Rubrieken

Belevenissen van een arbiter: maar weet je wat dié soms doen?

Het is vaak een vertederend, innemend gezicht als je die jonge talentjes achter het bord ziet zitten bij seniorentoernooien. En al helemaal als ze tegen de echte oude garde aantreden bij wie de grijze haren en het doorleefde gelaat onmiskenbaar zijn. Zo herinner ik mij nog als de dag van gisteren het beeld in de C-groep van het – toen nog hetende – Corus Chess Tournament in Wijk aan Zee waar ik toen nog slechts als bezoeker kwam.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 27 augustus 2016

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

De overwinning van een ‘vieze’ jonkheer

De adellijke komaf en de betovergrootvader van Jorden van Foreest blijken voor de pers minstens zo belangrijk als wat toch het meest opmerkelijk is: kampioen van Nederland worden op zeventienjarige leeftijd. Hans Ree legt daarbij uit wat Sipke Ernst onder een ‘vieze schaker’ verstaat. En Anish Giri zou een voorbeeld mogen nemen aan Jorden. De landelijke dagbladen pakten vandaag voor schaakbegrippen groot uit.

Telegraaf

De Telegraaf hield het nog bij een bescheiden kolom. Hans Böhm begint wel met de constatering dat de leeftijd bijzonder is. Anish Giri was vijftien, “maar die had de beroemde Russische schaakschool als opleiding”. Ja, dat doen wij journalisten, een reden bedenken om de nieuwe held toch even bovenaan te zetten. Max Euwe was 20 toen hij kampioen werd, Jeroen Piket 21 en Jan Timman 22. Jorden kan zich dus tussen de allergrootsten plaatsen.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 20 augustus 2016

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

Kan ‘Giraffe’ leren schaken?

Het eeuwenoude en koninklijke schaakspel is een fascinerend onderwerp voor wetenschappelijk onderzoek. Een soort ‘heilige graal’ voor onderzoekers. Voor verschillende vakgebieden is het schaakspel interessant zoals (kunstmatige)intelligentie, psychologie, speltheorie, wiskunde en computerkunde. Nu de machine de mens heeft verslagen en de schaakcomputers sterker zijn dan de wereldkampioen leek een voorlopig eindpunt bereikt. Niets is minder waar. In september 2015 verraste een Canadese schaker en student computerkunde de wereld met een geheel nieuwe en radicaal andere benadering van het computerschaak. Grensverleggend! Even was hij wereldberoemd en kreeg hij veel publiciteit totdat verrassende wendingen zich voordeden. Ging dit baanbrekende nieuws  geruisluis aan de Nederlandse schaakwereld voorbij?

Een ‘must-read’ voor schakers en  (schakende) studenten aan onze (technische) hogescholen en universiteiten! Een uitdaging?

Schaakwonderkinderen

Recent zond de Belgische tv de documentaire ‘De Polgár-variant’ uit. Het ging over de opvoeding en opleiding van de drie Polgár-zusjes in het communistische Hongarije. Drie schaakwonderkinderen, waarvan Judit de beste werd.

Op 13-jarige leeftijd speelde Judit Polgár, de jongste van de drie zusjes al op meesterniveau met een Elo rating boven 2300. Judit was toen niet de enige met dit niveau. Ook de in Londen geboren Demis Hassabis was een uitzonderlijk jeugdtalent. Hij was enkele dagen jonger dan Judit en  hij had ook een rating van rond de 2300. Demis bezettte de tweede plaats achter Judit  op de wereldranglijst junioren onder veertien jaar! Judit maakte carrière in de schaaksport, Demis ging werken en studeren, richtte een bedrijf op en kreeg na overname een topjob.

Lees meer >

9 schaakwijsheden van nummer 14

Zoals velen weten had Johan Cruijff aanleg voor meer sporten dan alleen voetbal, zoals honkbal, biljarten en golf. Minder bekend is dat hij ook een aardig potje schaakte.

Negen (Cruijff’s andere rugnummer) schaakwijsheden van nummer veertien:

1. Als je niet schaak zet, ken je niet winnen.
2. Zwart kan niet winnen, maar wit ken wel verliezen.
3. Voordat ik een foute zet speel, doe ik een andere.

Lees meer >

Schakers met stalen zenuwen

Lees ook deel 1 , deel 2 en deel 3

Over schakers met of zonder stalen zenuwen, het fenomeen de onbedoelde zet, de ‘angstgegner’ en sterke staaltjes in de schaaksport. Ook een gedicht, alles komt voorbij.

De Zwarte Dood

De Britse Joseph Henry Blackburne (Manchester 1841- London 1924) behoorde tot de sterkste schakers in  de tweede helft van de negentiende eeuw. Hij leerde pas op zijn achttiende schaken en werd al snel een zeer  sterke speler. Zijn professionele schaakcarrière duurde meer dan 50 jaar. Hij deed veel aan de promotie voor het schaken door het geven van simultaans en blindschaak optredens. Hij maakte vaak grappen met zijn tegenstanders en de toeschouwers. Bij simultaans stopte hij regelmatig om whisky  te drinken. Het verhaal gaat dat hij soms zo geconcentreerd was dat hij het verschil niet zag tussen een glas whisky en een glas water. Een keer dronk hij uit het glas van zijn tegenstander. Toen deze hem hierop wees repliceerde hij:’ You left it en prise and I took it en passant’

Toen hij in 1872 tegen tien deelnemers tegelijk blind schaakte in de concertzaal van Crystal Palace Hall werd tegelijkertijd het Te Deum van Sullivan uitgevoerd. Voor Blackburne was schaken vooral ook  veel plezier beleven.

Blackburne wordt gezien als een icoon van het romantische schaak omdat hij een zeer aanvallende en tactische speler was. Na een belangrijk toernooi in Wenen in 1873, waar hij voor de eerste plaats ging maar het in de play offs moest afleggen tegen Steinitz, kreeg hij de bijnaam De Zwarte Dood (door zijn grote zwarte baard en zijn agressieve speelstijl) en ook de ‘man met de stalen zenuwen’.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 13 augustus 2016

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >

Een hommage aan Jannes van der Wal

Foto: Anefo / Antonisse, Marcel

Over Euwe is de Euwe-mars geschreven, Hans Böhm heeft zelf een cd opgenomen, maar er is waarschijnlijk geen goede Nederlandse schaker geweest die zo vaak bezongen is als Jannes van der Wal. Bekend geworden als dammer, werd hij aan het eind van zijn leven een fanatieke schaker die topgrootmeesters goed partij kon bieden (zie partij aan het einde van dit artikel). Er waren al twee nummers over hem, daar is nu dankzij Meindert Talma een derde bijgekomen. In dit artikel zal ik alledrie de nummers bespreken.

Het eerste nummer dat over Van der Wal geschreven werd, werd in 1985 door hemzelf ingezongen. Hij kon ongeveer net zo goed zingen als “Oei oei oei” Johan Cruijff, slecht dus, en daar werd in het nummer de draak mee gestoken: “Hou op! Janus hou je kanus!” (Jannes tussendoor: “Jannes is de naam”) “Als jij gaat zingen ben je een gevaar!” Al was niet alleen de zang slecht, zo leren we op het einde van het nummer: “Waardeloos orkest”. Kortom, bepaald geen goed nummer, maar wel grappig.

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 6 augustus 2016

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Lees meer >