Rubrieken

Gratis digitaal jeugd-schaaktijdschrift “DoorZetten” (17de editie verschenen)

Sinds 2020 maak ik een gratis digitaal schaaktijdschrift voor de jeugd. De titel van dit tijdschrift is “DOOR ZETTEN” en het verschijnt vier keer per jaar (15 september, 15 december, 15 maart en 15 juni).

Het doel van het tijdschrift is kinderen die al dan niet lid zijn van een schaakclub of op school schaken verbonden te houden met het schaakspel. Maar ze ook te laten ervaren dat het schaakspel op ieder niveau leuk is om te blijven spelen.

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 1 juni 2024

Wekelijks publiceren we de schaakrubrieken van Dimitri Reinderman voor HDC Media, Henk Prins voor het Reformatorisch Dagblad, Nick Maatman voor Dagblad van het Noorden / Leeuwarder Courant en Hans Ree in de Groene Amsterdammer.

Lees meer >

Een stuk over Max Euwe

20 mei jl. was de 123e geboortedag van Machgielis Euwe.

Euwe (1901-1981) is nog altijd de enige Nederlandse wereldkampioen schaken ooit.

Ik ben wat laat voor het herdenken, maar voor een stukje over de enige Nederlandse wereldkampioen schaken is er altijd tijd, niet?

Lees hier meer. Onder andere over Euwes denken, zijn bezit (een pistool, weinig geld bij het behalen van zijn titel),

Lees meer >

Blunder!

Het is een verrijking van het schaakspel dat we engines – een geaccepteerd Nederlands woord? – hebben die van alles en nog wat voor ons kunnen doen. Ze helpen ons de onpeilbare diepten van ons spel een beetje minder onpeilbaar te maken en ons te verrassen. Na uw verloren partij, bij de gemeenschappelijke analyse met uw tegenstander komt u erachter waar de fout zat – denkt u. Neehee – thuis vertelt uw elektronische hulpje dat de zet in kwestie weliswaar niet optimaal was, maar dat de echte fout pas verderop werd gemaakt. Verrassend en leerzaam, nopend tot voorzichtigheid bij het (ver)oordelen.

Lees meer >

Krantenrubrieken weekend 25 mei 2024

Wekelijks publiceren we de schaakrubrieken van Dimitri Reinderman voor HDC Media, Henk Prins voor het Reformatorisch Dagblad, Nick Maatman voor Dagblad van het Noorden / Leeuwarder Courant en Hans Ree in de Groene Amsterdammer.

Lees meer >

Recensie: Chess Coach, The profound and Lasting Influence of Mark Dvoretsky – Compiled by Vladimir Barsky

Het kan volgens mij nooit kwaad om over de fameuze Russische schaaktrainer, Mark Dvoretsky, een boek samen te stellen. We kennen allemaal “Dvoretsky’s Endgame Manual” om nog niet te spreken over de vele andere leerzame schaakboeken die hij op zijn naam heeft staan (zie het plaatje met vele voorbeelden).

 

Vladimir Barsky nam de handschoen op om vele verhalen en anekdotes van zijn tijdgenoten te verzamelen en die bij elkaar te zetten. Onder hen collega trainers en veel (oud-)pupillen. Op het gevaar af er enkele te vergeten noem ik enkele namen die bereid waren hun gedachten op papier te zetten: Alexander Nikitin (oud-trainer van Garry Kasparov), Boris Zlotnik, Evgeny Sveshnikov, Vladimir Tukmakov, Mikhail Sherevsky, Sergey Dolmatov, Arthur Yusupov, Alexey Dreev, Vishy Anand, Vadim Zviagintsev, Victor Bologan, Alexander Motylev, David Navarra, Jacob Aagaard en zelfs Magnus Carlsen.

