Goud van Oud
Column van Schaakvereniging Promotie
Lees meer >DORDRECHT – Zijn schakers nog wel ambassadeur voor hun denksport door een steentje bij te dragen om de sport toekomstbestendig te maken? Een vraag, die vanzelf boven komt, als je pagina 169 zou lezen van het blad van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond uit mei 1953 (!). Hoe kom je tot zoiets 62 jaar later? Waarover lees je dan?
Een paar feiten: In Leiden werd het jeugdkampioenschap van Nederland gehouden met – voor de historie – J. de Jong namens de toen 22 jaar oude RSB als afgevaardigde.
Passend bij de tijd, horen titels in het schaakblad anno 1953. De voorzitter van de commissie jeugdschaak, drs. P. Boekkooi, had het bij de opening van het jeugdkampioenschap symbolisch gevonden dat er in Leiden werd gespeeld als stad van denkers.
Een citaat: ,,Hij prees de deelnemers die zich in hun vacantie in Leiden aan deze denksport wilden wijden en spoorde hen aan na afloop als propagandisten voor het schaakspel op te treden”.
Lees meer >Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
Lees meer >Veertien jaar was ik ten tijde van de match van de eeuw in 1972, de tweekamp tussen Bobby Fischer en Boris Spasski om het wereldkampioenschap schaken. Ik was sportminded en geheel op de hoogte van de belangrijke evenementen: van voetbal, schaatsen en wielrennen tot en met schaken en dammen. Tegelijkertijd trad een politieke bewustwording in: binnen- en buitenlandse ontwikkelingen volgde ik met toenemende interesse.
Neutraal naar sport kijken is voor een volwassene in de regel al een zware opgave.
Lees meer >Schaaksite besteedt graag aandacht aan boeken. Daarvoor hebben wij op dit moment zes recensenten, van uiteenlopende speelsterkte. Bij het ene boek zijn we blij als dat wordt gerecenseerd door een grootmeester, bij het andere boek zijn we blij als het wordt gerecenseerd door een modale clubschaker. Wij streven ernaar regelmatig een recensie te plaatsen, zo veel mogelijk op vrijdag.
Zijn er over Max Euwe niet al genoeg boeken geschreven? Dat dacht ik eigenlijk wel. Over de WK-matches in 1935 en 1937 verschenen vele boeken en in de biografie van Alexander Münninghoff uit 1976 stond toch eigenlijk alles? Nee, toch niet. Peter de Jong heeft een monumentale trilogie geschreven waarin hij niet de bekende verhalen herhaalt, maar een schat aan nieuwe informatie geeft. Deze week presenteerde hij in het Max Euwe Centrum (waar anders?) deel 2a en 2b. Vandaag eerst aandacht voor het eerste deel.
Wie is Peter de Jong? Dat is een bekende arbiter uit Friesland, maar hier gaat het toch om iemand anders. Deze Peter de Jong woont in De Meern (bij Utrecht), is misschien bij het grote schaakpubliek niet zo bekend, maar is een groot schaakhistoricus. Samen met zijn clubgenoot Robert Beekman schreef hij in 2011 het boek ‘Qui perd gagne!’, over 125 jaar schaakclub Utrecht. De Jong is een historicus die geen genoegen neemt met het doorbladeren van schaaktijdschriften.
Lees meer >Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.
Lees meer >Schaaksite besteedt graag aandacht aan boeken. Daarvoor hebben wij op dit moment zes recensenten, van uiteenlopende speelsterkte. Bij het ene boek zijn we blij als dat wordt gerecenseerd door een grootmeester, bij het andere boek zijn we blij als het wordt gerecenseerd door een modale clubschaker. Wij streven ernaar regelmatig een recensie te plaatsen, zo veel mogelijk op vrijdag.
Het boek Grandmaster Chess Strategy, over partijen van Ulf Andersson, is in 2011 uitgegeven door New in Chess. Vanwege de goede verkoop is het onlangs herdrukt.
‘As always, Andersson plays simple and targeted chess.’ (p. 31)
Ulf Andersson (1951) behoorde vanaf begin jaren zeventig tot midden jaren tachtig tot de top tien van de wereld. Vervolgens nestelde hij zich nog jarenlang in de top vijftig, waarna hij in de jaren negentig de overstap maakte naar correspondentieschaak. In deze discipline bereikte hij zelfs de eerste plaats op de wereldranglijst. Hij staat bekend als een rustige schaker die het kleinste positionele voordeel tot winst weet uit te bouwen en die in stellingen zonder dames zijn gelijke niet kent.
Jürgen Kaufeld en Guido Kern, twee ervaren schaaktrainers die zelf ook een aardig potje kunnen schaken (ze zijn respectievelijk FIDE Meester en Internationaal Meester), leggen in hun introductie duidelijk uit waarom zij hun boek over strategische thema’s geheel en al ophangen aan partijen van Ulf Andersson:
Lees meer >Speurtocht naar de herkomst van schaakopeningen
Lees meer >
Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.
Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.
In het precomputertijdperk moesten schakers het vooral hebben van boeken en tijdschriften. De tijden dat topschakers met grote hoeveelheden boeken liepen te zeulen zijn gelukkig voorbij. Een ongelooflijk veelvoud van partijen en boeken staat tegenwoordig op de harde schijf. Toch verschijnen er nog veel boeken die gretig aftrek vinden bij schakers.
Veel oud topspelers houden zich daarmee bezig; zij proberen om een deel van hun kennis en ervaring door te geven aan de nieuwe generaties en hopen er ook nog een centje aan over te houden.
Een van hen is de voormalige Engelse topspeler John Nunn. Ook tijdens zijn actieve schaakcarrière was hij een ‘veelschrijver’. Zelf heb ik zijn boeken ‘Beating the Sicilian 1,2 en 3’ in de kast staan. Ik speelde zelf Siciliaans en ik wilde graag weten hoe witspelers dachten mij te kunnen overrompelen. Het grappige was dat Nunn tegen bijna alle Sicilianen 6. f4 voorstelde om te spelen. En uiteraard liet hij zijn openingsoverzicht vergezeld gaan van een paar schitterende aanvalspartijen.
Tijdens mijn ‘zwerftochten’ langs de Europese toernooien liep ik de Engelsman Daniel King een aantal keer tegen het lijf. Naast de onderlinge partijen die op leven en dood gespeeld werden, raakten we bevriend. Hij bleek een bijzonder interessant causeur in de avonduren en als ik nu zie hoe hij zich ontwikkeld heeft als bekend schaakcommentator komt zijn vlotte babbel erg goed tot zijn recht! Uiteraard schafte ik ook zijn boek ‘Winning with the Najdorf’ aan.
Lees meer >