Krantenrubrieken weekend 2 april 2022
Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.
Lees meer >Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.
Lees meer >Voor de oorlog maakte mijn oom deel uit van Goes I dat toen in de KNSB-competitie uitkwam. Een goeie schaker dus, maar gek genoeg wilde hij nooit tegen me spelen.
Het risico dat hij van die snotjongen zou verliezen, wilde hij waarschijnlijk niet lopen.
Toen hij benoemd werd tot directeur van de Wereldbank verhuisde hij van Brussel naar Washington en kocht hij een pied-à-terre in Zuid-Frankrijk. Een huisje in het departement Gard, het westelijke deel van de Provence, niet ver van het historische stadje Uzès.
Jarenlang mochten wij daar onze zomervakantie vieren.
Ik moest daaraan terugdenken toen ik het verhaal van Foppe-Jan las en bedacht dat we te laat bevriend zijn geraakt. Anders had ik vast een keer mee kunnen doen aan zo’n vriendentoernooitje waar vele bekende en minder bekende schakers aan hebben deelgenomen. Tenslotte was het maar 1 uur en 41 minuten rijden van het vakantiehuisje in Méjannes-le-Clap naar Mollans-sur-Ouvèze.
Lees meer >
Schaakgrootmeester Jan Timman is op donderdagavond 12 mei te gast in de Chocoladefabriek Gouda. De voormalige wereldtopschaker houdt die avond een lezing over zijn laatstverschenen boek The unstoppable American. Timman: “In mijn jeugd had ik twee idolen: Bob Dylan en Bobby Fischer – in die volgorde.” Deze avond is gewijd aan de laatste, het Amerikaanse schaakfenomeen Bobby Fischer, die in de jaren 1970 en 1971 de toenmalige wereldtoppers met ongekende verschillen versloeg om uiteindelijk in 1972 een legendarische match om het wereldkampioenschap te spelen met de Rus Boris Spassky.
Lees meer >Als analytici zijn wij schakers ertoe geneigd onze winstkansen zuiver af te meten aan de mogelijkheden die zich op het bord presenteren – met uitzondering van die eeuwige obsessie met ratingpunten, dan. Maar als we verliezen komen allerhande factoren bovendrijven die achteraf van invloed bleken te zijn: slecht geslapen, drukke week gehad, lang niet gespeeld, maar ook: tijdnood, angst voor deze of gene variant of ‘ik wilde eens iets leuks proberen’. We kunnen die factoren natuurlijk afdoen als excuusjes, maar we kunnen ze ook zien als een resultaat van de enorme inspanning die een schaakpartij van ons vergt. Die (in)spanning zorgt ervoor dat we onszelf soms al op voorhand ondermijnen: ‘het is oké om van een sterkere speler te verliezen’, ‘tegen hem kan ik niet voorbereiden; hij speelt alles’, enzovoorts. Hoezeer we ook willen geloven dat het uiteindelijk alleen om goede zetten draait, dergelijke houdingen beletten het ons werkelijk objectief te blijven. Sterker nog, die objectiviteit is net zo’n grote illusie als al dat psychologische geneuzel dat achteraf aan de partijevaluatie toegevoegd kan worden. In de voorbereiding, in het selecteren van kandidaatzetten en bij het aanbieden, aannemen of afwijzen van een remiseaanbod spelen karakter en gemoedstoestand duidelijk een rol.
Maar wat moeten we met dat gegeven? In The Secret Ingredient to Winning at Chess legt de Slovaakse grootmeester Ján Markoš het uit. Hij begint met een paradox: doorgaans heeft de doorsnee amateur betrekkelijk veel schaakkennis; die weet wat van diens favoriete openingen, weet ook dat ‘ie niet zomaar diens pionnen moet laten isoleren en heeft thuis boekenkasten vol schaakhistorie staan. Hoe zijn die gegevens met elkaar te rijmen? Samengevat: de amateur weet zich geen raad met al die middelen. Die weet diens voorbereiding en diens houding achter het bord niet af te stemmen op de praktijk, zodanig dat diegene altijd goed partij kan geven, onafhankelijk van het aantal boeken over de Siciliaanse Najdorf die hij of zij bestudeerd heeft. Natuurlijk, op de hoogte zijn van structuren, openingsvarianten en typische eindspelen is van groot belang. Maar hier gaat het nu juist om de vraag waarom je, ondanks al die voorhanden kennis, nog stééds niet in staat bent te winnen als je weer achter de stukken zit. In het antwoord op die vraag schuilt het geheime ingrediënt dat goede schakers zo goed maakt.
