Rubrieken

Fundamental Chess Strategy in 100 games

Schaakboeken blijven maar komen en komen, maar welke boeken zijn nou ook echt de moeite waard om te lezen? Veel mensen hebben toch vaak de neiging om openingsboeken te kopen, maar word je hier nou echt een betere schaker van? Een sterke schaker heeft mij ooit het advies gegeven voornamelijk middenspel boeken aan te schaffen en jezelf te laten inspireren door mooie partijen en thematische ideeën in plaats van alleen maar boeken uit je hoofd te leren om vervolgens één zet na je theorie de fout in te gaan. Zijn wijze woorden waren: “Elke partij wordt het een keer schaken”. Nu, een aantal jaar later kan ik zeggen dat ik ook daadwerkelijk meer van dergelijke boeken ben gaan lezen in plaats van weer een opening te leren die je toch veel te veel tijd gaat kosten, terwijl je al een stabiel repertoire hebt. Boroljub Zlatanovic hield hetzelfde idee na over het bestuderen van boeken. Alle openingsboeken bieden hun eigen repertoire aan, maar al deze varianten worden ooit weer vergeten of gerevalueerd. Ideeën en plannen blijven echter krachtig zolang het schaakspel zal bestaan. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het feit dat klassieke partijen van 100 jaar geleden nog steeds voorkomen in het huidige trainingsmateriaal van diverse trainers.

Lees meer >

“Oudemannensport” door Jan Willem Duijzer

Een clubgenoot verzuchtte onlangs dat de invoering van het increment voor hem een reden zou kunnen zijn om te stoppen met schaken. Hij is een goed en fervent snelschaker, ook op internet, en hecht enorm aan de rol van de klok als scherprechter. Hoewel ik zelf uit eigenbelang het increment wel kan waarderen, begrijp ik zijn standpunt. Grootste negatieve effect van het increment is dat het nemen van risico’s in de tijdnoodfase minder aantrekkelijk is geworden.

Lees meer >

Rotterdam Landskampioen 1930/31, Daniël Noteboom topscorer!

Afgelopen weekend is de 80ste editie gehouden van het vermaarde Noteboomtoernooi. Dit herdenkingstoernooi is iets ouder dan ons Hoogovens Schaaktoernooi. De oude rivalen Anatoly Karpov (68), Robert Hübner (71) en Jan Timman (68) waren uitgenodigd, aangevuld met de LSG’er en oud-Nederlands en oud-Joegoslavisch kampioen Predrag Nikolic (59), om een dubbelrondige Rapid vierkamp te spelen. De benjamin van dit gezelschap won met 4,5 uit 6. Hij won beide keren overtuigend van Jan Timman die als hekkensluiter eindigde. Nikolic heeft al vele malen het Noteboomtoernooi gewonnen, dit was zijn zesde keer alweer.

                                                                        De Oude Meesters in Leiden

Ooit waren zij ook eens jeugdtalenten die zich volledig konden ontwikkelen en grote successen konden boeken. Dit was de jonge ´meester´ en schaaktalent Daniël Noteboom helaas niet gegeven. Hij overleed plotseling op 21-jarige leeftijd in de bloei van zijn (schaak)leven. Het zal altijd een open vraag blijven hoe ver hij had kunnen komen?

Dit is een aardig bruggetje naar de inhoud van dit artikel. In 1925 werd de vijftienjarige Daniël Noteboom, door bemiddeling van de secretaris, lid van het Leidsche Schaakgenootschap (LSG). Deze secretaris was de vader van een vriendje van Daniël en hij mocht een avondje op proef komen en daarna ook blijven. ‘Schaken bij LSG was, zoals bij de meeste schaakclubs in die tijd, slechts voorbehouden aan wat oudere, maatschappelijk geslaagde heren.´ Of anders gezegd, schaken was toen nog een elitesport. De schaakelite in Nederland bestond in die tijd uit adellijken, professoren, wetenschappelijk opgeleiden en maatschappelijk geslaagden. Het was uitzondering als je daar als jongeling mocht aansluiten.

Drie jaar achtereen werd de jongeling eerste in de onderlinge competitie van de Leidsche en liet hij ook buiten deze competitie blijken van zijn schaaktalent. Een kant die altijd onderbelicht bleef was zijn belangrijke bijdrage aan het grote succes van een Rotterdamse schaakvereniging. Dit wil ik hieronder rechtzetten. Hetzelfde geldt voor zijn boekje uit 1931 Hoe leer ik schaak spelen!

Lees meer >

Schaakrubrieken 29 februari 2020

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

Het wereldkampioenschap Schaken 1948-2020

Een nieuwe wereldkampioen

Toen Aljechin kort na de Tweede Wereldoorlog overleed, was er geen wereldkampioen meer. Onder leiding van FIDE voorzitter Alexander Rueb werden er plannen gemaakt om een toernooi om het wereldkampioenschap te organiseren. Er gingen wel stemmen op om Euwe tijdelijk als wereldkampioen te benoemen, maar daar wilde hij niet van weten. Integendeel Euwe reisde de hele wereld af om de schaakbonden hierin op één lijn te krijgen.

