Rubrieken

Het Max Euwe Centrum rekent op uw steun!

Het Max Euwe Centrum (MEC) in Amsterdam huisvest een schaakmuseum en een bibliotheek met ruim 10.000 titels. Daarnaast is het ook het nationale centrum voor schaakgeschiedenis en schaakcultuur. Om de belangstelling hiervoor levend te houden publiceert het MEC ieder jaar vier nieuwsbrieven, twee keer op papier en twee keer digitaal. Andere activiteiten van de laatste maanden zijn het ‘verslag’ dat Paul van der Sterren geeft van de match Euwe-Aljechin,

Lees meer >

Schaakgeschiedenis in vogelvlucht 23: Anatoly Karpov

 

Deze rubriek is gemaakt voor schaaksite.nl en is terug te vinden onder het kopje ‘Schaakhistorie’.

Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het mij gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin de schaakgeschiedenis voor het voetlicht wordt gebracht. In de vorige aflevering hebben we het gehad over Bobby Fischer. In deze nieuwe aflevering zullen we het hebben over Anatoly Karpov (Geboren in 1951).

 

 

Karpov (foto Jos Sutmuller)

De Rus Anatoly Karpov kreeg in 1975 de wereldtitel in de schoot geworpen omdat met Fischer geen overeenstemming gevonden kon worden voor een match om het wereldkampioenschap. Hoewel het bijna rond was, kwam de tweekamp niet tot stand. Karpov was de uitdager geworden door in het kandidatentoernooi zijn respectievelijke tegenstanders Polugaevsky, Spassky en Korchnoi uit te schakelen.

Omdat Fischer zich uit de schaakwereld terugtrok – naar later bleek voor maar liefst twintig jaar – wilde Karpov graag bewijzen dat hij de terechte wereldkampioen was. Dat deed hij met verve. In een periode van ruim tien jaar won hij bijna alle toernooi waaraan hij deelnam en dat waren er heel veel. Ook leed hij bijzonder weinig nederlagen gedurende deze tijd, hij bleek een zeer moeilijk te kloppen tegenstander. Zijn spel sprak evenwel, zeker aanvankelijk niet, niet tot de verbeelding bij het grote publiek. Op ondoorzichtige wijze wist hij menig tegenstander tot fouten te verleiden, die voor die het in de gaten had in de houdgreep werd genomen. De stijl van Petrosian, die gebaseerd was op het indammen van de kansen van de tegenstander, leek nog het meest op het subtiele spelletje dat Karpov speelde. Maar Karpov was veelzijdiger dan zijn voorganger. Naast zijn sublieme positiespel en zijn weergaloze eindspeltechniek, kon hij in tegenstelling tot zijn voorganger ook geweldig aanvallen. Hoewel hij het niet vaak deed, zijn er ook genoeg aanvalspartijen van hem bekend.

Maar zijn grote specialiteit, het manoeuvreren in gesloten stellingen (in navolging van Capablanca), het spel op twee vleugels laat hij zien in de volgende schitterende strategische partij:

 

Lees meer >

www.sv-erasmus.nl/2020/11/houdini/

WK 1935: stilte voor de storm

Deze week drie remises: de spelers deden het even rustig aan na de twee voorgaande tumultueuze partijen. Stilte voor de storm!

Op de foto zien we Euwe en Aljechin na afloop van de 24e partij in Delft.

In de ‘Extra Info’ dit keer aandacht voor Oskam.

www.maxeuwe.nl/index.php/activiteit/wk-1935/670-wereldkampioenschap-schaken-1935

 

 

 

”Hoe Promotie uit Zoetermeer DD 1 én 2 uit Den Haag redde” door Hans Meijer

Op 10 mei 2014 speelde ik mijn laatste partij voor Promotie. In Den Haag moesten we aantreden tegen het tweede team van het Koninklijk ’s-Gravenhaagsch Schaakgenootschap Discendo Discimus, kortweg DD 2. Beide teams konden nog degraderen, dus er stond veel op het spel. Lees de hele column in PDF.

Deze, en andere columnisten van SV Promotie, schreven samen meer dan 1000 columns. U leest ze op onze site.

In de schijnwerpers: Karel van Delft

Karel van Delft is een van de drijvende krachten achter de Schaakacademie Apeldoorn. Hij ontplooit schaakactiviteiten via Schaakacademie Apeldoorn. Hij werkte vijftien jaar als dagbladjournalist voordat hij in 2008 fulltime als schaakleraar aan de slag ging. Eerder studeerde hij in de avonduren psychologie aan de Universiteit van Amsterdam.

Zijn zoon, Merijn van Delft, bleek talent te hebben voor schaken. Dat triggerde de belangstelling van Karel voor de combinatie van schaken en psychologie.

Lees meer >

Krantenrubriek 21 November 2020

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

WK 1935, het keerpunt!

Dit keer slechts twee partijen, maar wel twee cruciale partijen!

Euwe wint de 20e en 21e partij en trekt de stand weer gelijk. Vooral de 21e partij in Ermelo zou veel stof doen opwaaien, met name vanwege het drankgebruik van Aljechin. Paul van der Sterren komt er uitgebreid op terug.

De match nadert zijn ontknoping, leef mee met hoe het er 85 jaar geleden aan toeging!

Lees meer >

Arkell’s Endings – GingerGM

Deze dvd gaat over een manier van spelen, niet alleen over het eindspel. Keith Arkell heeft een hele eigen manier van spelen bedacht. Hij heeft een hiërarchie van pionnen, hoe verder de pionnen van het centrum af zijn hoe minder belangrijk ze worden. Dit is algemeen bekend, een pion kan vanuit het centrum immers belangrijkere velden bestrijken dan op de flanken. Maar voor Keith is dit niet alleen een gegeven, nee, Keith past daar zijn hele spel op aan.