De samenwerking met Arthur Yusupov (die in Duitsland een schaakschool heeft opgericht en zijn naam in het Duits heeft laten verbasteren tot Jussupow) is algemeen bekend. Jarenlang stonden zowel Yusupov en Dvoretsky op de lijst van het eerste team uit Apeldoorn (Schaakstad Apeldoorn tegenwoordig). Het was vooral te danken aan Karel van Delft (en sponsoren) om deze vooraanstaande spelers/trainers naar Apeldoorn te halen waar ze ingezet werden om de jeugd het nodige bij te brengen. Karel was ook niet te beroerd om af en toe een trainingssessie te organiseren waarin Dvoretsky een publiek met louter trainers kon toespreken. Het was voor mij een mooie gelegenheid om deze gelouterde trainer eens in levende lijve te ontmoeten.

Na zijn interessante uiteenzetting (waarvan ik me vooral de fraaie lopereindspelen herinner) kon ik hem even kort spreken. Ik heb toen even gesproken over de in Nederland gebruikte Stappenmethode van IM Cor van Wijgerden en Rob Brunia en wat hij daarvan vond. Van Wijgerden had Dvoretsky eerder al ontmoet en hem ooit gevraagd of hij spelers had begeleid/getraind met een wat meer basaal niveau dan degenen die hij meestal trainde en wat hij daar dan mee deed. Daarvan gaf hij aan dat hij nooit iemand onder een ratingniveau van minimaal 2250 onder zijn hoede had gehad en dus kon hij daar weinig over zeggen. Dit geeft natuurlijk aan dat hij – nadat hij al een paar jeugdwereldkampioenen had opgeleid – toen al het aureool had van de toptrainer die zich niet bemoeide met het traject waarin spelers van niveau nul omhoog komen. Toch opmerkelijk dat hij eigenlijk toegaf dat hij ‘werkelijk geen idee had’ wat er onder 2250 moest gebeuren…

Lees meer >

Waarom vinden veel schakers eindspelen niet leuk?

Wanneer ik iets over eindspelen schrijf, krijgt zo’n blog veel minder bezoekers in vergelijking tot een blog waarin iets staat over het middenspel. Wat is er aan de hand? Ik doe een poging om een antwoord te bedenken…

Lees meer >

Krantenrubrieken weekends 11 en 18 mei 2024

Wekelijks publiceren we de schaakrubrieken van Dimitri Reinderman voor HDC Media, Henk Prins voor het Reformatorisch Dagblad, Nick Maatman voor Dagblad van het Noorden / Leeuwarder Courant en Hans Ree in de Groene Amsterdammer.

Lees meer >

Jan Esser: echt een schaker

Johannes (Jan) Esser (1877-1946) was één van de grondleggers van de plastische chirurgie en uitvinder van de nog steeds gebruikte Esser-inlay. Hij was miljonair, kasteelheer, speculant en had een gezin. Was huisarts, tandarts én wetenschapper. Esser had een grote kunstverzameling; als een van de eersten zag hij de waarde van Mondriaan, Witsen, Breitner en Sluijters. Hij was met hen bevriend. Ook was hij een van de eerste officiële Nederlandse schaakkampioenen: in 1913.

Lees meer >

Rook Endgames from Morphy to Carlsen

Het toreneindspel mag zich de laatste tijd op een warme belangstelling verheugen bij auteurs. Eerder dit jaar waren er twee leerboeken van Quality Chess en nu heeft Gambit een interessante duit in het zakje gedaan. Het roept natuurlijk wel een vraag op. Waarom zoveel aandacht voor toreneindspelen?

Dat laat zich tamelijk eenvoudig verklaren. De toren doet over het algemeen later aan het spel mee dan andere stukken. De kans is dus ook wat groter dat ze overleven tot aan het eindspel. Toreneindspelen komen relatief vaak voor. Het zijn bijzonder boeiende eindspelen met regelmatig fraaie tactische wendingen.

Een ander punt is dat men vaak beweert dat de ‘remisemarge’ tamelijk hoog is. Dat mag dan wel zo zijn, maar dat neemt niet weg dat een foutje zo is gemaakt en dat het al gauw een half of heel punt kan schelen. Dus is er alle reden om u te verdiepen in dergelijke eindspelen.

Lees meer >