Rubrieken

Michail Tal, jongste Sovjetkampioen en grootmeester

In de jaren ’50 van de vorige eeuw waren er drie schakers, die al heel jong de grootmeestertitel kregen en later ook wereldkampioen werden. Tal werd door de FIDE op 20-jarige leeftijd tot grootmeester benoemd, nadat hij in 1957 als jongste schaker ooit het Sovjetkampioenschap had gewonnen. Hij had formeel niet aan de regels voldaan, die de FIDE hiervoor had opgesteld, maar het Sovjet kampioenschap was jarenlang veruit het sterkst bezette toernooi van de wereld.

Lees meer >

Recensie: Mastering Positional Sacrifices door Merijn van Delft

Op mijn bureau ligt, ik zou bijna zeggen, een monumentaal werk dat gaat over positionele offers in het schaakspel. Een onderwerp waar ik bijzonder in geïnteresseerd ben en naar nu blijkt – de auteur van dit boek, IM Merijn van Delft uit Apeldoorn – ook! Voordat ik het boek bespreek, wil ik eerst graag een paar woorden wijden aan Merijn zelf. Geboren in 1979 behoort hij tot een lichting van schakers waarvan gedacht werd, dat spelers uit datzelfde geboortejaar wel eens de sterkste lichting ooit in Nederland is geweest. Op het gevaar af iemand te vergeten, noemen we spelers die het ver geschopt hebben in het schaken: Sipke Ernst, Erik van den Doel, Ruud Janssen, Maarten Solleveld en Martijn Dambacher (allemaal grootmeester), Lucien van Beek, Yong Hoon de Rover en Merijn van Delft (allen IM), Tim Lammens, Paul Span, Joost Wempe, Michael Wunnink, Sybolt de Boer en Jeroen Blokhuis (allen FM), waarbij ik graag Jeroen Willemze en Ralf Gommers niet wil vergeten. Deze laatste twee waren (indertijd) van meestersterkte.

 

Bij het doorbladeren van het boek van Merijn kom ik de nodige partijen en fragmenten tegen die ik direct herken en sommige daarvan behoren ook tot mijn arsenaal van trainingsstellingen gegroepeerd rondom bepaalde thema’s. Zoals Merijn in zijn voorwoord schrijft, wil hij graag de mooiste klassiekers aan zijn lezerspubliek voorschotelen, ook al zijn sommige overbekend. Zo kan Van Delft niet voorbijgaan aan bijvoorbeeld Short – Timman, Tilburg 1991 waarin de Engelsman met een fameuze koningsmars – in het middenspel met nota bene alle zware stukken nog op het bord – de vijandelijke koning in een matnet drijft.

Lees meer >

Begrijp wat u doet: Het Schots

Hieronder treft u de volgende aflevering van de rubriek “Begrijp wat u doet”.

Garri Kasparov (foto Jos Sutmuller)

In deze serie worden, speciaal voor clubschakers, achtergronden belicht van de ‘grote openingen’ zoals het Spaans, het Siciliaans, het Damegambiet, het Konings-Indisch enzovoort. De artikelen verschenen eerder in Schaakmagazine het blad van de KNSB, de Nederlandse schaakbond.

 

Voor spelers die van scherp spel houden en met 1.e4 openen kan tegen 1…e5 Het Schots wel eens een uitkomst zijn om al vanaf zet drie de complicaties op te zoeken. Het is vooral te danken aan Kasparov dat het Schots in deze tijd nog altijd zeer populair is.

De Schotse opening ontstaat na de volgende zetten:

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.d4

Met deze scherpe opstoot in het centrum, maakt wit zijn tegenstander duidelijk dat hij vanaf dit moment uit is op een scherpe strijd! Het Schots ontleent zijn naam aan een correspondentie­match (van 1824 tot 1828) tussen schaakclubs uit Londen en het Schotse Edinburgh. Met de pionzet zet hij druk op de zwarte pion e5 en maakt hij een snelle ontwikkeling van zijn stukken mogelijk. Na de min of meer verplichte ruil op d4 ontstaat er een open stelling die veel tactische mogelijkheden biedt voor beide spelers.

