sprake is van een manoeuvre waarbij het stuk langs twee verschillende wegen op de plaats van bestemming kan arriveren, wordt dit oogluikend toegestaan. Men spreekt hier van een ‘dual’. Wel kunnen er veel verschillende varianten zijn, waarin de verdediger zich (vaak ook op originele) zo goed mogelijk van zijn taak kwijt. Als de winstvoering in twee verschillende varianten in gespiegelde hoedanigheden optreedt, spreekt men van een ‘echo’. Bij het maken van composities gaat men uit van speciale combinatiethema’s die voorziet van een naam. Zo spreekt men bijv. van een ‘Novotny’ als er sprake is van een interferentiemotief (=onderbreek). In dit betoog wil ik het uitsluitend hebben over het ‘dominantiemotief’. Hierin zit het woord dominant, dat al een en ander duidelijk maakt. In het eerste diagram probeer ik duidelijk te maken wat er exact met dit dominantie-motief bedoeld wordt.
Dominantie 1 – Constructiestelling
Lees meer >