Boekenrubriek

Bareev’s Exciting Chess Life (boekenrecensie)

Recentelijk verscheen het boek “Say No to Chess Principles!” van Evgeny Bareev. Een primeur in meerdere opzichten. Want hoe vaak hoor je een ex-wereldtopper dit advies geven, laat staan dat hij er een heel boek over schrijft? Maar wie is deze ex-wereldtopper eigenlijk? Bareev is een Russische schaker die opgroeide in de tijd van Boris Gelfand, Vishy Anand en de Nederlander Jeroen Piket. En dat niet alleen, hij heeft ze vaak het leven goed zuur gemaakt; achter het schaakbord wel te verstaan. Hij groeide op in de afbrokkelende Sovjet Unie en leerde goed schaken in de Smyslov-school. Hij was al eens co-auteur van een boek, maar met dit boek bezorgt hij ons tevens een primeur door het helemaal zelf te schrijven. Dat ging niet eenvoudig, zo schrijft hij in het voorwoord, het kostte hem zo’n twee jaar om geïnspireerd te raken. Gelukkig is die inspiratie er ten overvloede gekomen.

Lees meer >

Recensie: Davorin Kuljasevic – Beyond Material

 

Afgelopen donderdag op de clubavond was het weer zo ver. Ik had een pion meer maar mijn tegenstander had me in de houdgreep. Ik kon gaan keepen en dan waarschijnlijk twintig zetten later moegestreden opgeven. Er zat echter ook een zeer speculatief dame-offer in de stelling. Materieel kreeg ik maar een loper en twee pionnen terug, maar daar kwam wel een open stelling bij waarin mijn stukken weer vrij konden gaan dreigen en wie weet combineren.

Lees meer >

Recensie Ivan Sokolov: Chess Middlegame Strategies

Deze recensie gaat over het derde deel uit Sokolovs (inmiddels niet meer zo nieuwe) serie over middelspel: Chess Middlegame Strategies. Voor een recensie van het tweede deel, dat twee jaar geleden uitkwam, zie: www.schaaksite.nl/2018/06/26/boekrecensie-chess-middlegames-volume-2-van-ivan-sokolov/

 

Inhoud

Het derde deel is dikker dan zijn voorgangers en is ingedeeld in zeven hoofdstukken:

  1. Karpovs koning in het centrum
  2. Geller/Tolush gambiet,
Lees meer >

Boekrecensie – Improve Your Practical Play in the Endgame

Alexey Dreev heeft altijd indruk op me gemaakt. Hij straalt iets krachtigs uit, iets onverzettelijks. De eerste keer dat ik hem in levenden lijve zag, was op een van de prachtige snelschaakmarathons in Dordrecht, ergens in de negentiger jaren. Ik werd toen een beetje fan van hem. Dat was niet direct door zijn sterke spel – ik was nog te jong om dat op waarde te schatten – maar wel door het overhemd dat hij droeg. Het was een overhemd met een extreme tijgerprint en dat was ook in die tijd geen mode. Ik vond het heel bijzonder dat iemand, en dan nog zo’n sterke schaker, zoiets zou kopen. Pas later ging ik zijn partijen graag naspelen. Dreev is voor mijn gevoel een soort sterke uitvoering van de stereotype Russische schaker. Principiële openingen, een solide, positionele speelstijl en een haast feilloze techniek.

Lees meer >

Skaakstikken: voor Friezen en buitenlui

Na het recente verschijnen van nummer 4 van het Friese tijdschrift Skaakstikken is het tijd eens aandacht aan dit blad te besteden. Een blad van Friezen, is dat ook voor Friezen? Bij het eerste nummer dacht ik dat wel, maar Skaakstikken heeft al een ontwikkeling doorgemaakt.

De redactie bestaat uit Harm-Jan Dijkstra, Eelke Heidinga, Jan Hibma, Migchiel de Jong, Dik Kruithof en Dolf Wissmann. De opzet is niet vergelijkbaar met die van een clubblad (bestaan die nog?), maar is meer iets tussen de voormalige bladen Schaakbulletin en Matten. Alleen qua opzet, genoemde bladen konden bogen op een verzameling medewerkers van groot formaat. Alhoewel Kruithof, redacteur van Skaakstikken, ook een van de eerste redacteuren van Schaakbulletin was.

Wat het blad gemeen heeft met Matten, is dat het in hoofdzaak gaat om verhalen. Die zijn overigens wel veel korter dan in Matten, maar dat doet er niet toe. Zelf trekt de redactie zulke parallellen niet. Partijen komen wel in het blad voor, maar alleen als er iets heel bijzonders in gebeurt. Wedstrijdverslagen komen er niet in voor, het is echt een blad voor een groot publiek.

De bedoeling was ieder nummer een thema mee te geven. Voor nummer 4 was dat ‘door de dam(p)kring gaan’, er zouden verhalen in moeten over de relatie tussen schaken en dammen. De redactie kwam echter tot de conclusie

Lees meer >

Over omzwervingen

In ieders schaakcarrière zijn altijd een paar partijen die hem of haar meteen voor de geest komen als diegene terugdenkt, tegelijkertijd met de bijbehorende emotie. Ik voel bijvoorbeeld meteen weer de walging als ik terugdenk aan die partij waar ik net na zet 40 mat in twee over het hoofd zag – waardoor we de match met 5,5-4,5 verloren – of de euforie over de strakke partij die ik won van een voormalig wereldtopper.