Lees meer >

Hall of Fame

Overzicht  schaiku’s – haiku’s over schaken

Organisatie: St. Het SchaaKKasteeL & Schaaksite.nl              

bijgewerkt op: 14 mei 2020                      door: tk

Verloting: 575 Haikoots, boeken van Kees van Kooten, uitgever De Harmonie

 

Covid negentien (1)

wee gij variant
sluipend zoekend zwakke velden
gaan zult gij schaakmat

Pi Unneke

Covid negentien (2)

slim gaan wij lockdown
horrorzet op killerclown
slaat hem af zijn crown

Covid negentien (3)

afstand en passant
j’

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 22 februari 2020

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Lees meer >

Van massakamp naar competitie

Het is deze maand honderd jaar geleden dat de huidige KNSB-competitie van start is gegaan. De eerste wedstrijd, DD – NRSV (uitslag 6-4), werd op zondag 29 februari 1920 gespeeld in café Hollandais in Den Haag. Maar er is al eerder een competitie geweest die evenwel geen lang leven was beschoren.

De eerste bouwstenen werden kort na de vorige eeuwwisseling gelegd. Jan Willem te Kolsté, redacteur van het Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond,

Lees meer >

“Handoperatie” door Theo Mooijman

Mijn echtgenote diende een kleine chirurgische ingreep te ondergaan aan haar hand. Na het vruchteloos doorlopen van het hele protocol van huisartsbezoeken en behandelingen door de, fysiotherapeut, waren we zo ver dat de mini-operatie toegestaan werd. We hadden ons al mentaal voorbereid op de lange wachtlijsten bij het ziekenhuis, maar alras bleek dat niet nodig. Wij kregen te horen dat zij in een particuliere kliniek kon worden geholpen. De doktersassistentie had al het nodige voorwerk verricht en mijn echtgenote kon de eerstkomende donderdag al terecht voor het gesprek.

Lees meer >

Anekdotengids voor Schaakliefhebbers

Twee jaar na zijn ‘Reisgids voor Schaakliefhebbers’ heeft Rob Spaans een nieuw boek geschreven: de ‘Anekdotengids voor Schaakliefhebbers’. Spaans, oud-medewerker van uitgeverij New in Chess, is duidelijk zelf een schaakliefhebber en niet alleen van het spel op het bord, maar zeker ook van de cultuur eromheen. Voor de reisgids bracht hij vele plaatsen over de hele wereld in kaart waar je op schaakgebied bijzondere stukken, borden, tafels, klokken, boeken, beelden, schilderijen, foto’s, bekers, graven, tapijten, dorpen, straten, mozaïeken, computers, schoenen en tekeningen kunt vinden. Nu schrijft hij talloze anekdotes op, bijeen verzameld uit vele boeken en tijdschriften. Het zou me niets verbazen als hij die allemaal thuis heeft liggen. Als je beide boeken hebt gelezen, of zelfs maar hebt doorgebladerd, dan krijg je de indruk dat het huis van Rob Spaans een schaakmuseum is.

Het boek van 256 pagina’s bevat vooral korte anekdotes. Een halve pagina is zo’n beetje het gemiddelde, al komen er ook anekdotes van twee pagina’s in voor. Het aantal is dus heel hoog. Wat is een anekdote? In de inleiding schrijft Spaans dat anekdotes volgens Van Dale korte, grappige verhalen zijn. Mijn mening over het boek is, dat de meeste verhalen wel grappig zijn, maar niet allemaal. Het is geen moppentrommel. Ik kom daarop terug bij de voorbeelden. Moeten de verhalen echt gebeurd zijn? Spaans haalt de bekende uitspraak aan dat de waarheid een goed verhaal niet in de weg mag staan. Zijn boek is geen geschiedenisboek, schrijft hij, maar van het overgrote deel is het aannemelijk dat de verhalen echt zo hebben plaatsgevonden. Een sterk punt is, dat onder ieder verhaal de bron staat vermeld. Achter in het boek staan die bronnen nog eens op een rijtje en die lijst beslaat maar liefst negen pagina’s. Die bronvermelding vind ik vooral belangrijk omdat ik niet iedere schrijver even serieus neem. Van sommige schrijvers denk ik: dit kan gebeurd zijn. Van andere schrijvers denk ik: ja, dit zal zeker kloppen.

 

Legendes

Ik zou de anekdotes in categorieën kunnen indelen (grappig, interessant, dubieus enzovoort), maar vind het wat handiger een aantal chronologisch te behandelen, net zoals in het boek. Dan wordt de categorisering vanzelf duidelijk.

Het boek begint met het bekende verhaal van Sissa en de graankorrels. Dat is een legende, geen waar gebeurd verhaal. Er volgt een verhaal van een Britse legerofficier die een strijd tegen de Amerikaanse troepen verloor doordat hij een belangrijk bericht miste omdat hij verwikkeld was in een schaakpartij. Beetje onwaarschijnlijk.

Een bekend verhaal is dat bij het toernooi Londen 1883 de voorzitter van het organisatiecomité een toost uitbracht op ‘de beste schaker van de wereld’. Steinitz en Zukertort stonden beiden op om de spreker te bedanken. Een verhaal dat ik niet kende, is dat de zeer veelzijdige Emanuel Lasker eerst zonder succes een boerenbedrijf had en dat vervolgens een duivenfokkerij ook een fiasco werd. De reden daarvan begreep hij pas toen iemand hem vertelde dat de twee duiven waarmee hij begon, allebei mannetjes waren.

Lees meer >