Rubrieken

Davorin Kuljasevic – How to study chess on your own: creating a plan that works…and sticking to it

Als jonge schaker kreeg ik het boekje Schaken als vak (Het Spectrum 1976) van Hans Bouwmeester in handen. Hij bood een uitgebreid schema aan waardoor je openingen systematisch kon bestuderen. Elke dag een stukje nieuwe theorie en dan in een afwisselend ritme de stof van de eerdere dagen herhalen. Ik begon vol goede moed, maar hield het maar twee weken vol. Dat lag niet aan Bouwmeester, maar aan mezelf: het is bijzonder lastig om systematisch het schaakspel te bestuderen.

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 29 mei 2021

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

In de schijnwerpers: Eddy Sibbing

Wanneer u naar de rating van Eddy Sibbing zoekt, dan vindt u een zeer constante reeks. Er is de laatste jaren niks aan veranderd. Dat heeft weinig met corona te maken. Eddy speelt alleen nog maar partijtjes met een korter speeltempo. Hij was trouwens een prima schaker en werd een keer doorgeefschaakkampioen van Nederland, samen met Johan Booij. Maar dat is al weer lang geleden (1989).

Lesgeven op het MEC

Omdat hij alleen nog maar een beetje voor de lol speelt, geeft Eddy er de voorkeur aan dat ik hem vragen stel over wat hij nu doet. Tot mijn grote vreugde kwam daarop een zeer uitgebreid antwoord!

Wat kan ik daar nog aan toevoegen? Dat Eddy de drager is van de Euwering? Dat hij een prima leermeester is en me heeft laten zien hoe je de jeugd traint? Dat hij nog steeds als schaakleraar actief is op twee scholen in Amsterdam? Dat hij daar streng, doch rechtvaardig is in zijn houding richting deze leerlingen? Dat zijn leerlingen die duidelijkheid van hem waarderen? En dat hij manager is van het Max Euwe Centrum? Dat is lang niet alles. Het beste is om hem zelf aan het woord te laten.

Wanneer ben je begonnen met schaken en wie heeft het je geleerd?

“Als jongste telg van een schaakfamilie kende ik de regels al wel, maar ik ben pas serieus gaan schaken toen ik 15 jaar was. Ik hielp mijn broers Harry en Ton met het maken van Kontakt, het clubblad van BSG (Bussum). Daar stond een aankondiging in voor het Goois Kampioenschap van 1977. Voor de lol schreef ik me in, en hoewel ik slecht scoorde vond ik het wel leuk.

Een paar maanden later, inmiddels 16 jaar, werd ik lid van BSG. Enorm oud, als je dat vergelijkt met de beginners vandaag de dag. Ik heb het vooral geleerd door veel te spelen en te snuffelen in de schaakboeken van mijn broer Harry. Vooral de opgaven uit de combinatieboeken, zoals Kombinationen van Kurt Richter, vond ik leuk om op te lossen.”

Lees meer >

Studie compositie toernooi “Jan Timman 70”

Ter ere van de 70ste verjaardag van Jan Timman, schaaklegende en productief studiecomponist, kondigt de Koninklijke Nederlandse Schaakbond (KNSB) een eindspelstudiecompositietoernooi (met een vrij thema) aan.

Jan Timman, hier bij het Tata Steeltoernooi (foto Frans Peeters)

Jurylid: Jan Timman

Toernooidirecteur: Harold van der Heijden

Organisatorische ondersteuning: Jan Sprenger

Prijzen: € 150/125/100/75/50  (gesponsord door KNSB)

Lees meer >

Gespot 96 Een zet achteruit

Tigran Petrosian (foto Jos Sutmuller)

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

 

In de laatste column van Rudi Matai (van de schaakvereniging Promotie Zoetermeer) kon u lezen dat hij een paar gevallen aanhaalde waarin ex-wereldkampioen Anatoly Karpov het slachtoffer werd van een zet terug van de tegenstander. Dat was niet zelden een paardzet die over het hoofd werd gezien.

Toen ik het las, moest ik onwillekeurig denken aan een andere ex-wereldkampioen die zichzelf ook de das omdeed toen hij in een strategisch gewonnen stelling zijn dame en prise liet staan tegen Bronstein. Het is een dermate komische blunder dat het slachtoffer er zelf hartelijk om kon lachen.

 

Petrosian, Tigran V – Bronstein, David,

Kandidatentoernooi Amsterdam/Leeuwarden 1956

Lees meer >

“Beste Anatoly Karpov, stukken kunnen ook naar achteren!” door Rudi Matai

Karpovs eerste schaakboek was er een met partijen van Capablanca. Ik vraag me af of hij daardoor niet ook de fouten van Capablanca heeft overgenomen. Bijvoorbeeld het overzien van de zet achteruit. Lees de hele column in PDF.

Deze en andere columnisten van SV Promotie, schreven samen meer dan 1000 columns. U leest ze op onze site.