Lees meer >Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.
Lees meer >“Forever young”, wenst Bob Dylan zijn publiek toe.
“Voor altijd jong”, speldt Matthijs van Nieuwkerk de gasten van zijn muziekshow op de mouw. De meesten laten zich de vleierij aanleunen, een enkeling sputtert tegen. Eeuwige jeugd, het mocht wat.
Het is mogelijk, altijd jong blijven, zingt Alphaville. Als je maar jong sterft of als je maar op jonge leeftijd iets doet waardoor je als jong genie voor eeuwig voortleeft.
Voor ons, gewone schakende stervelingen, is zo’n eeuwige jeugd wenselijk noch haalbaar. Zolang we maar tot op hoge leeftijd van het spel kunnen blijven genieten. Dat is meer dan genoeg. De krachten zullen afnemen, maar als het meezit zullen er momenten zijn waarop het vroegere elan zich voor even weer in volle glorie toont en het jonge grut aan de andere kant van het bord ten onder gaat aan overmoed en onderschatting. En een enkele keer weet je misschien iets te bereiken waarvan je niet wist dat je het in je had. Remisekoning!
Enfin, lees het mooie verhaal van Foppe-Jan Montsma. Maar lees ook hoe fragiel alles is als de gezondheid je in de steek laat. Zoals bij die vriend van mijn allereerste schaakuur, Rob Witt.
Lees meer >Sqaak
Het duurt nog even voordat hij er is maar dan heb je ook wat: de quantumcomputer. De superrekenmachine met q-bits i.p.v. bits. Oftewel niet rekenen met 1 of 0 maar rekenen met 1 of 0 of 1 en 0. Een revolutie in het computertijdperk die zijn weerga niet kent. Huidige snelle computers worden gedegradeerd tot trage telramen.
Is een dergelijke revolutie ook mogelijk bij het schaak?
Lees meer >Het was alweer even geleden dat ik een repertoireboek had gekocht. Eerlijk gezegd, het was nu ook per ongeluk gegaan. Al bladerend over newinchess.com viel mijn oog op dit boek, met de titel ‘Grandmaster Gambits: 1.e4’. Dat niet alleen, het was geschreven door de excentrieke ‘Ginger GM’ Simon Williams en veelschrijver Richard Palliser, auteurs die informatie over het algemeen wel wat luchtiger weten te brengen.
Wat wil je nog meer? Dacht ik. Een mooi boek over de verschillende gambieten na 1.e4. Niet alleen voor mezelf, maar ook als schaaktrainer voor mijn leerlingen zou het nuttig zijn om wat meer overzicht te hebben van de verschillende gambieten na 1.e4.
Maar, het is dus geen boek met daarin een overzicht van verschillende 1.e4 gambieten, het is een openingenrepertoire dat is gebaseerd op de zet 1.e4 en een reactie heeft op alle mogelijke antwoorden van zwart. En voordat u denkt of die uitspraak wel klopt, beken ik dat ik niks heb gezien tegen de zwarte reacties 1…b5, 1…Ph6 en 1…Pa6. U mag bepalen of u dat een verlies vindt.
Na het mentaal omschakelen besloot ik op basis van de inhoudsopgave maar eens een zwarte opening te pakken waarvan ik wel benieuwd was hoe wit er een gambiet van zou maken. Het viel me op dat de Caro-Kann maar een hoofdstuk had van een paar bladzijden. Hoe kan zo’n solide, diep geanalyseerde en gerespecteerde opening nou maar 10 bladzijden krijgen in een boek van meer dan 400 pagina’s? In vergelijking, de Pirc (1…d6 & 2…Pf6) kreeg er 50, de Moderne opening (1…g6) kreeg er 35 en zelfs de Zwarte Leeuw (1…d6, 2…Pf6 en 3/4…e5) kreeg er 28.
Ik bladerde naar het hoofdstuk en zag de volgende tekst en deze bijbehorende afbeelding staan, waarna ik toch even de neiging kreeg het boek meteen te retourneren:
The Hillbilly attack
Mijn vader stierf aan een longbloeding, voor mijn moeder die er bij was een afgrijselijke ervaring. Toen arts en begrafenisondernemer langs waren geweest en zij een moment rust had, hoorde zij hoe buiten de slagersjongen die de bestellingen rondbracht op zijn fiets – in de jaren vijftig geen ongewoon beeld – een allervrolijkst deuntje aan het fluiten was. Zij vertelde mij vele jaren later hoe volstrekt idioot dit op haar overkwam,
Lees meer >Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.
Lees meer >