Schaken leer je door het zelf te doen. In dit hoofdstuk richten we ons op een oefening met als thema het creëren en exploiteren van een sterk veld. Ik wil u graag een partij voorleggen waarin u aan de hand van een vraag/antwoordspel kunt proberen of u moeilijke strategische beslissingen zelf kunt nemen.
Om uzelf te testen, kunt u proberen de zetten te bedenken. In het boek wordt de gehele partij in quizvorm aangeboden, we beperken ons hier slechts tot een fragment. Maar voor bezoekers van Schaaksite wel in de speciale quizvorm! Ik heb de quiz in vergelijking met het boek daarom een klein beetje moeten aanpassen. Veel plezier ermee!
Jan Hein Donner, verloren van de wereldkampioen (Foto onbekend)
Botwinnik – Donner, Amsterdam 1963.
*** Vraag 1) Wat is wijsheid?
A) Zelf ruilen met 25. Txa8?
B) Laten ruilen met 25. Pc4?
C) Niet ruilen en verder gaan met 25. Td1.
D) Niet ruilen en verder gaan met 25. Tc1.
25. Td1!
Antwoord op vraag 1: C) is het juiste antwoord. De gespeelde zet is een diepzinnige zet. Botwinnik realiseert zich dat zwart weinig kan doen met de open a-lijn en dat hij ermee gebaat is dat er nog een paar torens op het bord blijft, zodat hij het maximum van zijn mooie paard op c6 kan halen. Het beste veld voor de toren is d1 omdat wit over de d-lijn de meeste van zijn operaties kan laten verlopen.
De partij ging als volgt verder:
25… Pe8?! Het is voor zwart heel lastig om zich goed te verdedigen, maar Donner versimpelt met zijn laatste zet wits taak. [Na een ‘nietszet’ zoals 25… Dc8 moet wit nog bepalen hoe hij progressie kan boeken.] 26. Pc4 [Nog sterker was direct 26. e5 omdat wit nu met directe dreigingen kan gaan werken. Zo moet zwart ernstig rekening houden met Pe7+.] 26… Pc5
*** Vraag 2) Hoe brengt wit zijn tegenstander verder in het nauw?
Antwoord op vraag 2: [Misschien was het beter geweest dat zwart zijn fout toegeeft met 26… Pef6 hoewel dit ook niet zonder gevolgen zal zijn.] 27. e5!Nu speelt Botwinnik hem wel! Aangezien zwart niet direct een paard op veld d5 kan nestelen mag wit de pion naar e5 spelen, zodat hij zwart nog verder insnoert. Verder komt ook nadrukkelijk de mogelijkheid Pc4-d6 in de stelling waarna wit met een gevaarlijke vrijpion zou kunnen gaan werken. Tenslotte komen er nu enkele tactische wendingen in te zitten, die weldra beslissend zullen zijn.
De partij ging als volgt verder:
*** Vraag 3) In deze stelling heeft zwart verschillende mogelijkheden. Werk enkele varianten uit te weten: a) 27. … Pc7 b) 27. … Ta2 c) 27. … Ta4 d) 27. … Tc8 27… Tc8
Antwoord op vraag 3: Hieronder worden de gegeven varianten uitgewerkt.
[Na 27… Pc7 heeft wit een aantrekkelijke combinatoire wending die hem de zege bezorgt: 28. Td7! Pxd7 29. Pe7+ Lxe7 30. Dxb7] [Het nadeel van 27… Ta2 is dat de zwakte van zwarts onderste rij het grote probleem wordt: 28. Td8 en nu faalt 28… Ta8 op [en 28… Pc7 op 29. Td7!] 29. Txa8 Dxa8 30. Pe7+ Lxe7 31. Dxa8] [27… Ta4 28. Pd6 Pxd6 29. exd6 Dd7 30. Pe5 En de witte vrijpion in combinatie met de dreiging Dxf7 beslist de strijd.] [Na een ‘nietszet’ zoals 27… h6 is het lastig te bepalen wat wit nu precies moet gaan doen. 28. La3! Zo wordt straks de belangrijkste peiler in zwarts defensie aangepakt. Na een zet als [Voor de hand ligt om te gaan werken met de actie 28. Pd6 maar na 28… Lxd6 29. exd6 Kf8! houdt zwart nog even stand. Omdat het paard op c5 de belangrijkste verdediger is weten we hoe wit het nu moet doen:] 28… Ta4 wint 29. Lxc5 bxc5 [Geen 29… Lxc5 30. Td8 Kf8 vanwege 31. Pd6 Lxd6 32. exd6 met winst.] 30. Pd6 Lxd6 31. exd6 en maakt de dubbele dreiging d6-d7 en Pc6-e7+ een einde aan alles ook omdat 31… Dd7 faalt op 32. Pe5]
*** Vraag 4) Wat is wits beste zet?
28. Ta1!
Antwoord op vraag 4: Flexibel denken is een kenmerk dat past bij de grootste spelers. Nu zwart van de a-lijn is gegaan met zijn toren, maakt Botwinnik daar dankbaar gebruik van.
De partij ging als volgt verder:
28… Tc7 [Geen oplossing biedt 28… Dc7 29. Ta7 want na 29… Pb7 moet wit zijn aandacht richten op het zwakke punt b6. Hij doet dat als volgt: 30. Ld4 Lc5 31. Lxc5 bxc5 wint 32. P4a5] 29. Ta7 Dxa7 [Fraai is de stelling na 29… Dc8 30. Pxb6 (zie analysediagram)
met een artistieke damevangst.] 30. Pxa7 Txa7 31. Pxb6 en zwart gaf het op. 1-0
Belangstellenden kunnen het boek hier bestellen. Tevens treft u op deze webpagina de nodige aanvullende informatie aan.
De vorige afleveringen uit deze serie zijn hieronder te vinden: