Boekenrubriek

Over omzwervingen

In ieders schaakcarrière zijn altijd een paar partijen die hem of haar meteen voor de geest komen als diegene terugdenkt, tegelijkertijd met de bijbehorende emotie. Ik voel bijvoorbeeld meteen weer de walging als ik terugdenk aan die partij waar ik net na zet 40 mat in twee over het hoofd zag – waardoor we de match met 5,5-4,5 verloren – of de euforie over de strakke partij die ik won van een voormalig wereldtopper.

Lees meer >

Boekrecensie: Ris verliest niets aan kracht in tweede deel

De pareltjes
We zitten niet verlegen om schaakboeken in deze tijd. Elke week komt er wel weer een zelfbenoemde schaakschrijver naar voren die het zijne van ons spelletje denkt. Dat maakt het des te lastiger om de pareltjes er tussenuit te vissen. Mijn voorstel: beoordeel het boek op de kaft. Goed, misschien niet alléén op de kaft, maar op de esthetische kwaliteiten in het algemeen. Pagina’s vol met varianten?

Lees meer >

Simon de Schaker: Oma’s schat

Een jaar nadat Simon de Schaker ons wereldje binnenkwam (zie hier mijn recensie van vorig jaar) verscheen deze zomer deel 2. In het eerste deel werd afgerekend met Akelige Arnold, het nieuwe boek laat de hoofdpersonen zoeken naar Oma’s schat. De oma van Simon, die al een heldenrol speelde in deel 1, krijgt aan het begin van het nieuwe verhaal een ongelukje. Ze valt van een trappetje en moet naar het ziekenhuis. Daar blijkt dat ze in de war is, er is iets mis met haar geheugen. Daarom moet ze worden opgenomen in verzorgingshuis Alvergeten. Dit is echter een misverstand, het geheugenverlies is tijdelijk en de slimme oma is al snel weer de oude. Gek genoeg ziet alleen Simon dat, zijn ouders laten zich inpakken door het strenge personeel.

En dat is me een stel. Wat te denken van verpleegster Lisetje Treitersma, een akelige witte heks. Of de grote ambulancebroeder, die ruikt naar bezwete scheenbeschermer. Of de directeur, die aan het eind opduikt, mevrouw Hoogindeboom.

Simons moeder kan niet altijd helpen, want zij is straaljagerpiloot en wordt soms plotseling opgeroepen. En zijn vader zit steeds op zijn telefoon te kijken, wat later in het verhaal wel handig is, omdat hij dan niet alles van de kinderen ziet. In deel 1 was oma’s vaste chauffeur van de invalidentaxi Henk de onderwaterworstelaar nog de grote held, maar hij is vertrokken naar de Noordpool om een booreiland te saboteren, want Henk doet alles voor de ijsbeer.

 

Fantasie

Het is duidelijk, schrijfster Joyce van der Meijden heeft een grote fantasie. Vergelijkingen volgen elkaar in hoog tempo op en ze is soms opvallend exact. Enkele voorbeelden.

Mijn oma is nog steeds net zo slim als mijn opa was. Echt, als die twee nog samen waren, dan zaten we allang te kwartetten op Mars.

Er zit een enorm brok cement vast in mijn keel. (…) De brok in mijn keel is inmiddels formaat ananas. (…) Ik heb opeens ook nog een rotsblok in mijn maag.

Tom kijkt alsof hij een rauwe inktvis heeft ingeslikt.

Lees meer >

Een aanvallend witrepertoire door Moskalenko

Moskalenko met wit! Daar hebben we even op moeten wachten. De aanvalvirtuoos heeft al meerdere boeken voor de zwarte stukken op zijn naam staan zoals “The flexible french” of “The fabulous Budapest gambit” waarover eerder al een recensie verscheen. Maar nu dus tijd voor een boek waarin de witte stukken de hoofdrol spelen. Zelf ben ik een groot fan van zijn boek “the flexible french” (inmiddels uitgebreid naar “the even more flexible french”), dat een grote invloed had op mijn visie op die (voor mij toen nog) zo verschrikkelijke opening. Maar hoe brengt dit boek het er vanaf?

Lees meer >

Recensie: Cyrus Lakdawala – Winning ugly in chess

Dit is de eerste recensie van de nieuwe recensent Barry Braeken. Barry schaakt al tientallen jaren recreatief. Hij speelt momenteel voor Voerendaal (en in het verleden voor Brunssum, HSV en Philidor Leiden). Zijn rating is al jaren stabiel tussen 1900-1950. Hij wil zijn recensies vooral toespitsen op de clubschaker die graag wat bijleert maar daar maar weinig tijd voor heeft. Klik voor een korte cv op ‘onze recensenten‘.

Aangezien ik al jarenlang behoorlijk goed ben in het door lelijk spel verliezen van partijen was ik erg nieuwsgierig naar het boek “Winning ugly in chess: playing badly is no excuse for losing”. We weten allemaal dat schaken een spel van imperfecties is en dat, om met Tartakower te spreke,n de speler die de één na laatste fout maakt, wint. Het is zeker de moeite waard om je niet steeds te laten betoveren door prachtige partijen van topspelers maar te leren hoe je in de strijd der mindere goden je punten kunt pakken.

Daarnaast heeft de schrijver van het boek, Cyrus Lakdawala, een goede reputatie. Hij heeft al een twintigtal boeken op zijn naam staan waaronder een paar goede openingsboeken en partijverzamelingen van onder andere Capablanca en Botwinnik. De laatste jaren schreef hij ook goed ontvangen leerboeken, zoals Clinch it!en How Ulf beats black. Vertrouwenwekkend dus.

Toch valt dat bij lezing ietwat tegen. De schrijver geeft in de inleiding al een (onbedoelde) waarschuwing af: “When I began this book, I didn’t intend it to be one full of contradictory/anomalous games, which merely amuse the reader, yet don’t teach anything”. Dat is echter precies wat het boek wel is. Lakdawala probeert daar nog een mouw aan te passen door aan elke partij opgaves en ‘Moments of contemplation’ toe te voegen, maar buiten het feit dat heel onpraktisch de oplossingen meteen onder de opgave staan, hebben ze ook niet de diepgang om echt tot een leereffect te leiden. De vijftien lessen die de schrijver vervolgens belooft in de inleiding worden helaas niet waargemaakt. Daarvoor is het boek te zeer een verzameling “contradictory/ anomalous games”.

Lees meer >

Recensie: Side-Stepping Mainline Theory

Een boek van Gerard Welling! Dat wekt bij mij meteen interesse. Samen met Steve Giddins heeft de Eindhovense IM Side-Stepping Mainline Theory geschreven. Een onderwerp dat Welling op het lijf geschreven is. Hij staat bekend als een creatieve speler, met (volgens Wikipedia) een voorliefde voor ongebruikelijke openingen als 1.b3. Daar gaat het boek overigens niet over. Hoewel de cover misschien anders doet vermoeden, is Side-Stepping Mainline Theory een repertoireboek, voor zwart én wit! Centraal staan het Oud-Indisch (tegen 1.d4) en de Philidor (tegen 1.e4). Met wit wordt ervoor gekozen deze opstelling in de voorhand te spelen, enkele uitzonderingen (Pirc/Scandinavisch) daargelaten.

Een opvallende combinatie, Gerard Welling en Steve Giddins. Welling is een bekend gezicht in de Nederlandse schaakwereld, en in Engeland geldt waarschijnlijk hetzelfde voor Giddins. Laatstgenoemde heeft meer dan een dozijn schaakboeken uitgebracht, voornamelijk gericht op de fanatieke clubschaker. Daarnaast is hij een verdienstelijke speler met de FM-titel, die (volgens ratings.fide.com) de laatste jaren nauwelijks meer achter het schaakbord te vinden is.

Lees meer >

Understanding Maroczy Structures

In een periode van een jaar tijd heb ik bijna al mijn partijen tegen 1.e4 beantwoord met de versnelde draak. Lang vond ik het een ideaal systeem met terugkomende thema’s, leuke tactieken en goede resultaten. Echter, toen ik steeds betere tegenstanders confronteerde met deze opening, kreeg ik bijna elke partij de Maroczy opzet te verwerken. Keer op keer stond ik bijna de gehele partij tegen de muur en leek er nooit meer dan een half punt te behalen. Meermaals was er voor mij niet doorheen te komen en mede daardoor heb ik de versnelde draak voorlopig in de ijskast gezet. Bij het zien van deze nieuwe titel “Understanding Maroczy Structures” wist ik al meteen dat ik dit boek moest zien te bemachtigen. Eindelijk een volledig boek in plaats van een paar kleine hoofdstukken over de Maroczy structuren.

Lees meer >

Recensie: Chess Tactics Workbook for Kids door John Nunn

Als er een grootmeester in de wereld is waarvoor ik groot respect heb, is het de Engelsman John Nunn (geboren 25 april 1955). Hij werd in 1974 Europees jeugdkampioen en 1978 benoemd tot grootmeester. Hij behoorde een tijd tot de sterkste spelers ter wereld, waarbij hij het in januari 1985 schopte tot de negende plaats op de wereldranglijst. Wat later (januari 1995) behaalde hij zijn hoogste rating ooit: 2630 maar daarmee was hij geen negende van de wereld meer. Naast deze prestaties werd hij ook driemaal wereldkampioen in het oplossen van schaakproblemen.

Daarnaast had hij nog een andere opmerkelijke bliksemcarrière in de wiskunde. Hij meldde zich al als 15-jarige aan op de prestigieuze universiteit van Oxford. Daar promoveerde hij ook op jonge leeftijd tot Doctor in de wiskunde. Als ik het goed heb stond hij al ruim voor zijn 24ste colleges te geven op deze universiteit maar in 1981 zei hij dit bestaan vaarwel om professioneel schaker te worden. Dat heeft hem geen windeieren gelegd, hij is een zeer succesvol schaker geworden en misschien nog wel succesvoller met de vele boeken en publicaties die hij op zijn naam heeft staan. Als (mede-)directeur van uitgeverij Gambit valt het aantal boeken dat hij geschreven heeft bijna niet te tellen. Op zijn Wikipediapagina staat een uitgebreid overzicht.

Lees meer >

Vakantie!

Een samenvatting van een e-mailwisseling tussen een voornaam afgevaardigde van de jubilaris en schrijver dezes…

Ha Richard,
Vraagje: zou jij iets over het jubileumboek willen schrijven op schaaksite?

Die durft. Mij eerst een boek aansmeren en vervolgens vragen er een recensie over te schrijven. Ik heb nog nooit een boek besproken dat ik zelf betaald heb! (Neem dat “aansmeren” niet te ernstig hoor.

Lees meer >

50 jaar Paul Keres

Een jaar na het vijftigjarig bestaan van de Utrechtse schaakclub Paul Keres is er een dik jubileumboek verschenen. Dat de club de jubileumdatum heeft laten verlopen is niet bezwaarlijk, want als het boek op tijd was verschenen had het geen 305 pagina’s geteld.

De club werd in 1968 opgericht onder de naam Utstud. Het was een studentenclub in Utrecht, dus iedereen kan bedenken wat die naam betekent. Utstud was een fusieclub van drie zeer oude studentenclubs, namelijk Lasker (1908), Stukken & Schijven (1910) en Caïssa (1946).

De fusieclub begon binnen de competitie van de Stichts-Gooise Schaakbond op het laagste niveau en maakte een glorieuze tocht naar boven, net als later bijvoorbeeld Koningsclub Bergen en Sopsweps’29, die vanwege het reglement ook op het laagste niveau moesten beginnen. Het boek bevat een hilarisch gefingeerd verhaal van een tegenstander die hier niet blij mee was.

“Meneer, ik ben veertig jaar met plezier lid van de Koperen Loper, maar de lol is er nou wel af. En ik ken er genoeg die er net zo over denken, ook bij andere verenigingen. Die lui van Utstud winnen alles. Ze verpesten gewoon alle competities waar ze aan meedoen. D’r is geen aardigheid meer aan. Ze worden gesponsord door Van der Galie (een boekhandel met een grote schaakafdeling – JH) en daarom konden ze die spelers van Utrecht kopen. ’t Is geen wonder dat ze er geen fluit aan doen om loten voor de KNSB te verkopen, terwijl wij ons uit de naad moeten lopen om een pakketje schaakmateriaal te winnen. De centen komen ze gewoon aanwaaien, nou en daar willen ze wel voor spelen.”

Lees meer >