Rubrieken

Geschiedenis van de schaakklok

Zo’n 150 jaar geleden hadden schakers geen last van tijdnood, om de eenvoudige reden dat er destijds bij schaakpartijen nog geen sprake was van tijdmeting. Een speler aan zet mocht net zo lang nadenken als hij wenselijk achtte. Wanneer de spelers te vermoeid raakten werd de partij afgebroken en indien mogelijk de volgende dag verder gespeeld. Sommige schakers maakten het echter wel erg bont, en de Ier Alexander McDonnell was er zo eentje.

Lees meer >

HSB Workshopdag – 13 oktober 2012

Op zaterdag 13 oktober 2012 wordt de HSB workshopdag voor schaaktrainers gehouden in Den Haag. Ook trainers uit andere regionale bonden zijn welkom. Er zijn drie workshops: nieuwe ontwikkelingen in de stappenmethode, privéles aan talenten en praktische vaardigheden.

Programma

De workshopgever is Pascal Losekoot (www.schaaktraining.nl). Pascal is een professioneel schaaktrainer met jarenlange ervaring. Een van zijn oud-leerlingen is GM Robin van Kampen.

Lees meer >

De O is van Alberic O’Kelly de Galway

Het Schaakalfabet is een serie, geschreven door de ons helaas vroeg ontvallen Huub van Dongen, in oorsprong geschreven voor het Brabantse jeugdblad Minorpromotie, waarin alle letters van het Alfabet aan beroemde schakers, schaaktermen of andere schaakcuriositeiten worden gekoppeld.

Een mooiere naam zul je niet gauw tegenkomen: Alberic O’Kelly de Galway (1911-1980). Dat was een Frans-talige Belg, met een Ierse naam: drie keer kampioen van België, schaakgrootmeester, winnaar van het Hoogovenstoernooi in 1946.

Lees meer >

Eindspelstudies 36 – Titeltje

website

E-mail:

Hierbij de 36ste aflevering van deze rubriek voor Schaaksite uit mijn database.

  • De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
  • Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
  • De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
  • De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s


In het partijschaak kent men de titels FIDE-meester (FM), Internationaal Meester (IM) en Grootmeester (GM). Diezelfde titels kan men ook behalen in het compositieschaak. In het partijschaak moet men aan normen en nog enkele andere randvoorwaarden voldoen om de titels te behalen. Dat is in de schaakcompositie anders geregeld, men kent daar bijvoorbeeld geen ELO-rating, noch is het relevant of een componist hoge plaatsen behaalt in een toernooi waaraan titelhouders meedoen. Men heeft daar een ander systeem voor bedacht: het FIDE-Album. Voor een periode van drie jaar kunnen componisten hun beste composities (in de genres: tweezetten, driezetten, meerzetten, eindspelstudies, zelfmat, helpmat in 2, langere helpmats, fairy chess en retrogade) inzenden. Die worden dan per genre door een driekoppige jury onafhankelijk gescoord, waarna alleen de allerbeste composities in het FIDE Album worden opgenomen. Voor eindspelstudies worden er normaliter zo’n 500-700 studies per periode ingezonden (men schat dat het aantal gepubliceerde studies zo’n zesmaal hoger ligt). Hiervan worden er dan ongeveer rondom de 100 studies (dus slechts ruim 30 per jaar) geselecteerd voor het FIDE-Album. Met elke compositie verdient een componist één punt (een eindspelstudie telt als 12/3e punt, ook omdat eindspelstudiecomponisten vaak gespecialiseerd zijn in dat genre, terwijl andere componisten in meerdere genres punten kunnen verdienen) Voor een FM-titel zijn 12 punten vereist, voor een IM-titel 25 punten en voor een GM-titel 70 punten. Zoals in te zien valt is het ongelofelijk moeilijk om een GM-titel te behalen. Op het gebied van de eindspelstudie zijn er dan ook maar 6 (nog levende) GM’s: Emilian Dobrescu (Roemenië), Virgil Nestorescu (Roemenië), Jan Rusinek (Polen), David Gurgenidze (Georgië), Oleg Pervakov (Rusland) en Nikolai Kralin (Rusland).

Lees meer >

Schaken bevordert emancipatie van mensen met een beperking

Column Karel van Delft

Lees meer >

Schaakrubrieken weekend 22 september 2012

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het verschijnen van de veelal zaterdagse schaakrubrieken.

Lees meer >

Gespot 45: Gligoric en het Konings-Indisch

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Svetozar Gligoric was een groot man. Uit het voormalige Joegoslavië kwam het bericht dat hij onlangs, op de leeftijd van 89 jaar, was overleden.