 

Keiths droompartij
Ik zal een poging doen Keiths droompartij te beschrijven. Keith speelt zwart.

Keiths favoriete opening is de Caro-Kann, om zijn d- en c-pionnen te ruilen voor wits d- en e-pionnen. Nu heeft Keith een centrumpion en wit niet. Menig schaker zou dit niet eens opmerken maar Keith droomt van zulke posities. Nu schuift hij zijn pion naar e6 om een veilige haven te hebben voor zijn koning en de halfopen e-lijn te blokkeren. Daarna moeten alleen nog de dames eraf en dan kan de pret beginnen. Na de dame-ruil krijgt Keith een remise aanbod van een bijna in slaap gedommelde witspeler maar Keith slaat af. Keith wil niet stoppen met spelen, het spel is voor hem net begonnen. Hij begint aan de aanval! Een minderheidsaanval maar toch een aanval. Als deze aanval geslaagd is, concludeert Keith dat wit een zwakte heeft. Ja, die ene pion die staat nu geïsoleerd. Nu begint het allerleukste voor Keith, het touwtrekken. Keith valt met man en macht de pion aan, wit verdedigt de pion. Daarna doet Keith nog een stuk of 30 kleine stellingverbeterende zetjes en gooit zijn koning naar voren. De tegenstander is inmiddels zo gefrustreerd dat hij met een ondoordachte zet een zwakte in zijn eigen kamp creëert. Fantastisch denkt Keith, twee zwaktes! Keith strompelt er met zijn koning direct op af. Wit moet beide zwaktes dekken maar zijn koning moet door de lijn van de toren lopen hierdoor kan hij niet beide pionnen dekken, hij laat er één gaan. Het is volbracht Keith, heeft na zo’n 6 uur spelen in 120 zetten een pion gewonnen! Keith wint de partij na nog eens 45 zetten. De witspeler stopt met schaken.

Lees meer >

Yuriy Krykun – A complete opening repertoire for black after 1.e4 e5!

Op een Franse blauwe maandag na speel ik mijn hele leven al met zwart de open spelen. Een schaakleraar die ik begin jaren negentig had, placht te zeggen: “leuk die open spelen maar je moet ze dan ook allemaal kennen van het Belgrado gambiet tot en met de Ponziani”. Heel wat jaren moest ik het zonder deze encyclopedische kennis doen wat resulteerde in fraaie aanvalspartijen én soms snelle ongelukken in een obscuur gambietje. Daar kwam verandering in met de verschijning van Play the open games as black van John Emms (Gambit 2000). Na een grondige bestudering had ik een compleet repertoire en ik moet zeggen dat de aanbevelingen van Emms mij punten hebben opgeleverd tegen spelers die al hun hele leven het Koningsgambiet of het Göringgambiet spelen.

Het boek van Emms heeft echter twee nadelen: het gaat niet in op het Spaans en het is inmiddels toch alweer twintig jaar oud. Nu zijn de ontwikkelingen binnen de open spelen niet zo dynamisch als in de Grünfeld of de Najdorf, maar met name in het Italiaans is er de stormachtige opkomst van de rustige aanpak met c3-d3. Vandaar dat mijn interesse gewekt werd door A complete opening repertoire for black after 1.e4 e5! Van Yuriy Krykun.

Deze jonge Oekraïnse FM van 21 gaat de uitdaging aan om in één boek het hele spectrum inclusief het Spaans te bestrijken. In deze recensie zal ik zijn boek naast dat van Emms leggen om te kijken naar de meerwaarde ten opzichte van dat eerdere boek en het verschil in benadering te duiden. Daarnaast zal ik ook steeds een check doen aan de hand van de recente stand van de theorie op basis van de website chesspublishing.com.

De eerste vraag is natuurlijk: is Krykun compleet? Ik heb maar één opvallende omissie kunnen constateren en dat is het ontbreken van een behandeling van het Göringgambiet. Deze opening komt weinig voor, maar is wel venijnig voor een zwartspeler die er totaal niet op voorbereid is. Verder komt werkelijk alles aan bod zelfs inclusief de Nakamuravariant (2.Dh5).

Wat ik bewonderenswaardig aan de aanpak van Krykun vind, is dat hij een goede balans vindt tussen genoeg varianten geven om niet voor verrassingen te komen staan en uitleggen wat de ideeën achter bepaalde varianten zijn. Dat maakt dit boek uitstekend geschikt voor elke clubspeler. Krykun slaagt daarin, omdat hij een slimme keus heeft gemaakt voor varianten die wel gezond zijn maar niet de hoofdvariant in een opening vormen. Emms kies eigenlijk voortdurend voor de hoofdvariant, maar scheept daarmee de lezer wel met veel werk op. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de aanpak van het Koningsgambiet na 2.f4 exf4 3.Pf3. Emms kiest voor 3…g5 of 3…h6 en dompelt ons dan onder in de theorie van onder andere het notoir ingewikkelde Kieseritzkygambiet waar één verkeerde zet de ondergang kan betekenen. Hij behandelt dit voorbeeldig maar toch. Krykun kiest voor de Bonch-Osmolovsky verdediging (3…Pe7) wat zwart veel minder werk oplevert, zelfs voor de Koningsgambietspeler een zeker verrassingseffect in zich heeft en een gezonde strakke opzet kent.

Lees meer >