Ulf

Ergens in de jaren tachtig heb ik samen met twee bevriende bordenjongens de vakbond IBBA (International Board Boys Association) opgericht, die zich inzette voor betere arbeidsvoorwaarden voor bordenjongens. Het was ongeveer in dezelfde periode als de totstandkoming van de GMA (Grand Masters Association), die hetzelfde nastreefde voor professionele schakers. Met mijn goede vrienden Tom Bottema en Marc Spierings heb ik jarenlang ongelooflijk veel lol beleefd in wat toen nog het Hoogovens Schaaktoernooi heette. Marc en ik begonnen in 1984, Tom kwam er een paar jaar later bij. We waren in die periode echte schaakverslaafden; we vonden het heerlijk om in januari de complete dag alleen maar met schaken bezig te zijn, feitelijk 24 uur per etmaal, alleen onderbroken door een paar uurtjes slaap. En dit alles in het prachtige, sfeervolle kustdorp Wijk aan Zee.

Ulf Andersson (foto Jos Sutmuller)

In een vorige bijdrage schetste ik al het belang van bordenjongens in het pre-computertijdperk. Alle zettencommunicatie was afhankelijk van de bordenjongens. Want als een bordenjongen verzuimde, in slaap viel of om welke andere reden al dan niet tijdelijk afhaakte (is allemaal gebeurd bij grote toernooien…), dan viel het complete communicatiesysteem in puin. Ga maar na: geen zetten bij het commentaar, geen zetten naar NOS-Teletekst (in het pre-internettijdperk een belangrijke bron voor thuis verblijvende journalisten), geen zetten naar de kranten, geen zetten op het demonstratiebord voor het toekijkende publiek, en ga zo maar door. Kortom, zo realiseerden wij ons ineens tijdens een nachtelijke sessie in een van de Wijk aan Zeese horecagelegenheden: de complete schaakwereld is afhankelijk van ons. Het topschaken kan niet zonder bordenjongens!! Wat aanvankelijk als een grap begon, werd zo ineens een vakbond. Wij besloten dit bij de organisaties van de grote toernooien onder ogen te brengen. Toen wij in Wijk aan Zee de lokale krant haalden met de oprichting van onze bordenjongensvereniging, werden onze ‘eisen’ serieus genomen. Welke eisen dat precies waren, dat weet ik eigenlijk niet meer, maar als je de publiciteit zoekt en vindt, nemen mensen je doorgaans sowieso serieuzer dan ervoor. Het had zeker voordelen voor ons: we vroegen een jaar later meer honorarium en kregen dat zonder enig gemor.

Bij alle bestaande, grote toernooien werden we met respect ontvangen, ook als we er zomaar gewoon voor de gezelligheid langskwamen, want wij waren ‘die leuke jongens van de vakbond.’ Bij het volgende Hoogovenstoernooi introduceerden wij de zogenaamde IBBA-prijs. Deze ging naar de speler die niet te veel zetten produceerde (zodat wij niet zo hard hoefden te werken), heel netjes noteerde (zodat wij de zetten gemakkelijk konden overnemen van het notatiebiljet), niet te veel in tijdnood kwam (een ramp voor iedere bordenjongen) en gewoon een aardige persoon was (dat waren en zijn de meeste topschakers overigens).

Lees meer >

Planinc, Vidmar en de psychologie

Albin Planinc was In de jaren zeventig een beruchte Sloveense speler, die met gedurfd, fantasierijk en zeer agressief aanvalsspel successen boekte. ( “Michail Tal on steroids”) Ook in Nederland in de jaren 1973-1974. Waar Fischer en Steinitz “slechts” 64 werden, bereikte hij de voor schakers perfecte leeftijd van 64 jaar, 8 maanden en 2 dagen. Immers, 64 = 82  .

Hij was amateurspeler met als hoofdberoep metaalbewerker in een fietsenfabriek, had nauwelijks opleiding, psychische problemen, altijd bij zijn moeder gewoond, beiden uiteindelijk in dezelfde psychiatrische inrichting terecht gekomen. Weinig persoonlijks van hem verder bekend, Ree heeft in New in Chess over hem geschreven (down Planinc’s path) en er is een interview met hem door Lodewijk Prins. Maar in de jaren ’70 grote triomfen. U wordt sterk aangeraden om de top-10 partijen, vermeld op

https://www.chessgames.com/perl/chessplayer?pid=17987

eens na te spelen. Allemaal kunststukjes. Onwaarschijnlijke stellingen, voortkomend uit ongeremde aanvalsdrift. Eventueel nog aangevuld met een partij waarin Jan Hein Donner overtuigend werd afgedroogd: https://www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1297109.

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 22 mei 2021

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

schaakverhaal, maart 2006

De eigenwijze koning

Heel lang geleden leefde er een koning van een groot land.

Koning Kapsones III, want zo heette hij, had veel ministers die zijn land bestuurden.

Hierdoor had hij weinig omhanden. En, zoals alle koningen die niets te doen hebben, verveelde hij zich stierlijk. Weet je wat dacht hij, ik ga een hobby zoeken, en meteen riep hij de minister van hobby’s en spelletjes bij zich.

Lees meer >