Lees meer >

Boekrecensie: Ris verliest niets aan kracht in tweede deel

De pareltjes
We zitten niet verlegen om schaakboeken in deze tijd. Elke week komt er wel weer een zelfbenoemde schaakschrijver naar voren die het zijne van ons spelletje denkt. Dat maakt het des te lastiger om de pareltjes er tussenuit te vissen. Mijn voorstel: beoordeel het boek op de kaft. Goed, misschien niet alléén op de kaft, maar op de esthetische kwaliteiten in het algemeen. Pagina’s vol met varianten?

Lees meer >

Simon de Schaker: Oma’s schat

Een jaar nadat Simon de Schaker ons wereldje binnenkwam (zie hier mijn recensie van vorig jaar) verscheen deze zomer deel 2. In het eerste deel werd afgerekend met Akelige Arnold, het nieuwe boek laat de hoofdpersonen zoeken naar Oma’s schat. De oma van Simon, die al een heldenrol speelde in deel 1, krijgt aan het begin van het nieuwe verhaal een ongelukje. Ze valt van een trappetje en moet naar het ziekenhuis. Daar blijkt dat ze in de war is, er is iets mis met haar geheugen. Daarom moet ze worden opgenomen in verzorgingshuis Alvergeten. Dit is echter een misverstand, het geheugenverlies is tijdelijk en de slimme oma is al snel weer de oude. Gek genoeg ziet alleen Simon dat, zijn ouders laten zich inpakken door het strenge personeel.

En dat is me een stel. Wat te denken van verpleegster Lisetje Treitersma, een akelige witte heks. Of de grote ambulancebroeder, die ruikt naar bezwete scheenbeschermer. Of de directeur, die aan het eind opduikt, mevrouw Hoogindeboom.

Simons moeder kan niet altijd helpen, want zij is straaljagerpiloot en wordt soms plotseling opgeroepen. En zijn vader zit steeds op zijn telefoon te kijken, wat later in het verhaal wel handig is, omdat hij dan niet alles van de kinderen ziet. In deel 1 was oma’s vaste chauffeur van de invalidentaxi Henk de onderwaterworstelaar nog de grote held, maar hij is vertrokken naar de Noordpool om een booreiland te saboteren, want Henk doet alles voor de ijsbeer.

 

Fantasie

Het is duidelijk, schrijfster Joyce van der Meijden heeft een grote fantasie. Vergelijkingen volgen elkaar in hoog tempo op en ze is soms opvallend exact. Enkele voorbeelden.

Mijn oma is nog steeds net zo slim als mijn opa was. Echt, als die twee nog samen waren, dan zaten we allang te kwartetten op Mars.

Er zit een enorm brok cement vast in mijn keel. (…) De brok in mijn keel is inmiddels formaat ananas. (…) Ik heb opeens ook nog een rotsblok in mijn maag.

Tom kijkt alsof hij een rauwe inktvis heeft ingeslikt.

Lees meer >

Een aanvallend witrepertoire door Moskalenko

Moskalenko met wit! Daar hebben we even op moeten wachten. De aanvalvirtuoos heeft al meerdere boeken voor de zwarte stukken op zijn naam staan zoals “The flexible french” of “The fabulous Budapest gambit” waarover eerder al een recensie verscheen. Maar nu dus tijd voor een boek waarin de witte stukken de hoofdrol spelen. Zelf ben ik een groot fan van zijn boek “the flexible french” (inmiddels uitgebreid naar “the even more flexible french”), dat een grote invloed had op mijn visie op die (voor mij toen nog) zo verschrikkelijke opening. Maar hoe brengt dit boek het er vanaf?

Lees meer >

Recensie: Cyrus Lakdawala – Winning ugly in chess

Dit is de eerste recensie van de nieuwe recensent Barry Braeken. Barry schaakt al tientallen jaren recreatief. Hij speelt momenteel voor Voerendaal (en in het verleden voor Brunssum, HSV en Philidor Leiden). Zijn rating is al jaren stabiel tussen 1900-1950. Hij wil zijn recensies vooral toespitsen op de clubschaker die graag wat bijleert maar daar maar weinig tijd voor heeft. Klik voor een korte cv op ‘onze recensenten‘.

Aangezien ik al jarenlang behoorlijk goed ben in het door lelijk spel verliezen van partijen was ik erg nieuwsgierig naar het boek “Winning ugly in chess: playing badly is no excuse for losing”. We weten allemaal dat schaken een spel van imperfecties is en dat, om met Tartakower te spreke,n de speler die de één na laatste fout maakt, wint. Het is zeker de moeite waard om je niet steeds te laten betoveren door prachtige partijen van topspelers maar te leren hoe je in de strijd der mindere goden je punten kunt pakken.

Daarnaast heeft de schrijver van het boek, Cyrus Lakdawala, een goede reputatie. Hij heeft al een twintigtal boeken op zijn naam staan waaronder een paar goede openingsboeken en partijverzamelingen van onder andere Capablanca en Botwinnik. De laatste jaren schreef hij ook goed ontvangen leerboeken, zoals Clinch it!en How Ulf beats black. Vertrouwenwekkend dus.

Toch valt dat bij lezing ietwat tegen. De schrijver geeft in de inleiding al een (onbedoelde) waarschuwing af: “When I began this book, I didn’t intend it to be one full of contradictory/anomalous games, which merely amuse the reader, yet don’t teach anything”. Dat is echter precies wat het boek wel is. Lakdawala probeert daar nog een mouw aan te passen door aan elke partij opgaves en ‘Moments of contemplation’ toe te voegen, maar buiten het feit dat heel onpraktisch de oplossingen meteen onder de opgave staan, hebben ze ook niet de diepgang om echt tot een leereffect te leiden. De vijftien lessen die de schrijver vervolgens belooft in de inleiding worden helaas niet waargemaakt. Daarvoor is het boek te zeer een verzameling “contradictory/ anomalous games”.

Lees meer >