Bij het surfen op diverse websites zag ik diverse “In Memoriams” staan, waarin hem de laatste eer bewezen werd. Een mooi portret vond ik van Peter Doggers op www.chessvibes.com dat u hier kunt bekijken.

De eerste keer dat ik met zijn naam te maken kreeg, was toen ik tegen het Konings-Indisch het systeem met 7. Le3 ging spelen (dus na 1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Pf3 0-0 6. Le2 e5 7. Le3). Dit zetje zal altijd verbonden worden met zijn naam. Gligoric behoorde een tijdlang tot de top 10 van de wereld en hij was een van de adepten van het Konings-Indisch. Mede door zijn inbreng werd deze opening, die door mensen als Tarrasch naar de prullenbak waren verwezen, nieuw leven ingeblazen. Gligoric behoorde tot een van de prominente deelnemers die deelnam aan een van uit geschiedkundig oogpunt gezien belangrijkste toernooien ooit. Dat was in Zürich 1953, waar vrijwel de gehele toenmalige wereldtop aanwezig was. Het beroemde toernooiboek van Bronstein over dit toernooi wordt nog altijd gezien als een parel uit de zeer rijke schaakliteratuur. Jonge spelers van nu, die naar een partij uit een database zitten te turen, doen er goed aan eens een blik te werpen in dit boek. In Zürich werden de fundamenten gelegd voor de hedendaagse openingstheorie. De spelers van destijds waren de pioniers van wat we anno 2012 als gemeengoed beschouwen.

Lees meer >

De N is van Nimzowitsch

Het Schaakalfabet is een serie, geschreven door de ons helaas vroeg ontvallen Huub van Dongen, in oorsprong geschreven voor het Brabantse jeugdblad Minorpromotie, waarin alle letters van het Alfabet aan beroemde schakers, schaaktermen of andere schaakcuriositeiten worden gekoppeld.

Van sommige mensen wordt wel eens gezegd dat ze hun tijd ver vooruit zijn. Dat betekent dan zoiets als: het is volstrekt onbegrijpelijk wat hij zegt, maar ik denk dat in de toekomst wel eens kan blijken dat hij grootse inzichten naar voren brengt. Nu is in de toekomst kijken heel moeilijk. En beweren dat iemand zijn tijd vooruit is, is dan ook altijd kletskoek. Alleen achteraf, jaren later, kun je beweren dat iemand zijn tijd vooruit wás. Door zijn tijdgenoten werd hij niet begrepen. Maar nu weten we wel beter.

Lees meer >

Begrijp wat u doet: Wolgagambiet 1

Wolgagambiet-structuren 1

Basisplannen Wolga-gambiet

De oorspronkelijke naam van de opening is het Wolga-gambit, genoemd naar de rivier de Wolga als gevolg van een artikel over 3 … b5? door B. Argunow dat werd gepubliceerd in het tweede nummer van 1946 van het tijdschrift Schachmaty in de USSR. De term wordt nog steeds veel gebruikt in de Russische literatuur. Omdat in de jaren ’60 de Amerikaan Pal Benko (zie foto Wikipedia, waar hij voor een demobord met ‘zijn’ opening staat) deze opening met succes begon te spelen en zijn bevindingen ook publiceerde, heeft de opening – vooral bij de Engelssprekende schakers – zijn naam (Het Benkögambiet) meegekregen.

Lees meer >

Een merkwaardige richtlijn

Een merkwaardige richtlijn

Van ‘risicoaansprakelijkheid’ naar: schuldaansprakelijkheid

De competitieleider van de KNSB heeft een richtlijn gepubliceerd over overmacht.

Deze richtlijn is

a. een onredelijke richtlijn wat betreft het voor de tweede maal telaatkomen

b. een onbevoegd gegeven richtlijn wat betreft het voor de eerste maal telaatkomen.

In de kern corrigeert de competitieleider eigenmachtig een besluit van de Bondsraad. Bij het vaststellen van het KNSB-competitiereglement had de raad volgens de competitieleider niet moeten kiezen voor de harde lijn (geen overmacht, risicoaansprakelijkheid), maar voor de milde lijn zoals toentertijd de FIDE-regels die kende en het huidige HSB-competitiereglement, die wel rekening hield of houdt met overmacht (schuldaansprakelijkheid). Welnu, zo’n correctie kan niet plaatsvinden per richtlijn, maar kan uitsluitend door wijziging van het KNSB-competitiereglement. Het is niet aan de competitieleider, maar aan de Bondsraad om een fundamentele wijziging aan te brengen in het KNSB-competitiereglement.

Lees meer >