Recensie: Genna Remembers

Hoe is het om in twee totaal verschillende werelden te leven? Voor de meesten van ons is het moeilijk voor te stellen hoe het is om in een land te wonen dat met harde hand wordt geregeerd. Genna Sosonko is wat je noemt ervaringsdeskundige. Hij leefde vanaf zijn geboorte in 1943 tot 1972 in Leningrad in de voormalige Sovjet-Unie.
In dat jaar kreeg hij de kans om naar het vrije westen uit te wijken en vestigde hij zich in Nederland. In de Sovjet-Unie had Genna er al een hele schaakcarrière op zitten. Hij behaalde daar de titel van nationale meester, dan was je al een hele sterke schaker, en trainde Michail Tal en Viktor Korchnoi.
Dat Sosonko een zeer sterke schaker was bleek al heel snel. Hij behaalde na zijn emigratie binnen enkele jaren de titel van grootmeester (dat was in de Sovjet-Unie voor veel schakers een onbereikbaar ideaal) en behoorde vanaf midden jaren zeventig tot begin jaren tachtig tot de twintig beste schakers in de wereld. Hij won diverse toernooien, zoals tweemaal in Wijk aan zee en het NK. Kortom: een prachtige schaakcarrière.
Auteur en journalist
In 2004 zette hij een punt achter zijn actieve loopbaan als schaker en begon te schrijven. Hij schreef onder andere mooie boeken over Tal, Smyslov, Korchnoi en Bronstein. Dus boeken over schakers en niet zozeer over schaken. In ‘Genna Remembers’ gaat het over herinneringen aan meer dan één schaker. Ik zal u niet vermoeien met alle interessante namen die voorbijkomen. Het is een boeiend verslag van hoe het een aantal schakers verging na emigratie uit de Sovjet-Unie. Maar er is veel meer…!
Lees meer >

Als jonge schaker kreeg ik het boekje Schaken als vak (Het Spectrum 1976) van Hans Bouwmeester in handen. Hij bood een uitgebreid schema aan waardoor je openingen systematisch kon bestuderen. Elke dag een stukje nieuwe theorie en dan in een afwisselend ritme de stof van de eerdere dagen herhalen. Ik begon vol goede moed, maar hield het maar twee weken vol. Dat lag niet aan Bouwmeester, maar aan mezelf: het is bijzonder lastig om systematisch het schaakspel te bestuderen.



De auteurs van ‘Defensive Tools – a tournament player’s manual’ zien bovenstaande hiërarchie ook terug in de moderne schaakliteratuur: “of the non-opening subjects, defence is easily the one that has been the least discussed in available chess literature’. Met deze observatie werd hun idee geboren om over dit structureel onderbelichte thema een boek te schrijven. Naast het verrijken van de literatuur is het doel van het boek tweeledig. Als eerste wordt de actieve toernooischaker een aantal belangrijke ‘tools’ aangereikt. De grondige bestudering en het juiste gebruik ervan kunnen in de toekomst zorgen voor het voorkomen van vermijdbare verliespartijen. Tevens biedt het boek trainers een systematische uiteenzetting van belangrijke onderdelen van het begrip ‘verdedigen’.

