Schaakrubrieken weekend 4 juni 2016

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
De afgelopen week trok een ingezonden brief in de Volkskrant mijn aandacht.
De brief werd ingezonden door een inwoner van Zeist, die zich damspel-historicus noemt, reagerend op een bijdrage in ‘Ten Eerste’ van 7 mei 2016. Dat artikel met de kop “Boksen wordt een elitaire denksport” heeft hem subiet naar de pen doen grijpen, want op 10 mei stond zijn reactie al afgedrukt. Wat is er aan de hand?
Lees meer >Vorige maand werd hij samen met zijn teamgenoten van En Passant clubkampioen van Nederland: GM Friso Nijboer, ex-profschaker, nu werkzaam in het bedrijfsleven maar gelukkig niet helemaal verloren gegaan voor het Nederlandse schaakleven. In de KNSB-competitie en sommige toernooien kunnen we nog steeds genieten van zijn vechtlust op het schaakbord. Ongeveer een jaar geleden beschreef ik een voorval tussen Ray Robson en Oleg Romanishin (Wie was er aan zet?) over wel of niet ingrijpen en aan het eind beloofde ik min of meer om een ander voorval te vermelden waarbij het tegenovergestelde gewenst was.
Lees meer >Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het ons gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin we de schaakgeschiedenis voor het voetlicht willen brengen. Dit is het negende artikel dat gaat over de een belangrijke speler aan het begin van 1900, Siegbert Tarrasch.
Een speler die een belangrijke invloed heeft gehad op de hedendaagse schaakstrategie was Siegbert Tarrasch (1862 – 1934). Tarrasch mag samen met wereldkampioen Lasker gezien worden als een van de grondleggers van het in de praktijk brengen van de leer van Steinitz.
Daar waar Lasker de ideeën van Steinitz succesvol wist toe te passen in zijn eigen partijen, slaagde Tarrasch erin om de principes van de oude leermeester in een soort wetenschappelijk model te gieten. Een en ander is terug te vinden in zijn leerboeken Dreihundert Schachpartien en Die moderne Schachpartie die respectievelijk in 1895 en 1912 verschenen. Om te laten zien dat zijn systeem ook in de praktische partij werkte, liet Tarrasch zich veelvuldig zien in de internationale arena. Hij won vele grote toernooien, waarvan Wenen 1898 waarschijnlijk de mooiste zege uit zijn loopbaan was. Onder de 19 deelnemers die deelnamen aan dit toernooi, dat maar liefst 36 ronden duurde, ontbrak alleen Lasker. Tarrasch eindigde bovenaan met de Amerikaan Pillsbury maar hij won de beslissingsmatch. Op zijn dogmatische benadering van het schaakspel kreeg Tarrasch veel kritiek.
Lees meer >Internationaal meester Herman Grooten ging in zijn derde laatste training van het seizoen bij schaakclub BSV Bennekom op de Franse toer. En zeker deed hij dat niet met de Franse slag, al lag het tempo andermaal hoog. Zorgvuldige voorbereiding is een sterk wapen van de Eindhovense trainer en daardoor was de sneltreinvaart die hij hanteerde geen moment nadelig voor zijn ‘’leerlingen’’.
De vijftien man die aantrad in denksportcentrum De Commanderij om de wijze lessen van Grooten te volgen, werden direct aan het werk gezet. Ook een wapen van de trainer. En de opdracht, zes opgaven in twaalf minuten oplossen of te wel de winnende zet vinden, had eveneens een Franse achtergrond. Het bleek moeilijker dan was bedacht, hoewel verschillenden binnen enkele minuten met de opdracht gereed waren. Grooten vond het maar knap.
Lees meer >Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
Waarde lezer, als u niets met boeken heeft, ga dan maar gauw iets anders doen. Deze column is door een bibliofiel en voor bibliofielen. Voor schaakbibliofielen om iets preciezer te zijn.
Ik geef grif toe dat ik ouderwets ben. Zo heel raar is dat niet, want enkele dagen nadat ik dit schrijf hoop ik een leeftijd te bereiken die voor iedere schaker iets bijzonders heeft. Precies, zo oud word ik nu.
Lees meer >