Schaakstrategie 11
In deze aflevering een paar passages uit
Hoofdstuk 11: het pionnencentrum
In dit hoofdstuk wordt een bijzonder aspect van het centrumspel naar voren gebracht, namelijk de kracht van een pionnenduo in het midden. Vooral als de pionnen gegroepeerd oprukken (dat wil zeggen: naast elkaar) zijn zij soms in staat een spoor van vernielingen achter te laten.
Omdat de pion het minste waard is (dus ook het minst kwetsbaar), slaagt hij er in om vijandelijke stukken te verdrijven. We kunnen pionnen die naast elkaar in het centrum staan, zien als een soort legermacht die onweerstaanbaar oprukt, als hem niets voor de voeten wordt geworpen.
In het bezit van een sterk centrum kunnen we naar hartelust aanvallen. Deze constatering werd door de oude meesters al eerder gedaan. De moderne meesters maken vaak mooi gebruik van oude wijsheden. Een van de grootste aanvalskunstenaars van deze tijd is Gary Kasparov. Een meesterwerkje van zijn hand.
Met … c5-c4 heeft zwart de druk tegen het witte centrum opgegeven. De bedoeling is duidelijk. Hij wil de loper op b2 slecht maken en hoopt met zijn paarden in een gesloten stelling op voordeel te kunnen spelen. Dit idee blijkt op een enorme gedachtefout te berusten. Nu wit een vrijwel onaantastbaar centrum heeft (pionnen op c3 en d4), kan hij ongestoord zijn pionnenmeerderheid in het centrum en op de koningsvleugel in beweging zetten. Afgezien daarvan is de loper helemaal niet zo slecht als op het eerste gezicht lijkt. 17. e4! De pionnenwals in het centrum komt langzaam in beweging. 17… g6 Zwart moet zijn koningsstelling verzwakken, omdat hij na 17. … dxe4 18. fxe4 h4 19. Pf5 Pxe4 20. Df4 Dd5 21. Dg4 g6 22. Ph6+ Kg7 23. Txf7+ Kxh6 24. Lc1+! direct mat gezet wordt met 24. … g5 25. Dxh4+ Kg6 26. Dh7#.
18. Lc1 Nu de zwarte velden op de koningsvleugel verzwakt zijn, laat wit uiteraard zijn loper ook aan die kant een woordje meespreken. 18… Ph7 Dat het witte pionnencentrum sterk is en wat wit daarmee kan doen, blijkt uit de volgende variant: [18… Te6 19. e5 Pe8 20. Dh6 b5 21. Lg5 Pd8 22. Lf6 Pxf6 23. exf6 Txf6 24. Pxh5 en wit wint.] 19. Dh6 Te6 20. f4 Aangezien zijn centrumformatie c3-d4 zo stevig is, heeft wit zijn handen vrij om nu ook zijn pionnenmeerderheid op de koningsvleugel in beweging te zetten. Zwart heeft geen enkele mogelijkheid het sterke pionnencentrum aan te tasten. Kasparov kan daarom fel van leer trekken tegen de verzwakte zwarte koningsvleugel. [Waarschijnlijk was 20. exd5 zelfs nog beter. Na 20… Dxd5 21. Txe6 Dxe6 22. f4 gevolgd door f5 ligt de zwarte stelling ook in puin.] 20… Pe7
Ook 21. … Tae8 zou niet baten voor zwart. Na 22. f5 gxf5 23. Dxh5 fxe4 23. Pf5 Kh8 24. Ph6 is de witte aanval beslissend. 21. f5 gxf5 22. Dxh5 dxe4 Het is duidelijk dat 22. … fxe4 faalt op 23. Dxf7+. 23. Pxf5 Pxf5 24. Txf5
[Ook goed was 24. Dxf5 Te7 25. Dxd7 Txd7 26. Txe4 en het eindspel met pluspion zal gewonnen moeten zijn voor wit.] 24… Tae8 Volgens Kasparov had zwart zich moeten verdedigen met [24… f6 maar een nader onderzoek leert dat hij het dan ook na 25. Te3 niet droog zou hebben gehouden. Na de tekstzet kunnen de stukken ook weer terug in de doos.] 25. Te3 Tg6 De witspeler laat zien dat 25. … f6 geen verdediging meer is na 26. Td5! De7 27. Tg3+ Kh8 28. Lh6 e3 29. Lg7+ (nog krachtiger is hier 29. Dg6) 29. … Dxg7 30. Txg7 Kxg7 31. Td7+ T8e7 omdat wit nu de fraaie kruispenning 32. De8!! (zie analysediagram)
bij de hand heeft. 26. Th3 Omdat 26. … Tg7 geen oplossing meer is vanwege 27. Tg5! gaf zwart het op. 1-0
Belangstellenden kunnen het boek hier bestellen. Tevens treft u op deze webpagina de nodige aanvullende informatie aan.
De vorige afleveringen uit deze serie zijn hieronder te vinden: