Lex Jongsma, schaker tot de laatste snik
“Teneinde ordening in de overvloed na te streven stel ik u, nu ik voor de eerste maal – gegroet lezer! – uw aandacht vraag voor iets dat uit moet groeien tot een net zo echte schaakrubriek als de onvergetelijke Carel van den Berg zo lang voor u gewend was te verzorgen, een aantal zaken – bij wijze van onverbindend programma – voor.”
Dit citaat komt uit de allereerste schaakrubriek van Lex Jongsma in de Telegraaf, in 1971. Het is niet de moeilijkste zin uit zijn repertoire. In een typische Jongsma-zin buitelen bijzinnen en mededelingen tussen haakjes of streepjes over elkaar heen, maar de lezer heeft één zekerheid: ooit zal de hoofdzin met een punt worden afgesloten. Op weg naar die punt passeren heel wat wonderlijke vergelijkingen en anekdotische mededelingen de revue. Zo omschreef hij in die eerste rubriek schaakjournalisten als ‘grijnzende parasieten aan de reling van de arena’.
Lex Jongsma in een karakteristieke houding: praten. Hier tijdens een prijsuitreiking, Hoogeveen 1998, met Jan Timman als luisteraar.
Lex Jongsma, die dinsdag op 75-jarige leeftijd overleed, was in de schaakwereld schrijver, commentator en, in de jaren zestig, topschaker. Ambassadeur van de schaaksport, schreef de Telegraaf bij zijn afscheid van die krant. Buiten de schaakwereld was hij fiscaal jurist, druivenplukker en wijnkenner, kerkorganist en -zanger en, volgens diezelfde krant, levenskunstenaar.
Lees meer >