3…exd4 4.Pxd4

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 11 juli 2020

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

De Engelsen konden er in 1922 geen hout van en het speeltempo was de oorzaak

Er wordt door sommige mensen wel eens gemopperd over het snellere speeltempo (110 minuten voor 40 zetten i.p.v. 120 minuten). Dat blijkt iets te zijn van aller tijden, als ik een artikel uit de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant van 25 augustus 1922 mag geloven…

Het gebruikelijke speeltempo was destijds 15 zetten in een uur. Maar wat gebeurde er in Londen? Daar speelde men niet met 15,

Lees meer >

Over flow en tijdsbesef

 

Het concept van ‘flow’ is alombekend. Het concept is bedacht door professor Csikszentmihalyi (spreek uit: ‘Chick-sent-me-high-ly’) en zijn boek uit 1990 met de titel ‘Flow’ is duizenden keren geciteerd. Toen ik het boek bij een vriend in de kast vond, leek dat me uitstekende literatuur om deze regenachtige zomerdagen mee door te komen. Wel was ik tot op zekere hoogte sceptisch: wat kan een boek van meer dan vierhonderd bladzijdes toevoegen aan een concept dat in een paar zinnen is uit te leggen?

Lees meer >

Beat the Masters!

Het zal me de P.C. Hooft-prijs niet opleveren, een uitnodiging voor het boekenbal evenmin, maar toch ben ik er trots op. Mijn eerste eigen boek!

Ik wilde mezelf op een cadeautje trakteren voor mijn vijftigste verjaardag, inmiddels al bijna drie maanden geleden, en daarom heb ik alle schaakpartijen verzameld die ik van Internationaal Meesters en Grootmeesters heb gewonnen. Dat zijn er tweeëntwintig! Die partijen heb ik op mijn manier van commentaar voorzien. Niet al te diepzinnig geanalyseerd, maar wel de nodige achtergrondinformatie en wat informatieve verhaaltjes bij die partijen.

Een handzaam boek, 168 pagina’s, met aardig wat diagrammen zodat met name de geoefende schaker misschien niet eens bord en stukken erbij hoeft te pakken om de partijen te volgen. Ik geef het in eigen beheer uit. De prijs wordt 12,50 euro, of 15 euro inclusief verzendkosten. Wie meer informatie wenst kan gerust contact met mij opnemen op de bekende manieren of op bonjom@chello.nl

Zaterdag 18 juli houd ik om 14.00 uur een boekpresentatie in Denksportcentrum En Passant in Bunschoten. Belangstellenden verzoek ik zich vooraf even op te geven, zodat de zaal Coronabestendig kan worden gemaakt.

Lees meer >

Boris Spassky, jeugdwereldkampioen en jongste grootmeester met 18 jaar

In de jaren ’50 van de vorige eeuw waren er drie schakers, die al heel jong de grootmeestertitel kregen en later ook wereldkampioen werden. De eerste die daarbij in het oog springt is Boris Spassky, die geboren werd in januari 1937. Hij leerde schaken in 1942 tijdens zijn evacuatie uit het door de Nazi-legers belegerde Leningrad. Op zijn 10e jaar versloeg hij in een simultaanpartij Botwinnik, die een jaar later wereldkampioen werd.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 4 juli 2020

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

Kijksport

“Was je het vergeten?”, vroeg Jaap van den Herik nadat hij me uitbundig geprezen had voor het in memoriam over Leo Kerkhoff dat ik geschreven had.

Het is jaren geleden dat hij me dat vroeg, maar ik herinner me die vraag pijnlijk genoeg tot op de dag van vandaag. Ik had Leo en Jaap tekort gedaan.

Doorgeefschaak, een variant van het schaken waar het ware tactische talent niet verborgen blijft,

Lees meer >